Schriftelijke vragen : Het Natura 2000 beleid
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het Natura 2000-beleid (ingezonden 11 januari 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het Foodlog-artikel over het stikstofbeleid?1
Vraag 2
Is de veronderstelling juist dat de omgevingswaarden zoals voorgesteld in de Wet stikstofreductie
en natuurverbetering betrekking hebben op het totale in Natura 2000-gebieden aanwezige
areaal van stikstofgevoelige habitattypen?
Vraag 3
Kunt u precies duidelijk maken wat de verschillen zijn tussen de gegevens zoals genoemd
in de verschillende onderdelen van het Standaard Data Formulier enerzijds en in de
nationale gebiedsrapportages en de nationale Artikel 17-rapportages op grond van de
Habitatrichtlijn anderzijds?
Vraag 4
Hoe verhouden de Standaard Data Formulieren en de wijzigingen daarvan zich tot de
Artikel 17-rapportages?
Vraag 5
Is de veronderstelling juist dat modelberekeningen voor het bepalen van de nationale
kritische depositiewaarden uitgevoerd zijn op het niveau van afzonderlijke plantenassociaties
en dat bij opschaling naar het niveau van een habitattype sprake is van grote onzekerheden?
Vraag 6
Hoe waardeert u de analyse dat de correlatie tussen de lokale gemeten ammoniakconcentratie
en de berekende omvang van de stikstofdepositie lijkt te ontbreken?
Vraag 7
Heeft u ook kennisgenomen van de analyse van Backes en Kaajan in het Arcadis-rapport
«Doorlichting Natura 2000 gebieden»?2
Vraag 8
Hoe waardeert u de stelling van Backes en Kaajan dat het arrest Holohan van het Europese
Hof van Justitie (18 november 2018, Brian Holoha e.a., ECLI:EU:C:2018:883) erop wijst
dat in lijn met de wettekst, de doelstellingen en de innerlijke samenhang van de wettelijke
bepalingen het beschermingsregime van Natura 2000-gebieden zich niet per se uitstrekt
tot iedere soort die en ieder habitattype dat in meer dan verwaarloosbare omvang of
oppervlakte in een gebied aanwezig is en dat dit arrest pleit «voor het (in beginsel)
niet hoeven te beschermen van soorten en habitattypen die geen aanleiding waren voor
de selectie van het gebied, maar daar slechts voorkomen», in weerwil van de stellingname
van de Europese Commissie en de Nederlandse regering?
Vraag 9
Hoe waardeert u het feit dat Frankrijk, Duitsland en Ierland hun beschermingsregime
wel beperken tot de habitattypen en soorten die de aanleiding vormden voor het selecteren
van een gebied, maar Nederland niet?
Vraag 10
Hoe gaat u de analyse van Arcadis, Backes en Kaajan op dit punt oppakken?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. Bisschop, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.