Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wilders en Agema over het bericht dat experts de ventilatierichtlijnen van het RIVM in twijfel trekken
Vragen van de leden Wilders en Agema (beiden PVV) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat experts de ventilatierichtlijnen van het RIVM in twijfel trekken (ingezonden 26 augustus 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 8 januari
2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Experts trekken ventilatierichtlijn RIVM in twijfel»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat je niet zomaar kunt stellen dat wanneer er wordt voldaan aan
de ventilatierichtlijn in het Bouwbesluit dat dat dan voldoende is om verspreiding
van corona in een gebouw te voorkomen? Zo ja, hoe heeft de directeur van het RIVM,
de heer Van Dissel, deze uitspraak tijdens de technische briefing van 11 augustus
kunnen doen? Zo nee, op welke rapporten en onderzoeken baseert u, en baseert het RIVM,
dat gebouwen die voldoen aan de ventilatierichtlijn uit het Bouwbesluit de verspreiding
van corona voldoende tegengaan?
Antwoord 2
Het verspreiden van corona in een gebouw kan worden voorkomen door de bundel van maatregelen
te volgen, zoals: afstand houden, handen wassen, goede hygiëne, zoveel mogelijk thuiswerken,
drukte vermijden (beperking bezetting ruimte), thuisblijven bij klachten en goede
ventilatie. Met ventilatie alleen kan COVID-19 niet worden voorkomen en deze maatregel
kan dus niet los gezien worden van de andere maatregelen.
Het is onbekend of een bepaalde wijze van ventileren een aantoonbare meerwaarde heeft
in het voorkomen van COVID-19 in publieke settings zoals scholen en kantoren. In het
Bouwbesluit zijn minimale eisen opgenomen voor ventilatievoorzieningen, die bijdragen
aan een gezond en prettig binnenklimaat. Aan deze regelgeving moet in elk geval worden
voldaan.
Aanvullend adviseert het RIVM om de (onderhouds)instructie van ventilatiesystemen
te volgen en eventuele overige bestaande landelijke richtlijnen te volgen. Ook adviseert
het RIVM om regelmatig 10–15 minuten te luchten, bijvoorbeeld in een pauze of na een
bijeenkomst, waardoor snelle luchtverversing plaatsvindt.
Tot slot wordt geadviseerd sterke luchtstromen tussen personen te voorkomen, bijvoorbeeld
tijdens het luchten of door een zwenkventilator. Het RIVM baseert de gegeven adviezen
mede op de inzichten en adviezen van het OMT en de ECDC.
Vraag 3
Op welke (peer reviewed) onderzoeken en rapporten is gebaseerd dat de verversing van
3,44 danwel 8,5 liter lucht per seconde per persoon voldoende is om de verspreiding
van corona tegen te gaan? Kunt u een overzicht geven?
Antwoord 3
Zoals verwoord in antwoord 2 ontbreekt gedetailleerde informatie of door het toepassen
van een bepaalde ventilatiehoeveelheid COVID-19 aantoonbaar kan worden voorkomen en
zo ja in welke mate.
Vraag 4
Klopt het dat met de grote focus op energiebesparing moderne luchtventilatiesystemen
steeds meer zijn gaan werken op recirculatie van lucht in plaats van op het inzuigen
van verse buitenlucht?
Antwoord 4
Met recirculatie wordt bedoeld dat gebruikte lucht na koeling/verwarming opnieuw wordt
ingeblazen. Het Bouwbesluit stelt eisen aan de voorzieningen voor luchtverversing.
Dat wil zeggen de mogelijkheid om verse buitenlucht toe te voeren en gebruikte lucht
af te voeren. Nieuwe systemen moeten nog steeds onverkort aan de eisen voor voldoende
luchtverversing voldoen.
Om energie te besparen kan bijvoorbeeld wel de verse lucht die wordt toegevoerd via
een warmtewisselaar worden voorverwarmd met de gebruikte lucht die wordt afgevoerd.
De luchtstromen raken elkaar dan niet.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het derhalve voorbarig is te concluderen dat het wel goed zit
met de ventilatie in nieuwe gebouwen? Of in oudere gebouwen met vernieuwde ventilatiesystemen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Alle gebouwen moeten voldoen aan het Bouwbesluit. Voor bestaande bouw gelden andere
eisen dan voor nieuwbouw. Als gezegd adviseert het RIVM om in elk geval aan de eisen
van het Bouwbesluit en eventuele overige bestaande richtlijnen te voldoen. Ik heb
geen aanleiding om te vermoeden dat gebouwen op grote schaal niet aan deze eisen voldoen.
Vraag 6
Is er al vergelijkend onderzoek gedaan naar de ventilatiesystemen van de locaties
(bijvoorbeeld cafés en kerken) in ons land waar tijdens de eerste coronagolf veel
besmettingen hebben plaatsgevonden? Zo nee, per wanneer gaat u dit bewerkstelligen?
Zo ja, voldeden ze aan de ventilatierichtlijn van het Bouwbesluit?
Antwoord 6
Nee, dit specifieke onderzoek is niet verricht. Een kanttekening is dat tijdens de
eerste golf nog niet de algemene preventiemaatregelen, zoals 1,5 meter afstand houden,
bij klachten thuisblijven en testen van toepassing waren. Hierdoor is een onderscheid
in transmissieroutes en een eventuele rol voor ventilatie lastig te bepalen. Ook bij
de huidige clusters is het lastig te bepalen hoe de verspreiding heeft plaatsgevonden
en of ventilatie daarin een rol heeft gespeeld. Het is aan de GGD om te besluiten
nader te onderzoek te verrichten en of het een situatie betreft waarbij ventilatie
een rol kan hebben gespeeld.
Op dit moment is er uitbraakonderzoek gaande bij vijf zangkoren waarbij ook gekeken
wordt naar de mogelijke rol van ventilatie en luchtstromen.
Vraag 7
Wat is uw reactie op de professor binnenklimaat aan de TU Delft, die stelt dat ventilatienormen
voor schoollokalen opgesteld zijn zodat kinderen niet duf worden en goed kunnen leren,
maar dat het maar de vraag is of die richtlijnen ook werken om het virus uit de lucht
te halen? Klopt deze duiding van deze professor? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
De duiding klopt, de bestaande ventilatienormen voor schoollokalen zijn niet gericht
«om het virus uit de lucht te halen». Zoals verwoord in antwoord 2 ontbreekt informatie
of door het toepassen van een bepaalde ventilatiehoeveelheid COVID-19 aantoonbaar
kan worden voorkomen en zo ja in welke mate. Het RIVM adviseert daarom om minimaal
de bestaande regelgeving en richtlijnen te volgen. En aanvullend wordt geadviseerd
ventilatiesystemen te gebruiken volgens de (onderhouds)instructie, te luchten tijdens
pauzes en luchtstromen van persoon naar persoon te vermijden.
Vraag 8
Wat is uw reactie op de adviseur Bouwbesluit die stelt dat het Bouwbesluit niet is
ontworpen om te beschermen tegen ziektes die zich door de lucht verspreiden? Klopt
de duiding van deze adviseur? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Als het om luchtverversing gaat stelt het Bouwbesluit de functionele eis dat een bouwwerk
een zodanige voorziening voor luchtverversing heeft dat het ontstaan van een voor
de gezondheid nadelige kwaliteit van de binnenlucht wordt voorkomen. Per type gebruik
gelden verschillende eisen. Voldoende luchtverversing zorgt onder andere voor voldoende
aanvoer van zuurstof en voldoende afvoer van stofdeeltjes, dampen en andere luchtvervuiling.
Het Bouwbesluit is niet primair gericht op het voorkomen van aerogene transmissie
van infecties.
Vraag 9
Is de inventarisatie die het Ministerie van Binnenlandse Zaken uitvoert naar de ventilatie
in 1.100 overheidsgebouwen al klaar? Wanneer kan de Kamer deze verwachten?
Antwoord 9
BZK heeft in oktober en november inventarisatie uitgevoerd naar de ventilatie in relatie
tot het COVID-advies van het RIVM in twee categorieën rijksgebouwen, te weten penitentiaire
inrichtingen en gerechtsgebouwen. Dit levert gegevens per pand op hoe te handelen
in specifieke situaties. Voor de overige rijksgebouwen is een quick scan over ventilatie
ontwikkeld die momenteel door de gebruiker zelf wordt uitgevoerd, afgestemd op de
planning voor de terugkeer naar kantoor door de gebruikers. Ook hierbij geldt dat
met ventilatie alleen COVID-19 niet kan worden voorkomen en deze maatregel dus niet
los gezien kan worden van de andere bundel van maatregelen (zie het antwoord op vraag2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.