Schriftelijke vragen : Extra (financiële) steun voor de Waddeneilanden
Vragen van het lid Gijs van Dijk (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over extra (financiële) steun voor de Waddeneilanden (ingezonden 8 januari 2021).
Vraag 1
Kent u het artikel «Zonder rijkssteun worden de Wadden een tweede Venetië, stellen
de vijf Waddenburgemeesters?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat de huidige en toekomstige Waddenbewoners moeten kunnen werken,
wonen, leven en naar school kunnen gaan op hun Waddeneiland?
Vraag 3
Zo ja, gaat u er dan alles aan doen om het schrikbeeld, dat de Waddeneilanden een
openluchtmuseum worden, te voorkomen?
Vraag 4
Wat is de reden dat het kabinet vorig jaar de regiodeal vanuit de Waddeneilanden heeft afgewezen?
Vraag 5
Bent u het eens dat de Waddeneilanden vanwege hun ligging en grootte, hogere kosten
hebben voor het bouwen van huizen, openhouden van scholen en het realiseren van goede
zorg? Bent u het daarom ook eens dat deze bijzondere positie er voor zorgt dat zij
om die reden extra aandacht en financiële steun nodig hebben?
Vraag 6
Bent u het eens dat door het wegvallen van het toerisme, vanwege de coronacrisis,
deze Waddeneilanden in een nog lastiger parket zijn komen te zitten?
Vraag 7
Bent u bevreesd dat, als er op korte termijn geen maatregelen worden genomen, dit
grote nadelige economische gevolgen, mogelijk resulterend in failliete bedrijven en
verlies van banen, zal hebben voor de Waddeneilanden?
Vraag 8
Welke acties gaat u op de korte termijn ondernemen, na het ontvangen van de wensen
van de Waddeneilanden, om de Wadden meer te ondersteunen?
Vraag 9
Bent u daarom bereid om, zoals eerder voorgesteld in amendement TK 35 450 C, nr. 42, extra geld voor de Waddeneilanden beschikbaar te stellen?
Vraag 10
Bent u tevens bereid om, naast deze incidentele middelen, nu wel in te stemmen met
de, door de Waddeneilanden, voorgestelde regiodeal?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G.J. (Gijs) van Dijk, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.