Voorstel van wet : Voorstel van wet
35 693 Wijziging van de Wet voorraadvorming aardolieproducten 2012 in verband met de implementatie van Uitvoeringsrichtlijn 2018/1581/EU
ARTIKEL I
            ARTIKEL II
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
            
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
                     enz. enz. enz.
                  
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet voorraadvorming
                     aardolieproducten 2012 te wijzigen ter implementatie van Uitvoeringsrichtlijn 2018/1581/EU
                     van de Commissie van 19 oktober 2018 tot wijziging van Richtlijn 2009/119/EG van de
                     Raad van 14 september 2009 houdende verplichting voor de lidstaten om minimumvoorraden ruwe aardolie
                     en/of aardolieproducten in opslag te houden, wat betreft de methoden voor de berekening
                     van de opslagverplichtingen (PbEU 2018, L 263);
                  
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
                     overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
                     en verstaan bij deze:
                  
ARTIKEL I
                  
De Wet voorraadvorming aardolieproducten 2012 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de definitie van het begrip «olievoorraden» wordt «bijlage C, punt 3.1» vervangen
                           door «hoofdstuk 3.4 van bijlage A».
                        
2. In de definitie van het begrip «voorraadjaar» wordt «1 april» vervangen door «1 juli».
B
In de aanhef van artikel 2 wordt «zoals die nader worden omschreven in bijlage B,
                        punt 4.1» vervangen door «gedefinieerd in hoofdstuk 3.4 van bijlage A».
                     
ARTIKEL II
                     
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
                        Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt ten aanzien van artikel I, onderdeel
                        A, onder 2, terug tot en met 1 juli 2020.
                     
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
                        autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
                        de hand zullen houden.
                     
Gegeven
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.