Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Brandbom bij Syrisch gezin in Heerlen: burenruzie of racisme’
Vragen van het lid Kuzu (DENK) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Brandbom bij Syrisch gezin in Heerlen: burenruzie of racisme» (ingezonden 21 december 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Brandbom bij Syrisch gezin in Heerlen: burenruzie of
racisme» en de situatie rondom het Syrische gezin dat maandenlang bedreigd, geïntimideerd
en gewelddadig wordt aangevallen door bewoners uit de eigen buurt?1
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van de beelden van de bedreiging, intimidatie en geweld jegens
het vluchtelingengezin, die circuleren op verschillende sociale media kanalen? Zo
ja, wat vindt u daarvan?
Vraag 3
Kunt u toezeggen dat u alles in het werk zal stellen om de veiligheid van het Syrische
vluchtelingengezin en andere betrokkenen te garanderen?
Vraag 4
Deelt u de mening dat alle vormen van bedreiging, intimidatie en geweld jegens vluchtelingen
te allen tijde onacceptabel zijn? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Deelt u de mening dat het in deze kwestie niet gaat om een burenruzie, gezien de ernst
van de situatie?
Vraag 6
Uit welke hoek waren de bedreigingen, intimidatie en geweld jegens het vluchtelingengezin
volgens u afkomstig?
Vraag 7
Loopt er inmiddels een strafrechtelijk onderzoek naar de bedreigingen, intimidatie
en geweld jegens het Syrische gezin? Zo ja, hoe ziet dit onderzoek er uit? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 8
Heeft u contact gehad met de personen in kwestie en het bevoegd gezag om uw steun
te betuigen en mogelijk ondersteuning te leveren waar nodig? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Op welke manier ondersteunt u de initiatieven of organisaties die zich reeds inzetten
voor een sociaal veilig klimaat in de eigen omgeving en de veiligheid en bescherming
van vluchtelingen?
Vraag 10
Hoe vaak hebben vluchtelingen in de afgelopen twaalf maanden te maken gehad met ernstige
bedreigingen, intimidatie en geweld? Hoe vaak hebben deze bedreigingen, intimidatie
en geweld jegens vluchtelingen geleid tot een strafrechtelijk onderzoek?
Vraag 11
Deelt u de mening dat een goede afstemming en samenwerking tussen de betrokken overheidsinstanties
en de burger essentieel zijn, zodat bij dergelijke gebeurtenissen snel ingegrepen
kan worden?
Vraag 12
Op welke manier gaat u de lopende aandacht en initiatieven voor de veiligheid en bescherming
van vluchtelingen ondersteunen? Op welke manier gaat u voorkomen dat situaties zoals
die in Heerlen zich niet meer voordoen, zodat de veiligheid van vluchtelingen gegarandeerd
kan worden?
Vraag 13
Bent u van mening dat de overheidsinstanties voldoende mogelijkheden bieden om de
veiligheid van vluchtelingen te waarborgen? Zo ja, bent u bereid deze mogelijkheden
te vergroten met extra middelen en ondersteuning? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Deelt u de mening dat er passende en sensitieve hulp en zorg moeten worden aangeboden
aan het vluchtelingengezin in kwestie, gezien de emotionele schade die de maandenlange
bedreigingen en intimidatie hebben opgeleverd? Zo ja, bent u bereid dit te doen voor
alle vluchtelingen in dergelijke situaties? Zo nee, waarom niet?
Vraag 15
Bent u bekend met de rol van de woningcorporatie Vincio Wonen (voorheen: De Voorzorg)
in deze kwestie? Zo ja, hoe zou u deze omschrijven?
Vraag 16
Bent u bekend met het externe onderzoek naar woningstichting De Voorzorg in 2018,
waaruit is gebleken dat de woningstichting jarenlang kandidaat-huurders zou hebben
geweerd op basis van ras, uiterlijke kenmerken, (lichaams)geur, medicijngebruik, seksuele
geaardheid, strafrechtelijk verleden, godsdienst en levensovertuiging en zich daarmee
schuldig heeft gemaakt aan discriminatie en racisme?
Vraag 17
Deelt u de mening dat het ontoelaatbaar en als zeer schokkend wordt ervaren wanneer
een woningcorporatie zich schuldig maakt aan discriminatie en racisme? Zo ja, waarom
zijn er geen verdere maatregelen getroffen in de zaak van woningstichting De Voorzorg?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 18
Bent u bekend met de uitspraak van de rechtbank betreffende het kortgeding om het
Syrische gezin eerder uit de woning over te plaatsen?2
Vraag 19
Is de samenwerking tussen de betrokken instanties na de uitspraak van de rechter geïntensiveerd?
Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?
Vraag 20
Bent u bereid opnieuw onderzoek te doen naar de woningcorporatie Vincio Wonen, naar
aanleiding van de ernstige nalatigheid binnen deze kwestie? Zo nee, waarom niet?
Vraag 21
Bent u bekend met de rol van de gemeente Heerlen in deze kwestie? Zo ja, hoe zou u
deze omschrijven?
Vraag 22
Deelt u de mening dat de gemeente Heerlen zich onvoldoende heeft ingezet om haar eigen
inwoners te beschermen en de veiligheid te waarborgen binnen de eigen gemeente? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 23
Waarom heeft de gemeente Heerlen geen gehoor gegeven aan de meerdere personen en instanties
die de gemeente herhaaldelijk hebben geprobeerd te informeren over deze kwestie?
Vraag 24
Kunt u de reactie van de woordvoerder van de gemeente Heerlen toelichten, waarin hij
spreekt over «dingen die aan de beide zijden zijn gedaan, die de relatie onderling
niet ten goede komen»?
Vraag 25
Bent u bekend met de rol van de politie Heerlen in deze kwestie? Zo ja, hoe zou u
deze omschrijven?
Vraag 26
Waarom zijn de meerdere aangiften, gedaan door het vluchtelingengezin bij de politie,
gekenmerkt als «incidenten»? Deelt u de mening dat opeenvolgende bedreigingen, intimidaties
en geweldplegingen geen incidenten meer zijn? Zo ja, waarom is er dan niet ingegrepen?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 27
Kunt u het gezamenlijk bericht van de gemeente Heerlen en de politie Heerlen toelichten,
specifiek waar er wordt gesproken over de «eenzijdige berichtgeving»?
Vraag 28
Deelt u de mening dat de samenwerking tussen de verschillende instanties in deze kwestie
ernstig is mislukt en als gevolg daarvan heeft geleid tot falend beleid om de eigen
inwoners te beschermen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 29
Bent u bereid een onderzoek in te stellen naar de bedreigingen, intimidatie en geweld
die het vluchtelingengezin heeft moeten ondervinden en naar de rol van de betrokken
instanties binnen deze kwestie? Zo nee, waarom niet?
Toelichting
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen van het lid Kuiken (PvdA), ingezonden
18 december 2020, vraagnummer 2020Z25430.
Indieners
-
Gericht aan
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Gericht aan
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Gericht aan
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Indiener
T. Kuzu, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.