Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda JBZ-Raad 14 december 2020
32 317 JBZ-Raad
Nr. 666 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
            
Vastgesteld 15 december 2020
De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen
                  voorgelegd aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de brief van 7 december
                  inzake:
               
– de geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 14 december 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 663),
– het verslag van de informele JBZ-raad van 8–9 oktober 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 639)
– en het verslag van de informele JBZ-Raad van 13 november 2020 (Kamerstuk 32 317, nr.660).
De vragen en opmerkingen zijn op 10 december 2020 aan de Ministers van Justitie en
                  Veiligheid en voor Rechtsbescherming en aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
                  voorgelegd. Bij brief van 11 december 2020 zijn de vragen beantwoord.
               
De voorzitter van de commissie, Van Meenen
De adjunct-griffier van de commissie, Tielens-Tripels
Vragen en antwoorden
               
1. Vragen en opmerkingen vanuit de VVD-fractie
               
De geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 14 december 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 663)
De leden van de VVD-fractie nemen met belangstelling kennis van de geannoteerde agenda.
                  Hoewel deze leden het optimisme van het voorzitterschap waardeerden om met het nieuwe
                  voorstel op het gemeenschappelijk Europees asielstelsel uit de jarenlange impasse
                  te komen, lag het in de lijn der verwachting dat dit niet binnen drie maanden zou
                  lukken. Want hoewel de Europese Commissie (EC) met een nieuw en op sommige vlakken
                  ambitieus voorstel is gekomen, zijn de belangen van de verschillende landen onveranderd
                  gebleven en was het niet te verwachten dat deze verschillen binnen zeer afzienbare
                  tijd zouden zijn overbrugd. Dat gezegd hebbende onderstrepen zij het belang van de
                  herziening van het Gemeenschappelijk Europees Asiel Systeem (GEAS) en spreken zij
                  de verwachting uit dat u zich in overeenstemming met de BNC-fiches hier maximaal voor
                  inspant. Wel vragen deze leden wat de verwachting is van het voorzitterschap van Portugal
                  ten opzichte van de herziening van het GEAS. Is de verwachting dat Portugal haar voorzitterschap
                  net zo ambitieus wil vervullen met betrekking tot migratie?
               
Het inkomende Portugese Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie heeft recent
                     haar prioriteiten gedeeld op het gebied van asiel en migratie. Uiteraard geniet de
                     verdere behandeling van de Commissievoorstellen op zowel de interne als de externe
                     dimensie prioriteit. Het Portugese Voorzitterschap heeft gemeld daarnaast werk te
                     willen maken van legale migratie, versterking van Schengen, implementatie van de EGKW-verordening
                     en interoperabiliteit. Tot slot zal het aandacht hebben voor het gebruik van digitale
                     technologieën in relatie tot migratiemanagement.
De implementatie van de verordeningen voor de interoperabiliteit van de centrale EU-
                  informatiesystemen is een belangrijke stap bij het krijgen van inzicht in en daarmee
                  grip op mensen die de EU betreden en verlaten. Voornoemde leden zijn dan ook positief
                  over de aandacht die hier op de JBZ-raad aan wordt besteed, maar maken zich tegelijkertijd
                  zorgen over niet volledige of niet tijdige implementatie in de verschillende lidstaten.
                  Hoe staat Nederland ervoor met betrekking tot de praktische implementatie van deze
                  verordeningen? Hoe verhoudt dit zich tot andere lidstaten? Welke knelpunten verwacht
                  u nog bij verdere implementatie? Welke rol kan Nederland spelen om andere landen te
                  ondersteunen bij een tijdige en volledige implementatie?
               
De implementatie van de diverse verordeningen is een complex traject met veel onderlinge
                        afhankelijkheden. Tevens is sprake van een ambitieuze Europese planning. In Nederland
                        wordt de nationale implementatie van acht verordeningen op het gebied van grenzen
                        en veiligheid (waaronder de verordeningen over interoperabiliteit) in brede zin voorbereid
                        en uitgevoerd in het kader van het Programma Grenzen en Veiligheid van het Ministerie
                        van Justitie en Veiligheid. In dit programma wordt onder meer de aanpassing van bestaande
                        nationale wet- en regelgeving ter hand genomen om de uitvoering van de relevante verordeningen
                        – voor zover nodig – mogelijk te maken. Het streven is daarbij zoveel mogelijk te
                        komen tot één nationale uitvoeringswet. Het betreffende wetsvoorstel is momenteel
                        in ambtelijke voorbereiding en wordt daarna aangeboden aan de Kamer.
Daarnaast wordt gewerkt aan de feitelijke invoering van de verordeningen in Nederland
                        (opleiding personeel, aanpassing ICT-systemen etc.).
De Nederlandse implementatie is gebaseerd op de Europese planning; er is gestart met
                     het realiseren van de benodigde nationale aanpassingen. In vergelijking met andere
                     lidstaten bevindt Nederland zich daarbij in de middenmoot.
De Europese Commissie heeft sinds juni 2020 een Rapid Alert proces opgezet waarmee
                     de voortgang van de implementatie van de IT-systemen bij de lidstaten en de Europese
                     agentschappen gemonitord wordt. Hierdoor wordt in een vroeg stadium zichtbaar waar
                     zich eventuele vertraging voordoet. Zowel de Europese Commissie als het agentschap
                     voor grootschalige IT-systemen eu-LISA kunnen op basis daarvan kan snel gerichte ondersteuning
                     bieden. Nederlandse experts zijn vertegenwoordigd in diverse Europese overleggen en
                     expert groepen. Vanuit die expertgroepen en via informele contacten wordt veelvuldig
                     overlegd met andere lidstaten en worden best-practices gewisseld.
Verslag van de informele JBZ-Raad van 13 november 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 660)
De leden van de VVD-fractie zijn tevreden te lezen dat u constructief kritisch de
                  dialoog bent aangegaan bij de JBZ-raad van 13 november 2020. Zij zijn positief over
                  het feit dat u conform de door de Kamer aangenomen motie (Kamerstuk 32 317, nr. 652) het belang van samenloop van de voorstellen van de EC met de herziene terugkeerrichtlijn
                  hebt benadrukt. Hoe reageerden andere lidstaten op het gezamenlijk behandelen van
                  de EC voorstellen met de terugkeerrichtlijn? Welke standpunten namen zij in? Hoe kijken
                  deze landen naar de zorgelijke ontwikkelingen in het Europees Parlement (EP) waarbij
                  wordt ingezet op vrijwillige terugkeer in plaats van het sneller kunnen vastzetten
                  van illegalen voor terugkeer? Zijn zij het met Nederland eens dat herverdeling zonder
                  effectief terugkeermechanisme een zeer zware last is voor eindbestemmingslanden en
                  dat daar derhalve geen sprake van kan zijn? Deze leden delen de mening dat extra inspanning
                  van aankomstlanden gepaard moet gaan met solidariteit tussen de EU-lidstaten. Realiseren
                  deze landen zich voldoende dat voor brede solidariteit ook solidariteit op het bewerkstelligen
                  van een strenge terugkeerrichtlijn noodzakelijk is?
               
In meerdere interventies is door Nederland aandacht gevraagd voor de samenhang tussen
                     terugkeer en de voorstellen i.h.k.v. het Migratieplan waarover de Raad nu spreekt.
                     Over het belang van de externe dimensie en de noodzaak om effectieve, brede partnerschappen
                     aan te gaan met belangrijke landen van herkomst, opvang en transit, bestond brede
                     overeenstemming. Wat een groot aantal lidstaten betreft, waaronder Nederland, dienden
                     daarvoor alle beschikbare instrumenten te worden ingezet. Ook spraken nagenoeg alle
                     lidstaten hun steun uit voor de verschillende voorstellen om terugkeer te verbeteren.
                     Dat betrof niet alleen de externe dimensie, maar ook een efficiënter terugkeerproces.
                     Dit zullen naar verwachting speerpunten blijven, zowel in gesprekken over de voorstellen
                     als in de triloog tussen de Raad, de Commissie en het Europese Parlement over de Terugkeerrichtlijn,
                     die aan zal vangen nadat de het Europees Parlement een rapport heeft aangenomen. Dit
                     laatste moet nog gebeuren.
De lidstaten van aankomst realiseren zich terdege dat sprake moet zijn van een versterkte
                     inzet op terugkeer en steunen dit ook. Ten aanzien van de herziening van de terugkeerrichtlijn
                     heeft de Raad een algemeen akkoord bereikt, met uitzondering van het onderdeel over
                     de grensprocedure. Het voorstel voor een herziene terugkeerrichtlijn versterkt op
                     onderdelen de mogelijkheden voor effectieve terugkeer, door de bewaringmogelijkheden
                     te versterken, in het bijzonder in het geval van openbare orde, en een meer bindende
                     verplichting om medewerking aan de terugkeer te verlenen. Dit is het uitgangspunt
                     waarover de lidstaten overeenstemming bereikten. Gezien het commitment aan terugkeer
                     dat in de JBZ-Raad door een ruime meerderheid van lidstaten werd verwoord, is dat
                     nog steeds de inzet.
2. Vragen en opmerkingen vanuit de PVV-fractie
               
De leden van de PVV-fractie zijn tegen iedere vorm van EU-bemoeienis en hebben in
                  diverse overleggen met u reeds hun ongenoegen geuit over het Europese asiel- en migratiepact.
               
De geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 14 december 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 663)
Zoals de leden van de PVV-fractie in de geannoteerde agenda kunnen lezen is een akkoord
                  over het Europese asiel- en migratiepact nog ver weg. Dat is goed nieuws! Ziet u eindelijk
                  in dat Nederland het asiel- en migratiebeleid weer in eigen handen moet nemen? Zo
                  nee, waarom niet?
               
Migratie is een grensoverschrijdend vraagstuk dat alleen effectief kan worden beheerst
                     door maatregelen op alle punten van de migratieroute en in alle stadia van het migratieproces.
                     Een bestemmingsland als Nederland kan dit niet alleen. Inzet van het kabinet is gericht
                     op het vinden van een gezamenlijke Europese oplossing voor de uitdagingen waar Nederland
                     en andere lidstaten mee kampen. De suggestie dat Nederland dit (toch) alleen kan oplossen
                     doet geen recht aan dit complexe vraagstuk.
Voornoemde leden hebben kennisgenomen van de inzet van het EP tijdens de aankomende
                  onderhandelingen over de terugkeerrichtlijn, om meer de nadruk te leggen op vrijwillige
                  terugkeer en minder detentie. Deelt u de opvatting dat detentie het meest effectieve
                  middel is om vreemdelingen terug te laten keren naar het land van herkomst? Gaat u
                  zich inzetten voor meer detentie, met name de detentie van criminele vreemdelingen
                  zo nee, waarom niet?
               
Vreemdelingenbewaring is een noodzakelijk onderdeel van een effectief terugkeerbeleid.
                     Vrijwillige terugkeer staat voorop, maar zonder de mogelijkheid om daar waar nodig
                     terugkeer af te dwingen, eventueel door middel van bewaring, boet het terugkeerproces
                     sterk aan effectiviteit in. De terugkeer van overlast gevende en criminele vreemdelingen,
                     waar nodig na oplegging van vreemdelingenbewaring, is ook onderdeel van in het regeerakkoord.
                     Dit is dan ook één van onderdelen waarop de Nederlandse inzet zich richt in de onderhandelingen
                     over de herziening van de Terugkeer richtlijn. Het voorstel van de Raad voor de herziening
                     van de terugkeerrichtlijn, biedt ook vaker ruimte voor het in vreemdelingenbewaring
                     stellen van criminele illegale vreemdelingen om hun uitzetting zeker te stellen. Nederland
                     zal hieraan vasthouden.
De leden van de PVV-fractie hebben uit de media vernomen dat Eurocommissaris Johansson
                  op 30 november en 1 december 2020 een bezoek heeft gebracht aan Marokko om te onderhandelen
                  over nieuwe afspraken op het gebied terugname en visumvereenvoudiging. Heeft dit bezoek
                  geleid tot concrete afspraken voor wat betreft de terugname van Marokkanen? Ook vragen
                  de aan het woord zijnde leden of u inmiddels al welkom bent in Marokko.
               
EU Commissaris Johansson heeft een eerste bezoek aan Marokko afgelegd, waarin constructief
                     is gesproken over samenwerking bij de beheersing van het migratievraagstuk. Daarbij
                     is ook de samenwerking bij terug- en overname aan de orde gesteld. Deze dialoog wordt
                     voortgezet. Zoals uw Kamer bekend, is Nederland voorstander van brede partnerschappen
                     met landen van herkomst en transit om migratiesamenwerking te verbeteren, waaronder
                     ook terugkeer. Er is bilateraal contact op verschillende niveaus met Marokko over
                     een breed aantal onderwerpen. Daarbij wordt ook de wens om op alle niveaus de dialoog
                     op het gebied van migratie en terugkeer te intensiveren onder de aandacht gebracht.
De leden van de PVV-fractie zien op sociale media filmpjes dat migranten die aankomen
                  op Gran Canaria in de nacht stiekem worden overgebracht naar het vasteland. Bent u
                  bekend met deze praktijken?
               
De Staatssecretaris is filmpjes die rondgaan op sociale media bekend, maar niet in
                     de door de PVV gesuggereerde context dat de Spaanse overheid een dergelijke oversteek
                     naar het vasteland zou faciliteren. Wel is bekend dat de Spaanse overheid in alle
                     openheid enkele tientallen kwetsbare migranten heeft overgebracht naar het vasteland.
                     De inzet van de Spaanse autoriteiten is en blijft om deze irreguliere migranten zo
                     snel als mogelijk vanaf de Canarische eilanden te laten terugkeren naar de landen
                     van herkomst of transit. Daarover zijn de Spaanse autoriteiten en de Europese Commissie
                     in nauw contact met de betreffende Afrikaanse landen. Dit sluit echter niet uit dat
                     sommige migranten erin slagen om illegaal het Spaanse vasteland te bereiken.
3. Vragen en opmerkingen vanuit de CDA-fractie
               
De geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 14 december 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 663)
De leden van de CDA-fractie vragen of u kunt aangeven wat de stand van zaken is in
                  de onderhandelingen over het migratiepact. Is er inmiddels enige beweging in de posities
                  van de EU- lidstaten? Kunt u aangeven of «frontline»-lidstaten inderdaad tegen grootschalige
                  detentiecentra zijn op hun grondgebied teneinde daar de versnelde grensprocedure te
                  laten plaatsvinden? Waarom zijn zij hiertegen? Wat wordt vanuit EU-perspectief aan
                  deze landen geboden om hier wel gehoor aan te geven?
               
De afgelopen drie maanden hebben vooral in het teken gestaan van de nadere bespreking
                     en doorgronding van de Commissievoorstellen. Standpunten van de lidstaten zijn niet
                     veranderd. De lidstaten van eerste aankomst in met name Zuid-Europa hebben inderdaad
                     hun zorgen geuit over de werking van de grensprocedure en zijn met name bevreesd dat
                     dit leidt tot grootschalige centra aan de buitengrenzen op hun grondgebied. Zij hebben
                     niet het vertrouwen dat terugkeer verbetert en/of andere lidstaten solidariteit betrachten
                     door middel van herplaatsing. Bekend is dat met name de Centraal-Europese lidstaten
                     gekant zijn tegen verplichte herplaatsing. Daarnaast hebben ook ander groepen lidstaten
                     vragen en zorgen over de werking van het voorgestelde solidariteitsmechanisme. Om
                     te komen tot een beter gezamenlijk begrip van deze procedures zullen cijfermatige
                     simulaties worden gehouden. Het kabinet onderkent de noodzaak van een voorspelbaar
                     en verplicht solidariteitsmechanisme moet komen, waarbij het kabinet het nadrukkelijk
                     ook van belang acht dat solidariteit hand in hand gaat met het nemen van (meer) verantwoordelijkheid
                     door lidstaten voor de versterking van de EU buitengrenzen en de nationale asiel-
                     en migratiesystemen. Het is aan het inkomende Portugese Voorzitterschap om de belangen
                     van de lidstaten zodanig met elkaar te verzoenen dat de inhoudelijke behandeling van
                     de Commissie voorstellen kan aanvangen.
Kunt u aangeven waar het bezoek van Eurocommissaris Johansson op 30 november en 1 december
                  2020 aan Marokko toe heeft geleid? Zijn daar concrete afspraken uit voortgekomen die
                  zien op het gebied van terugname van de eigen onderdanen?
               
Kortheidshalve wordt verwezen naar de beantwoording van vergelijkbare vragen van de
                     leden van de PVV-fractie.
Verslag van de informele JBZ-Raad van 13 november 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 660)
De leden van de CDA-fractie begrijpen dat u in de informele JBZ-raad van 13 november
                  2020 heeft gewezen, in lijn met de motie van de leden Van Toorenburg en Becker (Kamerstuk
                  32 317, nr. 652), op de samenhang tussen de herziening van de Terugkeerrichtlijn en het EU-migratiepact.
                  Kunt u aangeven wat andere lidstaten daarvan vonden? Worden deze twee trajecten nu
                  integraal behandeld?
               
Kortheidshalve wordt verwezen naar de beantwoording van vergelijkbare vragen van de
                     leden van de VVD-fractie.
Deze leden begrijpen dat u in de informele JBZ-raad van 13 november 2020 het belang
                  benadrukt heeft dat alle aan Griekenland gedane herplaatsingstoezeggingen zo snel
                  mogelijk worden uitgevoerd. Kunt u aangeven hoe het daarmee staat? Wanneer kunnen
                  de eerste herplaatsingen worden verwacht? Gaat dit lukken voor kerst?
               
In lijn met de motie van het lid Voordewind c.s.1 wordt alles op alles gezet om te zorgen dat het gedane herplaatsingsaanbod zo snel
                     mogelijk wordt gerealiseerd. De eerste ca. 50 kwetsbare personen worden vanaf volgende
                     week in Nederland verwacht. Op zeer korte termijn zal de Staatssecretaris uw Kamer
                     nader en meer uitgebreid infomeren over de voortgang.
Wat was de inbreng van Nederland bij het Schengen Forum? Wat was de afdronk daarvan?
                  Wat is de Nederlandse inzet op het gebied van de hervorming van Schengen? Waar gaat
                  Nederland op inzetten?
               
Tijdens het eerste Schengen Forum op ministerieel niveau werd het belang van Schengen
                     en de noodzaak om Schengen te versterken door alle lidstaten onderstreept. Namens
                     Nederland is het belang benadrukt van sterke controle van de buitengrenzen door middel
                     van een verplichte screening- en grensprocedure, de noodzaak van snelle uitvoering
                     van het versterkte mandaat van Frontex, inclusief de werving en inzet van 10.000 grenswachten,
                     de volledige implementatie van de verschillende Europese systemen en hun interoperabiliteit
                     om de informatie-uitwisseling te bevorderen, het gebruik van nieuwe technologieën
                     om secundaire migratie te voorkomen, verbetering van de operationele politiesamenwerking
                     tussen naburige lidstaten binnen de bestaande kaders, sterkere samenwerking met derde
                     landen en verbetering van het Schengen Evaluatie Mechanisme. Daarnaast heeft Nederland
                     ook gepleit voor versterking van de governance van Schengen door meer politieke sturing. Ook bepleitte Nederland een gecoördineerde
                     aanpak voor crisissituaties. In algemene zin bestond er brede consensus onder de lidstaten
                     over deze punten. De komende periode zullen verschillende thematische expert-bijeenkomsten
                     plaatsvinden die naar verwachting als input zullen dienen voor achtereenvolgens een
                     vervolgbijeenkomst en de door de Europese Commissie aangekondigde Strategie voor de
                     Toekomst van Schengen. Deze Strategie wordt in het eerste kwartaal van 2021 verwacht.
4. Vragen en opmerkingen vanuit de D66-fractie
               
De leden van de D66-fractie hebben de geannoteerde agenda en een aantal andere relevante
                  stukken gelezen en hebben daarover nog enkele vragen.
               
De geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 14 december 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 663)
Besluitvorming nieuwe migratiepact
De leden van de D66-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat het Duitse voorzitterschap
                  heeft aangegeven dat de beoogde politieke overeenstemming tijdens deze JBZ-raad niet
                  meer haalbaar wordt geacht. Kunt u aangeven wat het nieuwe voorgestelde tijdspad is
                  en wanneer u verwacht dat weer stappen gezet kunnen worden om tot politieke overeenstemming
                  op hoofdlijnen te komen? Is het krachtenveld de afgelopen periode naar aanloop van
                  deze JBZ-raad nog veranderd? Zo ja, kunt u toelichten hoe het krachtenveld er nu uitziet?
                  Met welke landen trekt Nederland op? Voorts vragen deze leden wat u verwacht van de
                  aanpak van het Portugese voorzitterschap wat betreft een spoedige overeenstemming
                  over het migratiepact.
               
Het Duitse Voorzitterschap zal voor de JBZ-raad een zogenaamd Voorzitterschapsrapport
                     opstellen met zijn weergave van de lopende discussies en knelpunten. Het Portugese
                     Voorzitterschap zal mede aan de hand van dit rapport de discussie voortzetten. Het
                     kabinet verwacht dat het daarbij gebruik zal maken van cijfermatige simulaties, zoals
                     ook door het Duitse Voorzitterschap is aanbevolen. Dit moet bijdragen aan meer inzicht
                     en de totstandkoming van een gezamenlijk begrip en inzicht over de werking van de
                     verschillende voorstellen. Het is op dit moment niet mogelijk om een concreet tijdspad
                     te benoemen. Zoals aangegeven in het BNC-fiche inzake de overkoepelende mededeling,
                     verwacht het kabinet dat overeenstemming op alle onderdelen, laat staan formele besluitvorming,
                     de nodige tijd zal kosten.2
                     
Het krachtenveld, zoals uiteengezet in het verslag van de informele bijeenkomst van
                        de Raad van Justitie en Binnenlandse Zaken van 13 november jl., is de afgelopen maand
                        niet wezenlijk veranderd. Zowel de zuidelijke als de oostelijke lidstaten zijn kritisch
                        zijn over het voorgestelde solidariteitsmechanisme, om geheel tegengestelde redenen.
Vanwege deze elementaire bezwaren pleiten deze beide groepen voor een volledige pakketbenadering.
                        Wat het kabinet betreft is dat niet nodig ten aanzien van de voorstellen die niet
                        onlosmakelijk verbonden zijn met de andere voorstellen. Nederland trekt met verschillende
                        lidstaten op. Het gaat hier met name om (andere) bestemmingslanden in Noordwest-Europa.
Hoe verwacht u dat de knelpunten in de discussie los getrokken gaan worden? Welke
                  pogingen heeft u zelf ondernomen en gaat u ondernemen om de discussie los te trekken?
               
Zoals geantwoord op eerdere vragen, hebben de discussies van de afgelopen weken duidelijk
                     gemaakt dat verschillende lidstaten en groepen lidstaten substantiële zorgen, vragen
                     en soms ook bezwaren hebben. De afgelopen periode hebben er verscheidene overleggen
                     plaatsgevonden met verschillende lidstaten, zowel op politiek als op ambtelijk niveau.
                     Namens Nederland is gewezen op de noodzaak om tot gezamenlijke Europese antwoorden
                     te komen op de uitdagingen die enerzijds alle lidstaten raken en anderzijds nationaal
                     niet of onvoldoende kunnen worden geadresseerd. Ook heeft Nederland met enkele andere
                     lidstaten een voorstel gesteund om uitgebreide cijfermatige simulaties te organiseren
                     om de werking van verschillende voorstellen duidelijk te krijgen. Dit moet bijdragen
                     aan een gezamenlijk beeld en eventuele onjuiste veronderstellingen wegnemen.
Naast een actieve inzet op de interne dimensie, heeft de Staatssecretaris, net als
                     andere leden van het kabinet, in gesprekken gepleit voor een intensieve en proactieve
                     inzet op de voorstellen inzake het externe migratiebeleid. Omdat het geen wetgevende
                     voorstellen betreft, kunnen deze snel worden opgepakt. De realisatie van brede partnerschappen
                     met landen van herkomst en transit, is noodzakelijk voor het structureel tegengaan
                     van irreguliere aankomsten naar de EU en het bevorderen van terugkeer. Afname van
                     de irreguliere migratiedruk en facilitering van terugkeer biedt ruimte voor compromissen
                     op de interne dimensie, waaronder de grensprocedure.
Overigens wijst het kabinet erop dat de voorstellen van de Commissie (pas) drie maanden
                     geleden zijn gepubliceerd en dat het op dit gevoelige en complexe dossier niet reëel
                     zou zijn om spoedig formele besluitvorming op (deel-)voorstellen te verwachten.
Schengenforum
Deelt u de stellingname van Eurocommissaris Johansson die tijdens het Schengen Forum
                  heeft verkondigd dat «interne controles binnen de Europese Unie terroristen en criminelen
                  niet zullen tegenhouden, maar vooral schade zullen toebrengen aan transport, handel
                  en toerisme»? Deelt u voorts de mening dat als alle EU-lidstaten zich goed houden
                  aan de implementatie en geldende afspraken over de geldende wet- en regelgeving wat
                  betreft de bescherming van de buitengrenzen, dit het meest effectief zal zijn in het
                  buitenhouden van kwaadwillenden? Zo nee, waarom niet?
               
Om de interne veiligheid te versterken is het van belang dat wordt ingezet op versterking,
                     bescherming en beveiliging van de buitengrenzen. In dat verband is het cruciaal dat
                     bij de controles aan de Europese buitengrenzen op grond van de huidige EU- regelgeving
                     een systematische (veiligheids-)check controle plaatsvindt met behulp van Europese
                     en nationale datasystemen en dat er adequate en tijdige informatie- uitwisseling plaatsvindt
                     tussen grens- en rechtshandhavingsautoriteiten. Dat helpt ook de operationele samenwerking
                     aan de binnengrenzen, naast de noodzakelijke informatie gestuurde grensoverschrijdende
                     samenwerking van rechtshandhavingsautoriteiten en andere partners binnen Schengen,
                     en inclusief specifieke, tijdelijke mobiele controles op bepaalde locaties aan de
                     binnengrenzen. Verder zullen de nieuwe screening- en grensprocedures zoals voorgesteld
                     door de Europese Commissie op 23 september jl., die onder andere voorzien in een veiligheidscheck
                     bij binnenkomst, ook bijdragen aan de versterking van de interne veiligheid. Daarnaast
                     is van belang dat de nieuwe en herziene informatiesystemen op het gebied van grensbewaking
                     en veiligheid (zoals het Entry Exit System, het herziene Schengen Informatie Systeem
                     en het Europees systeem voor reisinformatie en -autorisatie – ETIAS) en hun interoperabiliteit
                     spoedig, maar met oog voor de noodzakelijke kwaliteit, geïmplementeerd worden. Lidstaten
                     kunnen bij druk aan hun buitengrenzen ook rekenen op EU-ondersteuning, bijvoorbeeld
                     in de vorm van inzet van experts door de Europese agentschappen. Het herinvoeren van
                     binnengrenscontroles is een maatregel die alleen als ultimum remedium ingezet kan
                     worden als er sprake is van gevaar voor de openbare orde of nationale veiligheid van
                     het Schengengebied omdat deze maatregel een grote impact heeft op het vrij verkeer
                     van personen en goederen.
Frontex
De leden van de D66-fractie volgen met een kritische blik de ontwikkelingen rondom
                  Frontex. Als EU-agentschap heeft Frontex de internationale en Europese wet- en regelgeving
                  na te leven, en deze leden willen dan ook dat goed wordt uitgezocht of en zo ja welke
                  overtredingen Frontex heeft begaan, en hoe dit in de toekomst voorkomen gaat worden.
                  Hoe werd gereageerd op de uitspraak van Nederland tijdens de Frontex Management Board
                  dat een serieus onderzoek naar de incidenten bij Frontex noodzakelijk is? Bent u bereid
                  de Kamer te informeren wanneer het interne onderzoek door Frontex wordt gepubliceerd
                  en wat daarop de reactie is van de verschillende leden van het Management Board en
                  welke eventuele vervolgstappen genomen zullen worden? Hoe wordt het onderzoek dat
                  de Europese ombudsman doet naar de misstanden bij Frontex betrokken bij het geheel?
               
Het kabinet deelt het standpunt van de leden van de D66-fractie dat het van belang
                  is dat de signalen van de vermeende pushbacks naar behoren worden onderzocht. Dit
                  is tijdens de Management Board zowel door Frontex zelf, als door de Europese Commissie
                  en verschillende lidstaten (waaronder Nederland) gesteld en dit uitgangspunt wordt
                  dus ook breed binnen het Management Board gedragen. Er is een speciale sub-groep Fundamental Rights and Legal and Operational Aspects of Operations (FRaLO) opgericht om o.a. de berichten rondom pushbacks te onderzoeken. Zodra het
                  onderzoek afgerond is zullen de uitkomsten binnen het Management Board gepresenteerd
                  worden. Nederland zal ervoor pleiten deze onderzoeksresultaten openbaar te maken,
                  mocht dit niet al gebeuren. De Staatssecretaris zal de Kamer informeren over de uitkomsten
                  en eventuele vervolgstappen. Daarnaast voert ook de Europese Ombudsman zelfstandig
                  onderzoek uit, waarvan de nog te verwachte uitkomsten door de Staatssecretaris mee
                  zullen worden genomen in eventuele conclusies.
               
Zij constateren in de beantwoording van Kamervragen van het lid Groothuizen (2020D47985) dat u geen aanleiding ziet om te stellen dat de Europese migratieagentschappen in
                  het algemeen en Frontex in het bijzonder onvoldoende geëquipeerd zouden zijn om misstanden
                  te signaleren of maatregelen te nemen. Hoe verklaart u dan de ontstane situatie, waarin
                  uit onderzoek van meerdere journalistieke platformen blijkt dat wel degelijk sprake
                  lijkt te zijn van mensenrechtenschending (ook in andere lidstaten zoals Bulgarije,
                  Kroatië en Hongarije), en dat pas na stevig aandringen inzake Frontex besloten is
                  een intern onderzoek te doen naar de meldingen? Hoe kunt u op basis daarvan concluderen
                  dat de geldende procedures voldoende effectief zijn?
               
Het kabinet wacht de onderzoeken waar in bovenstaand antwoord aan wordt gerefereerd
                     af en zal dan ook beoordelen of en welke maatregelen er nodig zijn.
Hoe reflecteert u op de hoorzitting van de directeur van Frontex, Mr. Leggeri in het
                  EP? Wat vindt u in het bijzonder van zijn lezing dat de Europese regelgeving ruimte
                  zou laten voor interpretatie wanneer een situatie niet wordt gekwalificeerd als «een
                  redding op zee» maar een reguliere interceptie, waardoor een boot gedwongen kan worden
                  van koers te veranderen? Deelt u de mening dat dit geen argument mag zijn voor het
                  schenden van mensenrechten, bijvoorbeeld door het uitvoeren van pushbacks? In hoeverre
                  is er niet teveel ruimte in de regelgeving om een situatie niet te kwalificeren als
                  «redding op zee», waardoor een mogelijkheid ontstaat om migranten op zee makkelijker
                  terug te sturen richting niet-Europese wateren? Voorts vragen voornoemde leden hoe
                  u aankijkt tegen de rol van Frontex in zogeheten hybride dreigingen, waar het enerzijds
                  gaat om grensbewaking en het tegelijkertijd beschermen en respecteren van mensenrechten,
                  en anderzijds om de waarborging van de nationale veiligheid. Hoe wordt gewaarborgd
                  dat hier een juiste balans in wordt gevonden, waar het respecteren van mensenrechten
                  niet het onderspit zal delven?
               
De Staatssecretaris heeft kennisgenomen van de hoorzitting van de heer Leggeri in
                     het Europees Parlement. De eerdergenoemde onderzoeken van Frontex, en de Europese
                     Ombudsman, alsook die van Griekenland zelf, zullen duidelijkheid moeten bieden omtrent
                     de vermeende pushbacks. Daarnaast onderzoekt de eerdergenoemde sub-groep ook de interpretatie
                     van het juridisch kader omtrent maritieme operationele activiteiten. Conform Verordening
                     656/2014 is een van de mogelijkheden dat wanneer een schip wordt aangetroffen waarvan
                     vermoedens bestaan dat het schip betrokken is bij smokkel van migranten, dit schip
                     gedwongen wordt van koers te veranderen. Hierbij moet de verplichting in acht worden
                     genomen om bijstand te verlenen aan vaartuigen of personen die op zee in nood verkeren.
                     In geval van nood prevaleert een redding op zee boven reguliere interceptie. Vooropgesteld
                     staat dat het kabinet vanzelfsprekend iedere vorm van schending van mensenrechten
                     sterk afkeurt, ook bij het tegengaan van de zogenoemde «hybride dreigingen». Frontex
                     speelt een belangrijke rol binnen de Europese Unie op het gebied van grensbewaking.
                     De juridische basis voor het opereren van Frontex is vastgelegd in de Europese Grens-
                     en Kustwacht Verordening3, waaraan Frontex zich vanzelfsprekend dient te houden, evenals aan algemeen geldende
                     Europese en internationale wet- en regelgeving. Daarnaast volgen uit deze Verordening
                     ook de aanstelling van de Fundamental Rights Officer en de Fundamental Rights Monitors die in de monitoring van het naleven van mensenrechten een belangrijke rol spelen.
                     Bij het uitvoeren van grensbewaking zouden fundamentele rechten nooit in het geding
                     mogen komen.
De leden van de D66-fractie vragen voorts op dit punt of u kunt reageren op de conclusies
                  van het onderzoek van het EU-agentschap voor fundamentele rechten, dat stelt dat aan
                  de Europese buitengrenzen structurele schendingen van mensenrechten van migranten
                  plaatsvinden. Wat gaat Nederland, eventueel in Europees verband, doen met de conclusies
                  van dit rapport? Hoe worden deze conclusies meegenomen bij het al lopende interne
                  onderzoek dat wordt uitgevoerd door Frontex? Hoe zult u de conclusies meenemen in
                  de onderhandelingen over het nieuwe migratiepact? Welke lessen trekt u hieruit? Deelt
                  u de mening dat dit rapport aantoont dat er echt voldoende aandacht moet zijn voor
                  het waarborgen van mensenrechten bij de procedures aan de grens, ook bij de onderhandelingen
                  van het nieuwe migratiepact, bijvoorbeeld wanneer het aankomt op detentie, het proces
                  tijdens de screeningprocedure en de toegang tot juridische en medische hulp? Zo nee,
                  waarom niet?
               
Het kabinet is bekend met het literatuuronderzoek van het EU-agentschap voor fundamentele
                     rechten (FRA). Het kabinet wacht de uitkomsten van de lopende onderzoeken van Frontex,
                     Griekenland en de Europese ombudsman af en kan hierop niet vooruit lopen. Wel sluit
                     het kabinet zich in beginsel aan bij de aanbevelingen die worden gedaan in het rapport,
                     waaronder dat er voldoende aandacht moet zijn voor het waarborgen van mensenrechten
                     in de asielprocedure. Het kabinet staat dan ook positief tegenover het voorstel van
                     de Europese Commissie, als onderdeel van de EU migratievoorstellen, dat de FRA een
                     grotere rol krijgt bij het waarborgen van grondrechten aan de grens.
Griekse eilanden
De leden van de D66-fractie vragen of het inmiddels is gelukt het tweede tehuis te
                     realiseren, als onderdeel van de Grieks-Nederlandse samenwerking, voor alleenstaande
                     minderjarige vreemdelingen (AMV’s) op het Griekse vaste land. Wat is de laatste stand
                     van zaken? Hoe staat het met het overbrengen van honderd kwetsbaren naar Nederland?
                     Wanneer verwacht u dat deze mensen zullen aankomen? Wordt de prognose dat dit rond
                     Kerst zou zijn, gehaald? Zo nee, waarom niet? Voorts vragen deze leden of u nog met
                     Duitsland heeft gesproken over hun aanpak. Zo ja, kan Nederland daar nog wat van leren?
                     Hoeveel AMV’s en andere kwetsbaren hebben andere lidstaten naar aanleiding van eerdere
                     afspraken en toezeggingen inmiddels vanuit de Griekse eilanden overgebracht naar hun
                     eigen land?
                  
De leden van de D66-fractie maken zich zorgen als zij kijken naar de erbarmelijke
                     omstandigheden in het tijdelijke vluchtelingenkamp op Lesbos dat is opgebouwd na de
                     brand in vluchtelingenkamp Moria. Met de winter op komst en recente berichtgeving
                     over mogelijk loodvergiftigingen in het tijdelijke kamp wordt de situatie nog nijpender.
                     Hoe staat het met de taskforce die door de EC is ingesteld om de situatie te verbeteren?
                     Hoe wordt het kamp winterklaar gemaakt? Op welke manier helpt Nederland de situatie
                     in het kamp te verbeteren?
                  
In aanvulling op de toelichting in de brief van 24 november jl.4 kan de Staatssecretaris uw Kamer informeren dat de tweede opvanglocatie voor amv,
                     geschikt voor 16 jongens, in de eerste week van december is opgeleverd. Op 4 december
                     is de eerste groep van 10 jongens verwelkomt. Per 11 december zijn ook de overige
                     jongens gearriveerd waarmee alle 16 plekken in gebruik zijn. Op korte termijn wordt
                     uw Kamer door de Staatssecretaris nader geïnformeerd over de voortgang van het samenwerkingsverband
                     met Griekenland.
In lijn met de motie Voordewind c.s.5 wordt alles op alles gezet om te zorgen dat het gedane herplaatsingsaanbod zo snel
                     mogelijk wordt gerealiseerd. De eerste ca. 50 kwetsbare personen worden vanaf volgende
                     week in Nederland verwacht. Op zeer korte termijn zal de Staatssecretaris uw Kamer
                     nader en meer uitgebreid infomeren over de voortgang. Met betrekking tot de verzochte
                     informatie over de Duitse inzet en ervaringen, verwijst de Staatssecretaris kortheidshalve
                     naar de brief van 24 november jl.6
                     
Volgens recente cijfers van de Europese Commissie zijn momenteel circa 1.600 personen
                     vanuit Griekenland herplaatst, waarvan circa 460 alleenstaande minderjarige vreemdelingen.
                     Dit betreft voornamelijk herplaatsingen als gevolg van eerdere toezeggingen van lidstaten
                     in reactie op het verzoek van Griekenland van september 2019.
De EU-taskforce die is opgericht ten behoeve van de wederopbouw van de faciliteiten
                     op Lesbos is operationeel. Recent is een Memorandum of Understanding (MoU) terzake ondertekend door de betrokken partijen.7 Recent heeft een expertmissie, waarvan ook een bouwkundige van het COA deel uitmaakte,
                     Lesbos bezocht om een zo optimaal mogelijke locatie te identificeren. Het is het streven
                     van de Europese Commissie om voor het eind van 2020 de locatie te hebben vastgesteld.
In het huidige opvangkamp op Lesbos worden verschillende maatregelen genomen om de
                     opvang verder winterklaar te maken. Zo zijn alle tenten winterklaar gemaakt, wordt
                     gewerkt aan additionele douches met warm water, is elektriciteit (ruimer) aanwezig
                     en komt ook (meer) elektrische verwarming beschikbaar. Ook worden medische faciliteiten
                     ingericht, waarvoor ook de Nederlandse hospitainer zal worden ingezet, zodra deze met Nederlandse financiering is hersteld.
Over de inzet en bijdragen van het kabinet in Griekenland is de Kamer meermaals geïnformeerd.
                        Momenteel zijn twee Nederlandse experts gedetacheerd bij de Europese Commissie als
                        hotspot adviseur op de Griekse eilanden. Deze experts ondersteunen de Griekse autoriteiten
                        met het doorvoeren van verbeteringen in de opvangkampen.
Daarnaast is een Nederlandse expert van het COA aangesloten bij de EU-taskforce en
                        is zoals hierboven gemeld een medewerker van het COA betrokken bij de expertmissies
                        van de taskforce die de locaties voor de bouw van de opvang op Lesbos onderzoekt.
Verder levert Nederland middelen en financiering om de situatie op Lesbos te verbeteren.
                        De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft naar aanleiding
                        van de uitzonderlijke situatie die is ontstaan als gevolg van de branden op Lesbos
                        EUR 1 mln. beschikbaar gesteld. Dit zal door Unicef o.a. worden gebruikt om de situatie
                        van minderjarigen op Lesbos te verbeteren.
5. Vragen en opmerkingen vanuit de GroenLinks-fractie
               
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat het vaak voorkomt dat bewindspersonen
                  nog geen gedetailleerde appreciatie kunnen geven van de agendapunten, omdat vanuit
                  het voorzitterschap nog geen stukken beschikbaar zijn gesteld op het moment van verzending
                  van de geannoteerde agenda. Zij vragen of het mogelijk is dat binnen de JBZ-raad,
                  en mogelijk ook andere raden, nadere afspraken worden gemaakt over het tijdig verstrekken
                  van voor de agenda relevante documenten, zodat deze ook een rol kunnen hebben in de
                  afstemming tussen regeringen en nationale parlementen.
               
Ook het kabinet acht het wenselijk dat stukken ter voorbereiding op bijeenkomsten
                     in Brussel tijdig verzonden worden aan de lidstaten. Het kabinet heeft hier al verschillende
                     keren aandacht voor gevraagd in aanloop naar de verschillende JBZ-raden. Alhoewel
                     het kabinet de lastige positie van de voorzitter erkent, waarbij het zorgvuldig moet
                     balanceren tussen de verschillende posities van de lidstaten, zal het kabinet nogmaals
                     de noodzaak van het tijdig verspreiden van stukken onder de aandacht brengen bij het
                     voorzitterschap. Overigens zij opgemerkt dat in onderhavig geval de betreffende stukken
                     noch de besprekingen in de JBZ-Raad de Nederlandse regering op enigerlei wijze binden.
De geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 14 december 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 663)
De leden van de GroenLinks-fractie zijn bezorgd over het feit dat u in de geannoteerde
                  agenda meldt dat het Duitse voorzitterschap zal inzetten op een voortgangsrapportage
                  in plaats van besluitvorming, omdat besluitvorming reeds niet meer haalbaar lijkt.
                  Het heeft er in de ogen van deze leden dan ook de schijn van dat ook, ondanks het
                  gepresenteerde migratiepact van de EC, de discussie over een beter gemeenschappelijk
                  Europees asielstelsel weer in de al jarenlang voortdurende impasse wegzakt. Voornoemde
                  leden vragen of dit nieuwe gebrek aan perspectief nu eindelijk aanleiding is voor
                  u een coalitie van welwillende landen te smeden, om met deze landen aan solidariteitsmechanismen
                  te werken waar onwelwillende landen zich later bij aan kunnen sluiten.
               
Met de leden van de GroenLinks-fractie had het kabinet graag gezien dat meer voortgang
                     zou zijn geboekt en overeenstemming zou zijn bereikt over de belangrijkste uitgangspunten.
                     Daarbij wijst het kabinet er wel op dat de voorstellen van de Commissie (pas) drie
                     maanden geleden zijn gepubliceerd en dat het niet reëel zou zijn om spoedig formele
                     besluitvorming op (deel-)voorstellen te verwachten. De discussies van afgelopen weken
                     hebben bovendien duidelijk gemaakt dat verschillende lidstaten, of groepen lidstaten,
                     verschillende zorgen en bezwaren hebben. Inzet van het kabinet blijft gericht op een
                     gezamenlijke Europese oplossing. Daarbij werkt het kabinet, zoals in Europese trajecten
                     gebruikelijk is, nauw samen met gelijkgezinde lidstaten. Het kabinet acht het niet
                     wenselijk om, zoals wordt voorgesteld, te werken aan een solidariteitsmechanisme in
                     een kleiner gezelschap van «welwillende» lidstaten om «onwelwillende» lidstaten te
                     omzeilen. Dat zou de totstandkoming van één Europees solidariteitsmechanisme ondermijnen
                     en «free-riding» faciliteren. Bovendien zouden hiermee de lasten van herplaatsing
                     voor individuele Lidstaten toenemen terwijl het de druk op lidstaten van eerste aankomst
                     om serieus werk te maken van de versterking van de buitengrenzen en hun eigen asiel-
                     en migratiesystemen zou verminderen. Daarmee zou ook de doelstelling van het kabinet
                     om secundaire migratie tegen te gaan evenmin worden gerealiseerd.
Schendingen mensenrechten aan buitengrenzen
De leden van de GroenLinks-fractie zijn onthutst over de aanhoudende schendingen van
                  mensenrechten aan de Europese grenzen. Deze leden wijzen op een recent rapport van
                  het EU- Agentschap voor Fundamentele Rechten (FRA), waarin de conclusie wordt getrokken
                  dat deze schendingen structureel zijn. Wilt u dit rapport bij uw collega’s onder de
                  aandacht brengen, en bent u bereid voor een van de lidstaten onafhankelijke monitoring
                  van de mensenrechtensituatie aan de EU-grenzen te pleiten. In dit kader vragen zij
                  ook aandacht voor de door diverse media geverifieerde illegale pushbacks van migrantenboten
                  door de Griekse autoriteiten. Deze leden vragen hoeveel bewijs u nog nodig acht om
                  tot de conclusie over te gaan dat Griekenland inderdaad illegale pushbacks uitvoert,
                  ook als de Griekse overheid dit ontkent.
               
Momenteel worden naar de vermeende pushbacks meerdere onderzoeken uitgevoerd, namelijk
                     door Frontex, Griekenland en de Europese Ombudsman. Deze onderzoeken worden afgewacht
                     en zullen gepast kritisch worden beschouwd. De uitkomsten van de verschillende onderzoeken
                     zullen naar verwachting voldoende inzicht bieden. Het literatuuronderzoek van het
                     EU-agentschap voor fundamentele rechten (FRA) zal daar ook aan bijdragen. Gelet op
                     het handelen van Commissaris Johansson en de reacties van meerdere andere lidstaten
                     naar aanleiding van de eerste berichtgeving over vermeende pushbacks acht de Staatssecretaris
                     het niet nodig om de recente publicatie van het FRA nog eens extra onder de aandacht
                     te brengen tijdens de JBZ-raad.
Kan worden onderbouwd waarom u de interne controlemechanismen van Frontex op mogelijke
                  schendingen van het (internationaal) recht adequaat acht, mede gelet op het feit dat
                  Der Spiegel meldt dat meldingen in de praktijk niet worden doorgegeven binnen de organisatie
                  om de betrokken lidstaat in kwestie, in casu Griekenland, niet voor het hoofd te stoten.
               
Zoals bij de vorige vraag is gemeld lopen er momenteel verschillende onderzoeken,
                     waaronder een intern onderzoek bij Frontex, die eerst afgewacht moeten worden voordat
                     eventuele conclusies worden getrokken.
Ook bij incidenten in het verleden zijn de onderzoeksconclusies door Frontex opgevolgd.
                     Hiervoor zijn speciale procedures binnen de Frontex-organisatie ingericht, conform
                     de EGKW- Verordening. Waar nodig zijn toen maatregelen getroffen, en die verwachting
                     is er nu ook.
De leden van de GroenLinks-fractie begrijpen dat inmiddels een extra vergadering van
                  het Frontex Management Board en Eurocommissaris Johansson heeft plaatsgevonden over
                  deze kwestie, maar dat hiervan geen verslag openbaar is gemaakt. Zij vragen of u kunt
                  aandringen op het openbaar maken van dit verslag.
               
Na de genoemde speciale Frontex Management Board vergadering over de vermeende pushback
                     incidenten is een terugkoppeling van de voorzitter van de Management Board gepubliceerd
                     op de website van Frontex, waarin de belangrijkste uitkomsten van deze vergadering
                     zijn terug te lezen.
Deelt u de mening van Frontex-directeur Leggeri dat het hier niet om illegale pushbacks
                  gaat, omdat de Griekse autoriteiten het niet als reddingsoperaties maar «reguliere
                  interceptie» hebben geregistreerd? Zo ja, dan vragen de leden van de GroenLinks-fractie
                  of dit dan niet betekent dat de internationaalrechtelijke reddingsplicht op zee de
                  facto wordt uitgehold, omdat niemand daar aan hoeft te voldoen zolang zij registreren
                  dat het om reguliere interceptie gaat.
               
Kortheidshalve wordt verwezen naar de beantwoording van vergelijkbare vragen van de
                     leden van de D66-fractie.
Deze leden constateren dat meerdere leden van het EP twijfel hebben uitgesproken over
                  hun vertrouwen in Frontex-directeur Leggeri. Voornoemde leden vragen of u nog wel
                  vertrouwen houdt in Leggeri, en zo ja, waar u dat vertrouwen op baseert.
               
Kortheidshalve wordt verwezen naar de eerdere beantwoording. De uitkomsten van de
                     verschillende onderzoeken moeten eerst worden afgewacht. Het is niet zorgvuldig om
                     hierop vooruit te lopen.
Het Schengenforum
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat wordt gesproken over het versterken
                  van de Schengenzone. Zij vragen welke concrete voorstellen ter tafel liggen, en welke
                  daarvan door Nederland worden ondersteund, of ter tafel zijn gebracht.
               
Op dit moment liggen nog geen concrete voorstellen op tafel. De komende periode zullen
                     verschillende thematische expert-bijeenkomsten plaatsvinden die naar verwachting als
                     input zullen dienen voor achtereenvolgens een vervolgbijeenkomst en de door de Europese
                     Commissie aangekondigde Strategie voor de Toekomst van Schengen. Deze Strategie wordt
                     in het eerste kwartaal van 2021 verwacht. Ten aanzien van de inzet namens Nederland,
                     wordt kortheidshalve verwezen naar de beantwoording van vergelijkbare vragen van de
                     leden van de CDA-fractie.
Zij vragen specifiek naar de Nederlandse inzet ten aanzien van striktere grenscontroles.
                  Kunt u aantonen dat strengere grenscontroles bij kunnen dragen aan het beter reguleren
                  van migratie en het voorkomen van terrorisme, aangezien u hier nog geen feitelijke
                  onderbouwing van hebt kunnen laten zien? Kunt u, voordat u akkoord gaat met mogelijkheden
                  voor aangescherpte grenscontroles, de economische en maatschappelijke effecten hiervan
                  in kaart brengen?
               
Kortheidshalve wordt verwezen naar de beantwoording van vergelijkbare vragen van de
                     leden van de CDA- en D66-fracties.
Verslag van de informele JBZ-raad van 8–9 oktober 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 639)
De leden van de GroenLinks-fractie lezen in het verslag dat u, mede op verzoek van
                  het lid Van Ojik, aandacht heeft gevraagd voor de implementatie van de aangekondigde
                  Taskforce voor het verbeteren van de opvangsituatie op de Griekse eilanden. Deze leden
                  danken u hiervoor. Zij vragen of de aangekondigde brief over het verdere proces van
                  de taskforce inmiddels is verzonden, en zo ja, wat de inhoud is van deze brief. Is
                  de Taskforce inmiddels operationeel en wanneer kunnen de eerste resultaten worden
                  verwacht? Indien de Taskforce nog niet operationeel is, vragen voornoemde leden op
                  welke termijn u verwacht dat dit het geval zal zijn. Bent u bereid op de aanstaande
                  JBZ-raad met klem te verzoeken dat de Taskforce zo snel mogelijk aan de slag zal gaan
                  met het winterbestendig maken van de opvang op de Griekse eilanden, zolang daar nog
                  asielzoekers verblijven. De aan het woord zijnde leden vragen of u wilt bepleiten
                  dat mensen op de Griekse eilanden de komende weken minstens toegang moeten hebben
                  tot voedsel, sanitair, een verwarmde leefomgeving en zorg.
               
Het kabinet pleit doorlopend voor het verbeteren van de opvangsituatie op de Griekse
                     eilanden en de Griekse autoriteiten maken hier ook serieus werk van. Tijdens de vorige
                     JBZ-raad heeft de Staatssecretaris specifiek hiervooraandacht gevraagd. Op basis van
                     de inspanning van de Commissie en vooral de Griekse autoriteiten, wordt het niet opportuun
                     geacht om deze oproep nogmaals te herhalen. Alle partijen zijn doordrongen van de
                     urgentie, getuige ook hun inzet.
De EU Taskforce ten behoeve van de wederopbouw van de faciliteiten op Lesbos is operationeel.
                        Op 3 december heeft de Europese Commissie een persbericht gepubliceerd met de laatste
                        stand van zaken omtrent de EU Taskforce.8 In het persbericht wordt gemeld dat het Memorandum of Understanding (MoU) hieromtrent
                        is ondertekend.
Onlangs heeft een expertmissie, in samenwerking met de Griekse autoriteiten, verschillende
                        locaties onderzocht voor de bouw van de nieuwe opvangvoorzieningen. Het is het streven
                        van de Europese Commissie om nog voor de jaarwisseling een locatie te hebben bepaald.
                        De Taskforce wil de nieuwe opvanglocatie op Lesbos in september 2021 gereed hebben.
Verslag van de informele JBZ-Raad van 13 november 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 660)
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of u inmiddels kunt aangeven of het gaat
                  lukken de toegezegde herplaatsing van honderd kinderen van de Griekse eilanden naar
                  Nederland voor de kerst te realiseren. Deze leden vragen of inmiddels al kinderen
                  zijn herplaatst.
               
Kortheidshalve verwijst de Staatssecretaris naar haar brief van 24 november jl.9 en het debat over de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. In
                     lijn met de motie Voordewind c.s.10 wordt alles op alles gezet om te zorgen dat het gedane herplaatsingsaanbod zo snel
                     mogelijk wordt gerealiseerd. De eerste ca. 50 kwetsbare personen worden vanaf volgende
                     week in Nederland verwacht. Op zeer korte termijn zal de Staatssecretaris uw Kamer
                     nader en meer uitgebreid infomeren over de voortgang.
6. Vragen en opmerkingen vanuit de SP-fractie
               
De geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 14 december 2020 (Kamerstuk
                     32 317, nr. 663)
De leden van de SP-fractie constateren dat tijdens deze JBZ-raad vooralsnog geen besluiten
                  worden genomen. Oorzaak is een impasse tussen drie verschillende «kampen», globaal
                  de landen uit het noorden, het oosten en het zuiden. Wat is ondernomen door de EC
                  om deze impasse te doorbreken? Waarom is dit niet gelukt? Welke stappen moeten worden
                  gezet om uiteindelijk toch een Europees asiel- en migratiepact te kunnen sluiten?
                  Wat wordt de inzet van Nederland het eerste kwartaal van 2021? Op welke termijn verwacht
                  u daadwerkelijke besluiten?
               
Kortheidshalve wordt verwezen naar de beantwoording van vergelijkbare vragen van onder
                     andere de leden van de CDA-fractie. Het is op dit moment niet mogelijk om een concreet
                     tijdspad te noemen. Zoals aangegeven in het BNC-fiche inzake de overkoepelende mededeling,
                     verwacht het kabinet at de behandeling van deze voorstellen de nodige tijd zal kosten.11 De inzet van het kabinet blijft vooralsnog ongewijzigd. Met belangstelling wordt
                     gekeken naar de aanpak van het inkomende Portugese Voorzitterschap.
Verslag van de informele JBZ-Raad van 13 november 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 660) d.d. 23–11-2020
Uit het verslag van de JBZ-raad van 13 november 2020 blijkt dat vooral de zuidelijke
                  landen veel vragen hebben over het voorgestelde solidariteitsmechanisme. Wat is uw
                  oordeel over de argumenten van de zuidelijke lidstaten? Klopt het dat zij geen grootschalige
                  opvanglocaties op hun grondgebied willen, maar vooral heil zien in relocatie? Met
                  welk pressiemiddel gaat de EC ervoor zorgen dat de zuidelijke staten akkoord gaan
                  met opvanglocaties aan hun buitengrenzen?
               
Kortheidshalve wordt verwezen naar de beantwoording van vergelijkbare vragen van de
                     leden van de CDA-fractie. Daarnaast wijst het kabinet erop dat het nu aan de lidstaten
                     is om binnen de Raad tot een gezamenlijke positie te komen. De Europese Commissie
                     heeft na publicatie van haar voorstellen geen formele rol tijdens de onderhandelingen,
                     anders dan dat het de voorstellen desgewenst toelicht.
Frontex
De leden van de SP-ractie leden zijn not amused over de recente onthullingen over
                  Frontex. Pushbacks en het schenden van mensenrechten zijn onacceptabel. Hoe kijkt
                  u naar de laatste onthullingen? Gaat u tijdens de JBZ-raad meedelen dat Frontex zich
                  aan Europese afspraken moet houden? Komt er een grondig onafhankelijk onderzoek om
                  alle mist hierover weg te nemen?
               
Het kabinet deelt het standpunt van de SP dat het schenden van mensenrechten onacceptabel
                     is. Daarom heeft Nederland voorafgaand en tijdens de speciale Management Board van
                     Frontex over de vermeende pushbacks ook het belang van grondig onderzoek benadrukt.
                     Het is dus op dit moment niet opportuun dit ook nog tijdens de JBZ-raad aan te kaarten.
                     Belangrijk is dat eerst de uitkomsten van de lopende onderzoeken worden afgewacht.
                     Frontex voert momenteel een intern onderzoek uit naar de vermeende pushbacks en heeft
                     tevens Griekenland verzocht een onderzoek uit te voeren. Daarnaast voert ook de Europese
                     Ombudsman een onderzoek uit.
Moria
Afsluitend vragen de leden van de SP-fractie aandacht voor de situatie aan de Europese
                  buitengrenzen. Beelden van het nieuwe kamp op Lesbos zijn schrijnend. Wat onderneemt
                  u om te voorkomen dat de mensen de komende maanden in een koude tent moeten doorbrengen?
                  Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat duizenden mensen in Europa een koude
                  winter tegemoet gaan omdat de EU er niet in slaagt mensen een veilig dak boven hun
                  hoofd te bieden? Gaat u de schrijnende situatie tijdens de JBZ-raad aan de orde stellen?
               
Het kabinet pleit doorlopend voor het verbeteren van de migratiesituatie aldaar en
                     de Griekse autoriteiten maken hier ook serieus werk van. Tijdens de vorige JBZ-raad
                     heeft de Staatssecretaris hier ook specifiek aandacht voor gevraagd. Op basis van
                     de inspanning van de Commissie en vooral de Griekse autoriteiten, wordt het niet opportuun
                     geacht om deze oproep nogmaals te herhalen. Alle partijen zijn doordrongen van de
                     urgentie, getuige ook hun inzet.
In het huidige opvangkamp in Lesbos worden verschillende maatregelen genomen om de
                  opvang verder winterklaar te maken. Zo zijn alle tenten winterklaar gemaakt, wordt
                  gewerkt aan additionele douches met warm water, is elektriciteit (ruimer) aanwezigen
                  komt ook (meer) elektrische verwarming beschikbaar. Daarnaast worden medische faciliteiten
                  ingericht, waarvoor ook de Nederlandse hospitainer zal worden ingezet, zodra deze met Nederlandse financiering is hersteld.
               
Wat is de laatste stand van zaken rond uw eigen plannen? Hoeveel mensen en hoeveel
                  kinderen zijn al naar Nederland gehaald in verband met de Moria-deal? Gaat het lukken
                  voor de kerst de toegezegde honderd mensen op te halen? Bent u bereid de inzet te
                  verhogen? Zo nee, waarom niet?
               
In lijn met de motie Voordewind c.s.12 wordt alles op alles gezet om te zorgen dat het gedane herplaatsingsaanbod zo snel
                     mogelijk wordt gerealiseerd. De eerste ca. 50 kwetsbare personen worden vanaf volgende
                     week in Nederland verwacht. Op zeer korte termijn zal de Staatssecretaris uw Kamer
                     nader en meer uitgebreid infomeren over voortgang. Met betrekking tot de verzochte
                     informatie over de Duitse inzet en ervaringen, verwijst de Staatssecretaris kortheidshalve
                     naar de brief van 24 november jl.13 Het kabinet is niet voornemens om het herplaatsingsaanbod van 100 kwetsbare personen
                     te verhogen.
Hoeveel kinderen zijn al opgevangen op het Griekse vasteland in de drie opvanghuizen?
                  Wat is de exacte stand van zaken rond dat plan?
               
In aanvulling op de toelichting in de brief van 24 november jl.14 kan de Staatssecretaris uw Kamer informeren dat de tweede opvanglocatie voor amv,
                     geschikt voor 16 jongens, in de eerste week van december is opgeleverd. Op 4 december
                     is de eerste groep van 10 jongens verwelkomt. Per 11 december zijn ook de overige
                     jongens gearriveerd, waarmee alle 16 plekken in gebruik zijn. In totaal is een dertigtal
                     kinderen opgevangen in de eerste twee opgeleverde opvanghuizen. Op korte termijn wordt
                     uw Kamer door de Staatssecretaris nader geïnformeerd over de voortgang van het samenwerkingsverband
                     met Griekenland.
7. Vragen en opmerkingen vanuit de ChristenUnie-fractie
               
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda
                  van de aanstaande JBZ-Raad met betrekking tot de onderwerpen asiel en migratie. Zij
                  hebben daarover enkele vragen en opmerkingen.
               
De geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 14 december 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 663)
Het lang verwachte voorstel voor een migratiepact is het resultaat van veel consultaties.
                  Toch blijkt dat er nog veel onenigheid is onder de EU-lidstaten. Natuurlijk is dit
                  de fase waarin bezwaren ingebracht worden. Deelt u niettemin de mening dat ook Nederland
                  tot compromissen bereid zal moeten zijn, met name om de belasting van de grenslanden
                  af te laten nemen en ook de onhoudbare situatie zoals op de Griekse eilanden op te
                  lossen?
               
Zoals door de leden van de ChristenUnie-fractie wordt aangegeven, hebben de afgelopen
                     drie maanden vooral in het teken gestaan van de duiding van de Commissievoorstellen
                     van 23 september jl. Het kabinet heeft begrip voor de oproep van zuidelijke lidstaten
                     om te komen tot een voorspelbaar en verplichtend solidariteitsmechanisme. Daarbij
                     hecht het kabinet de voorwaarde dat solidariteit hand in hand gaat met het nemen van
                     (meer) verantwoordelijkheid door lidstaten voor de versterking van de EU buitengrenzen
                     en de nationale asiel- en migratiesystemen. Het is aan het inkomende Portugese Voorzitterschap
                     om de belangen van de lidstaten zodanig met elkaar te verzoenen dat de inhoudelijke
                     behandeling van de Commissie voorstellen kan aanvangen.
Verslag van de informele JBZ-raden van 8–9 oktober en 13 november 2020
Hoe beoordeelt u de vrees van de grenslanden dat de buitengrensprocedure tot een grote
                  belasting voor hun asielsystemen gaat leiden? Valt inderdaad te verwachten dat situaties
                  als op Lesbos toe zullen nemen?
               
Tot de belangrijkste oorzaken van de huidige problemen in de opvangkampen in de lidstaten
                        aan de grenzen van de EU, behoren de tekortschietende procedures, zowel voor screening,
                        registratie, asiel als terugkeer. Kampen als Moria ontstaan niet door een screening-
                        of grensprocedure, maar juist door het ontbreken ervan. De plannen van de commissie
                        bieden perspectief op beter gestroomlijnde procedures, van screening bij aankomst
                        tot terugkeer in geval asielzoekers geen recht hebben op bescherming.
Daarnaast voorzien de voorstellen van de Commissie in meer en hechtere samenwerking
                        met landen van transit en herkomst. Een efficiëntere terugkeerprocedure en betere
                        terugkeersamenwerking met derde landen, zal ook leiden tot een betere doorstroming
                        in de grensprocedure.
Frontex
Er is inmiddels een hoorzitting geweest met de directeur van Frontex over de betrokkenheid
                  van Frontex bij pushbacks. Vindt u zijn verklaringen afdoende? Bent u bereid aan te
                  dringen op een onafhankelijk onderzoek hiernaar?
               
Frontex voert momenteel intern een onderzoek uit en heeft daarnaast Griekenland gevraagd
                     een onderzoek uit te voeren naar de vermeende pushbacks. Ook de Europese Ombudsman
                     voert een onderzoek uit naar de incidenten. De zorgvuldigheid gebiedt de uitkomsten
                     van deze nog lopende onderzoeken af te wachten.
Moria
Hoe staat het met de honderd kwetsbare vluchtelingen die uit kamp Moria overgebracht
                  zullen worden naar Nederland? Als dit niet voor de kerst lukt, wanneer verwacht u
                  dat deze operatie uiterlijk voltooid zal zijn? Wat vindt u een acceptabele termijn?
                  Ook zouden deze leden willen weten hoe het staat met de overbrenging van minderjarige
                  asielzoekers van de eilanden naar het Griekse vaste land? Zijn de opvanghuizen allemaal
                  in gereedheid en gevuld? De Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
                  zei afgelopen week dat het nieuwe kamp Moria ruimer en gestructureerder is opgezet.
                  Bent u van mening dat de situatie daar nu beter is dan in het vorige kamp? Kent u
                  de berichten over vergiftigde grond waar het nieuwe kamp op gebouwd zou zijn? Bent
                  u bereid hierover opheldering te vragen en in de JBZ- Raad aan te dringen op structurele
                  verbetering van de situatie?
               
In lijn met de motie Voordewind c.s.15 wordt alles op alles gezet om te zorgen dat het gedane herplaatsingsaanbod zo snel
                     mogelijk wordt gerealiseerd. De eerste ca. 50 kwetsbare personen worden vanaf volgende
                     week in Nederland verwacht. Op zeer korte termijn zal de Staatssecretaris uw Kamer
                     nader en meer uitgebreid infomeren over voortgang.
Met betrekking tot de vragen over het Grieks-Nederlandse samenwerkingsverband wordt
                     kortheidshalve verwezen naar de beantwoording op de vragen van SP.
De Staatssecretaris sluit zich aan bij de uitspraken van de Minister voor Buitenlandse
                  Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Het nieuwe kamp is ruimer en meer gestructureerd
                  opgezet dan Moria. Het kamp is schoner en alle bewoners hebben onderdak. Het kamp
                  is een stuk veiliger omdat permanent meer politie aanwezig is. Ook de voedseldistributie
                  verloopt goed. Daarnaast worden medische faciliteiten ingericht, waarvoor ook de Nederlandse
                  hospitainer zal worden ingezet, zodra deze met Nederlandse financiering is hersteld. Tevens worden
                  maatregelen genomen om de opvang winterklaar te maken. Het kabinet is bekend met de
                  berichten over de vergiftigde grond waarop het nieuwe kamp gebouwd zou zijn. De Griekse
                  autoriteiten hebben geen aanwijzingen gevonden dat de grond onder het nieuwe opvangkamp
                  met lood is vergiftigd. Bovenstaande neemt niet weg dat ook in het nieuwe opvangkamp
                  de opvangomstandigheden nog niet aan alle standaarden voldoen en verdere structurele
                  verbeteringen doorgevoerd dienen te worden. Het kabinet pleit hier in bilateraal en
                  EU- verband voortdurend voor. Door de Griekse autoriteiten, in samenwerking met de
                  Europese Commissie, lidstaten, internationale organisaties en ngo´s wordt gewerkt
                  aan het verbeteren van de opvangomstandigheden en het verlichten van de migratiedruk
                  op de eilanden. Tevens bereiden de Griekse autoriteiten en de Europese Commissie in
                  het kader van de zogenaamde EU Taskforce, de bouw voor van een nieuw opvangkamp op
                  Lesbos in lijn met de geldende Europese en internationale wetgeving.
               
8. Vragen en opmerkingen vanuit de SGP-fractie
               
De geannoteerde agenda voor de JBZ-Raad van 14 december 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 663)
Het nieuw Migratie- en Asielpact
De leden van de SGP-fractie vragen naar de stand van zaken in de onderhandelingen
                  over het migratiepact. Wat betekent de huidige stand van zaken voor de positie van
                  de Nederlandse regering naar uw inschatting? Is dit in haar voordeel, of niet?
               
Kortheidshalve wordt verwezen naar de beantwoording van vergelijkbare vragen van onder
                     andere de leden van de CDA-, D66-, en GroenLinks-fracties.
In het voorliggende EU-migratiepact wordt de terugkeer van migranten onvoldoende geregeld,
                  naar het oordeel van deze leden. Kunt u aangeven dat u geen genoegen zult nemen met
                  een migratiepact zonder dat er een bindende en dwingende terugkeerregeling komt?
               
In de voorstellen van de Commissie neemt terugkeer een prominente plaats in. Er worden
                     voorstellen neergelegd voor onder andere een terugkeercoördinator, terugkeersponsorschap
                     en andere vormen van nauwere samenwerking tussen de lidstaten. Ook de externe dimensie
                     van terugkeer, in de vorm van verbetering van de samenwerkingsrelaties met landen
                     van transit en herkomst, wordt versterkt. In dit kader wordt onder meer voorgesteld
                     om de interstatelijke samenwerking op andere terreinen te verbinden aan terugkeersamenwerking.
Samenwerking met partners met betrekking tot effectieve terugkeer en migratiemanagement
                     De leden van de SGP-fractie delen uw oordeel dat de terugkeer verbeterd moet worden
                     en dat
                  
brede partnerschappen met derde landen hierbij essentieel zijn. Welke concrete stappen
                     zijn op het punt van het sluiten van deze partnerschappen reeds gezet? Deelt u de
                     mening dat naast inzet op vrijwillige terugkeer, ook gedwongen terugkeer tot de mogelijkheden
                     moet blijven behoren, voor die gevallen waarbij vrijwillige terugkeer niet effectief
                     blijkt te zijn?
                  
Het kabinet is het met de SGP-fractie eens. Gedwongen terugkeer moet tot de mogelijkheden
                     behoren, ook als stok achter de deur om de keuze voor vrijwillige terugkeer te bevorderen.
                     Uitgangspunt is dat migranten die hier niet mogen verblijven, vertrekken. Dat is ook
                     de Nederlandse inzet binnen de EU. Nederland dringt aan op betere terugkeersamenwerking
                     met herkomstlanden als onderdeel van de partnerschappen benadering. De eerste gesprekken
                     tussen de Europese Commissie en een aantal belangrijke herkomstlanden over terugkeersamenwerking
                     hebben inmiddels plaatsgevonden. Per land is maatwerk vereist. Ook kijkt Nederland
                     uit naar de EU Visumcode als instrument dat kan worden ingezet om terugkeersamenwerking
                     te bevorderen.
Implementatie van interoperabiliteit
Er zijn signalen dat de invoering van nieuwe Europese databanken op het gebied van
                  veiligheid en migratie vertraagd wordt. De EC geeft zelf aan dat dit ernstige gevolgen
                  kan hebben, zo constateren de leden van de SGP-fractie. Gaat u vanuit de Nederlandse
                  regering aandringen op snelle implementatie van deze systemen, zodat onze grenzen
                  beschermd blijven en terrorisme wordt tegengegaan? Welke mitigerende maatregelen nemen
                  de EC, Nederland en de andere lidstaten om vertragingen te voorkomen? Wat kunt u zeggen
                  over de kostenbeheersing en de mogelijke kostenoverschrijding van deze projecten?
               
Op basis van de voortgang bij de lidstaten zal de Europese Commissie voorstellen om
                     de inwerkingtreding van het inreis- en uitreissysteem (EES) met 2 maanden uit te stellen
                     tot medio mei 2022. De huidige planning om het gehele stelsel van interoperabiliteitscomponenten
                     eind 2023 geïmplementeerd te hebben blijft gehandhaafd.
Het kabinet hecht groot belang aan de implementatie van de (nieuwe) Europese informatiesystemen
                     op het gebied van grenzen en veiligheid en de interoperabiliteit tussen deze systemen
                     en blijft zich dan ook committeren aan de Europese planningen. De Europese Commissie
                     heeft sinds juni 2020 een Rapid Alert proces opgezet waarmee de voortgang van de implementatie
                     van de IT-systemen bij de lidstaten en de Europese agentschappen gemonitord wordt.
                     Hierdoor wordt in een vroeg stadium zichtbaar waar eventuele vertraging zich voordoet.
                     Zowel de Europese Commissie als het agentschap voor grootschalige IT-systemen eu-LISA
                     kunnen op basis daarvan kan snel gerichte ondersteuning bieden.
In Nederland wordt de nationale implementatie van acht verordeningen op het gebied
                        van grenzen en veiligheid (waaronder de verordeningen over interoperabiliteit) in
                        brede zin voorbereid en uitgevoerd in het kader van het Programma Grenzen en Veiligheid
                        van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. In dit programma wordt onder meer de
                        aanpassing van bestaande nationale wet- en regelgeving ter hand genomen om de uitvoering
                        van de relevante verordeningen – voor zover nodig – mogelijk te maken. Het streven
                        is daarbij zoveel mogelijk te komen tot één nationale uitvoeringswet. Het betreffende
                        wetsvoorstel is momenteel in ambtelijke voorbereiding en wordt daarna aangeboden aan
                        de Kamer. Daarnaast wordt gewerkt aan de feitelijke invoering van de verordeningen
                        in Nederland (opleiding personeel, aanpassing ICT-systemen etc.).
Ook op het hoogste niveau bestaat inzicht in de mogelijke risico’s en de mitigerende
                        maatregelen. Er is volop aandacht voor kostenbeheersing. Op dit moment is geen sprake
                        van kostenoverschrijdingen.
Verslag van de informele JBZ-Raad van 13 november 2020 (Kamerstuk 32 317, nr. 660) d.d. 23-11-2020
De leden van de SGP-fractie lezen dat u in lijn met de motie-Van Toorenburg/Becker
                  (Kamerstuk 32 317, nr. 652) heeft gewezen op de samenhang met de lopende herziening van de Terugkeerrichtlijn.
                  Kunt u aangeven welke posities de EU-lidstaten hierover innamen? Kan deze wens van
                  de Kamer ook op draagvlak bij de andere EU-lidstaten rekenen, zodat de Terugkeerrichtlijn
                  ook daadwerkelijk onderdeel wordt van de lopende herziening? Gaat u zich hier tijdens
                  de komende JBZ-raad en in uw andere contacten in EU-verband opnieuw voor inspannen?
               
In interventies van meerdere lidstaten is aandacht gevraagd voor de samenhang tussen
                     terugkeer, inclusief de herziening van de terugkeerrichtlijn, en de voorliggende voorstellen
                     waarover de Raad nu spreekt. Dat gaat daarbij om de externe dimensie, maar ook om
                     een efficiënter terugkeerproces. Het belang van terugkeer, inclusief efficiënte terugkeerprocedures,
                     zal een speerpunt blijven van de inzet van het kabinet, zowel in gesprekken over de
                     voorstellen als in de trilogie tussen de Raad, de Commissie en het Europese Parlement
                     over de Terugkeerrichtlijn, als deze aanvangt.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
P.H. van Meenen, voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid - 
              
                  Mede ondertekenaar
P.F.L.M. Tielens-Tripels, adjunct-griffier