Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Westerveld en Kwint over het bericht 'Onderwijsminister Slob: Pluryn in de fout bij overdragen leerlingen Hoenderloo College'
Vragen van de leden Westerveld (GroenLinks) en Kwint (SP) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Onderwijsminister Slob: Pluryn in de fout bij overdragen leerlingen Hoenderloo College» (ingezonden 9 november 2020).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media), mede namens
e Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 7 december 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Onderwijsminister Slob: Pluryn in de fout bij overdragen
leerlingen Hoenderloo College»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe is het mogelijk dat op 10 augustus 2020 in de voortgangsbrief aan de Kamer namens
Pluryn wordt aangegeven dat voor «alle locaties waar jongeren naartoe verhuizen voorzien
is in onderwijs» en nu blijkt dat een aantal kinderen nog niet op een school was ingeschreven?2
Antwoord 2
Pluryn had op 5 augustus 2020 laten weten dat alle locaties waar jongeren naartoe
verhuizen voorzien in onderwijs. Op basis van deze mededeling had de Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport n.a.v. motie van lid Westerveld (GL) in de brief
van 10 augustus mede namens MBVOM aan de Kamer laten weten dat er voor alle leerlingen
een vervolgplek was gevonden die ook voorziet in onderwijs. Na de zomervakantie bleek
dat een deel van de leerlingen toch nog niet was ingeschreven bij een nieuwe school.
De leerlingen die vallen onder JeugdzorgPlus hadden wel allemaal een vervolgplek.
De Raad van Bestuur van Pluryn heeft aangegeven dat zij volledig de verantwoordelijkheid
draagt voor hetgeen is voorgevallen. Terugkijkend op hetgeen gepasseerd is, erkent
de Raad van Bestuur dat zaken niet zijn gelopen, zoals redelijkerwijs verwacht had
mogen worden. Het bestuur heeft toegezegd zich tot het uiterste in te spannen om de
ontstane problemen tot een oplossing te brengen. Dit heeft er toe geleid dat inmiddels
alle leerlingen van het voormalige Hoenderloo College alsnog op een andere school
zijn ingeschreven.
Vraag 3
Waarom wordt de Kamer hier pas in november over geïnformeerd, terwijl de Inspectie
van het Onderwijs wekelijks een update kreeg van de overdracht van de jongeren?3 Hoe rijmt u dit met de aangenomen motie-Westerveld c.s. die vraagt de Kamer in het
reces door middel van een tweewekelijkse brief op de hoogte te houden van de sluiting
van de Hoenderloo Groep?4 Waarom is de Kamer niet in augustus geïnformeerd over het ontbreken van een passende
onderwijsplek voor deze leerlingen?
Antwoord 3
Zoals bij vraag 2 al vermeld is, meldde Pluryn dat er voor alle leerlingen een plek
was gevonden die ook in onderwijs voorziet. Er is toen besloten om geen tweewekelijkse
update meer te versturen aangezien alle jongeren die naar een nieuwe locatie moesten
verhuizen een plek hadden.
Uit de gesprekken die de IvhO vanaf 24 augustus jl. met Pluryn voerde en de leerlingenoverzichten
die Pluryn op verzoek van de IvhO toestuurde, bleek dat ondanks daartoe gedane toezeggingen
een aantal leerlingen van het Hoenderloo College nog niet op een andere school was
ingeschreven.
Daarop is direct actie ondernomen door de Inspectie van het Onderwijs, die zeer intensief
heeft toegezien op zo spoedig mogelijke plaatsing in het onderwijs van alle leerlingen.
Ook mijn beleidsambtenaren zijn hier intensief op aangesloten. Op 10 september kwam
het verzoek «stand van zaken onderwijsaanbod Hoenderloo College» van de vaste commissie
voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De Kamer is op 6 november geïnformeerd middels
de beantwoording van het verzoek van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap.
Vraag 4
Wanneer wist u dat het niet zou lukken om voor alle jongeren een passende onderwijsplek
te regelen? Wat heeft u gedaan om Pluryn te houden aan de gedane belofte?
Antwoord 4
Uit de gesprekken die de IvhO vanaf 24 augustus jl. met Pluryn voerde en de leerlingenoverzichten
die Pluryn op verzoek van de IvhO toestuurde, bleek dat ondanks daartoe gedane toezeggingen
een aantal leerlingen van het Hoenderloo College nog niet op een andere school was
ingeschreven. Hiervan had het bestuur de IvhO niet op de hoogte gesteld. De IvhO heeft
in de periode na 24 augustus 2020 intensief contact gehad met Pluryn (meerdere keren
per week) om het proces van plaatsing te versnellen. De IvhO heeft het bestuur de
(herstel)opdracht gegeven om ervoor te zorgen dat de leerlingen met spoed alsnog een
passende vervolgonderwijsplek krijgen. In een brief van 28 september 2020 heeft de
IvhO deze herstelopdracht nogmaals formeel kenbaar gemaakt aan het bestuur. De IvhO
heeft een format opgesteld waarin Pluryn gedetailleerde leerlinggegevens op moest
nemen. Pluryn leverde dit overzicht vervolgens wekelijks aan bij de inspectie, zodat
de inspectie de vinger aan de pols kon houden. Ook heeft de IvhO Pluryn de opdracht
gegeven om ook het samenwerkingsverband en leerplicht te betrekken bij het vinden
van een vervolg onderwijsplek. Het bestuur heeft zijn verantwoordelijkheid genomen.
Dit heeft ertoe geleid dat op 16 oktober 2020 de laatste jongere een vervolg onderwijsplek
heeft gekregen.
Vraag 5
Wat zijn de gevolgen wanneer een bestuur zich niet houdt aan de wet en de principes
van verantwoordelijkheid, betrouwbaarheid en transparantie, zoals die in zowel de
Code Goed Bestuur in het primair onderwijs als in de Code Goed Onderwijsbestuur voortgezet
onderwijs zijn opgenomen?
Antwoord 5
De wet schrijft voor waar het bestuur van een school zich ten minste over moet verantwoorden.
Artikel 157 van de Wet op de expertisecentra geeft aan dat in het bestuursverslag
ten minste verantwoording wordt afgelegd over de afwijkingen van de door het bestuur
gehanteerde code voor goed bestuur en dat die code ten minste bepalingen bevat over
de wijze waarop invulling wordt gegeven aan:
– het beleid waardoor de eigen deskundigheid en verantwoordelijkheid van het personeel
voor de kwaliteit van het onderwijs tot haar recht komt,
– een integere bedrijfsvoering, waaronder voorzieningen om verstrengeling van belangen
tegen te gaan, en
– de afstemming met en verantwoording aan de ouders en andere belanghebbenden binnen
en buiten de school.
Op het moment dat de IvhO een wettelijke tekortkoming constateert bij een bestuur
geeft de IvhO daarover een herstelopdracht om het bestuur de mogelijkheid te geven
de tekortkoming te herstellen. Daarnaast kunnen het intern toezicht en stakeholders
het bestuur ook aanspreken wanneer het zich niet houdt aan de wet en de codes.
Vraag 6
Welke mogelijkheden heeft de Inspectie van het Onderwijs om in te grijpen wanneer
bestuurlijke codes en de wet worden overtreden?
Antwoord 6
Bij het niet naleven van wettelijke bepalingen en bestuurlijke codes geeft de IvhO
het bestuur de opdracht om dit te herstellen. Niet-nakomen van wettelijke bepalingen
kan leiden tot een bekostigingssanctie. Deze interventie heeft als doel het opvolgen
van de opdracht af te dwingen. De inspectie schort dan een deel van de bekostiging
op of houdt deze zelfs in. Ook kan ten onrechte ontvangen bekostiging worden teruggevorderd.
Niet-naleving van de Code Goed Onderwijsbestuur in het PO kan niet leiden tot een
bekostigingssanctie. Naleving van de code is waar de leden van de PO-Raad zich aan
hebben verbonden. Zij hebben zich er daarbij tevens aan verbonden om daar waar zij
menen niet te kunnen voldoen aan de bepalingen, aan hun belanghebbenden en aan het
bestuur van de PO-Raad in het jaarverslag kenbaar te maken in hoeverre niet voldaan
is aan de code en wat de reden daarvan is.
Als het interventierepertoire van de inspectie niet toereikend blijkt en een zodanig
zware vervolginterventie moet worden ingezet dat de Minister hierover moet besluiten,
wordt de casus door de inspectie bij mij gemeld met een advies over de te nemen vervolgmaatregelen.
Vervolgens kan ik zo nodig een aanwijzing geven als er sprake is van wanbeheer.
Vraag 7
Wat gebeurt er wanneer onvoldoende voortgang wordt geboekt in de herstelopdracht?
Welke mogelijkheden heeft de Inspectie van het Onderwijs dan?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 6.
Vraag 8
Is er inmiddels wel een passende onderwijsplek voor alle jongeren die voorheen op
het Hoenderloo College les kregen? Wat is de definitie van passend? Zijn alle ouders
nu tevreden en van mening dat hun kind een passende onderwijsplek heeft?
Antwoord 8
Alle leerlingen van het voormalige Hoenderloo College zijn inmiddels op een andere
school ingeschreven. De IvhO zal bij de besturen van scholen voor voortgezet (speciaal)
onderwijs en het mbo waar leerlingen van het voormalige Hoenderloo College zijn ingeschreven
steekproefsgewijs nagaan of zij daar goed op hun plek zijn en het aanbod passend is
bij wat de leerlingen aan onderwijs- en ondersteuningsbehoeften hebben, gerelateerd
aan hun uitstroomperspectief. Bij een aantal besturen waar relatief veel leerlingen
zijn geplaatst is dat al gebeurd. De IvhO heeft in september geconstateerd dat deze
scholen zich inspannen om allereerst de leerling zo goed mogelijk te leren kennen
om vervolgens te evalueren of het aanbod passend is.
Alle ouders/verzorgers hebben ingestemd met de vervolgplek. Vervolgens is het aan
het bestuur en de scholen van de vervolgplek om samen met ouders/verzorgers te monitoren
en evalueren of de leerling op zijn plek zit en het aanbod passend is. Met passend
bedoelen we dat de vervolgplek aansluit bij de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften
van de leerling, gerelateerd aan het uitstroomperspectief.
Vraag 9
Bij hoeveel jongeren is er sprake geweest van een onderbroken schoolloopbaan? Hoe
lang hebben zij geen onderwijs kunnen volgen? Welke gevolgen heeft dit op zowel het
welzijn als de schoolloopbaan van de jongeren?
Antwoord 9
Op 7 september 2020 ontving de IvhO een overzicht van het bestuur waarop zichtbaar
was dat er 49 leerlingen geen onderwijs genoten en er dus sprake was van een onderbroken
schoolloopbaan. Een week later waren het 23 leerlingen. Dit aantal is per week geslonken
totdat op 16 oktober 2020 de laatste jongere een vervolg onderwijsplek heeft gekregen.
De leerlingen hebben ongeveer twee tot zes weken geen onderwijs gevolgd. Het is lastig
vast te stellen wat de gevolgen hiervan zijn voor het welzijn en de schoolloopbaan
van leerlingen. Van de scholen die de leerlingen nu bezoeken mogen we verwachten dat
ze hierop inspelen.
Vraag 10
Is er nazorg geweest? Zo ja, door wie? Hoe gaat het nu met deze jongeren?
Antwoord 10
Pluryn heeft een medewerker van het Hoenderloo College in dienst gehouden om de nazorg
uit te voeren.
Ook gaat de IvhO in november en december 2020 steekproefsgewijs bij de schoolbesturen
na of de leerlingen op hun plek zitten en het de besturen en scholen lukt om een aanbod
te realiseren dat aansluit bij de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de leerling
gerelateerd aan het uitstroomperspectief.
Vraag 11
Hoe houdt de Inspectie van het Onderwijs toezicht op zowel de kwaliteit van het onderwijs
als het welzijn van de jongeren? Wanneer is het volgende inspectiebezoek? Bent u bereid
om de Kamer op de hoogte te stellen van de resultaten?
Antwoord 11
Tijdens de eerdere vierjaarlijkse onderzoeken bij de verschillende onderwijsstichtingen
van Pluryn zijn tekortkomingen geconstateerd op het niveau van het bestuur en op het
niveau van de scholen. Over deze tekortkomingen heeft de IvhO herstelopdrachten gegeven
in de verschillende rapporten van bevindingen bij elk van de onderzoeken.
Tijdens het herstelonderzoek dat op 2 oktober heeft plaatsgevonden heeft de IvhO getoetst
of het bestuur aan de herstelopdrachten heeft voldaan. Dat is nog niet het geval.
De uitkomsten van het herstelonderzoek geven aanleiding voor intensief vervolgtoezicht.
Tijdens de periode van intensief toezicht (oktober 2020 t/m juni 2021) wordt van het
bestuur verwacht dat het werkt aan de verbetering van de bestuurlijke kwaliteitszorg.
In december 2020 en maart 2021 voert de IvhO met het bestuur voortgangsgesprekken.
In juni 2021 voert de IvhO een herstelonderzoek uit. Het bestuur is verantwoordelijk
voor de voortgang van het verbetertraject. Afgesproken is dat het bestuur de IvhO
direct op de hoogte stelt van eventuele vertragingen in het traject. Wanneer het rapport
naar aanleiding van het herstelonderzoek in juni 2021 openbaar is, zal ik het delen
met de Kamer.
Vraag 12
Waarom heeft u niet, conform de motie-Kwint c.s. over de speciale functie van het
huidige Hoenderloo college in de vorm van een school voor speciaal onderwijs behouden,
gezorgd dat dat deze specifieke functie van de school behouden blijft? Op basis waarvan
bent u tot de conclusie gekomen dat het Hoenderloo College kan verdwijnen?5
Antwoord 12
Onafhankelijke toetsing wees uit dat een doorstart van de zorg van de Hoenderloo Groep
wel op andere locaties van Pluryn, maar niet op de locaties van de Hoenderloo Groep,
mogelijk is. Daarmee moesten de zorglocaties Hoenderloo en Kop van Deelen worden gesloten
en was ook het stoppen van het Hoenderloo College onafwendbaar.
De afgelopen periode heeft mijn ministerie in kaart gebracht in hoeverre een regio-overstijgende
specialistische school zoals het Hoenderloo College een bijdrage kan leveren aan een
eventuele behoefte aan extra aanbod. Daarvoor zijn gesprekken gevoerd met de gemeente
Apeldoorn, het samenwerkingsverband VO Apeldoorn en samenwerkingsverband VO Gelderse
Vallei. De gemeente Apeldoorn geeft aan geen verzoeken ontvangen te hebben en dat
zij ook niet op de hoogte is van interesse van aanbieders voor het voortzetten van
het Hoenderloo College. De genoemde samenwerkingsverbanden hebben de vraag voorgelegd
aan hun scholen. Ook daar werd er aangegeven dat er geen behoefte bestaat. Tot slot
is aan de diverse aanbieders van (voortgezet) speciaal onderwijs uit de twee samenwerkingsverbanden
gevraagd of men de functie van het Hoenderloo College wenst te behouden en welke aanbieder
daar invulling aan kan geven. Geen van de aanbieders heeft daar positief op gereageerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
Mede namens
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.