Amendement : Amendement van het lid Beckerman over huurgewenning als een afdwingbaar recht voor de huurder
35 516 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en de Woningwet (tijdelijke huurkorting)
Nr. 12
AMENDEMENT VAN HET LID BECKERMAN
Ontvangen 3 december 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
0A
In artikel 247 wordt na «251,» ingevoegd «252c, 255».
II
In artikel I wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
Aan artikel 249 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Indien het aangaan van de huurovereenkomst het gevolg is van het beëindigen wegens
renovatie door de verhuurder, die dezelfde is als de verhuurder waarmee de huurovereenkomst
wordt aangegaan en de huurder hierom verzoekt, is de verhuurder verplicht de huur
in drie jaarlijkse stappen stapsgewijs naar de in de huurovereenkomst overeengekomen
huurprijs te brengen.
III
In artikel I wordt na onderdeel D een onderdeel toegevoegd, luidende:
E
Artikel 255 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien de huurder daar om verzoekt, kan de verhuurder de huurprijs enkel in drie jaarlijkse
stappen stapsgewijs naar de nieuwe huurprijs brengen.
2. In het tweede lid wordt na «het bedrag» ingevoegd «of de stappen».
Toelichting
Dit amendement zorgt ervoor dat huurgewenning, nadat een huurder met een hogere huurprijs
krijgt na sloop, renovatie of een gedwongen verhuizing, een afdwingbaar recht wordt
voor alle huurders van gereguleerde, zelfstandige woningen. Vaak worden huurders nadat
hun huurwoning is gesloopt en zij een nieuwe huurwoning betrekken geconfronteerd met
een hogere huurprijs. Ook in geval van een ingrijpende renovatie is een verhuurder
geneigd de huurprijs te verhogen. In deze gevallen krijgt een huurder recht op huurgewenning.
Daarnaast zijn er omstandigheden waardoor een huurder wordt gedwongen een andere huurwoning
te huren. Wanneer de nieuwe huurprijs hoger ligt dan de eerder huurprijs van de verlaten
huurwoning, krijgt de huurder het recht op huurgewenning.
Met dit amendement krijgt de huurder het recht om binnen de eerste drie jaar in stappen
naar de nieuwe huurprijs toe te groeien. Een voorwaarde is dus dat huurgewenning in
ten minste drie jaarlijkse stappen zal plaatsvinden.
Het recht op huurgewenning is een aanvullend recht voor huurders. Het doet niets af
aan en komt niet in de plaats van de bestaande instrumenten en wet- en regelgeving.
Wanneer een huurder bijvoorbeeld na sloop een nieuwe huurwoning betrekt hoeft de huurder
de nieuw voorgestelde huurprijs niet te accepteren, zoals nu ook het geval is. Een
huurder kan bezwaar maken, de Huurcommissie inschakelen of in onderhandeling gaan
met de verhuurder. Dit amendement maakt mogelijk dat wanneer een huurder de nieuwe,
hogere huurprijs accepteert er de mogelijkheid bestaat hierbij huurgewenning te krijgen.
Wanneer een huurder er zelf voor kiest om naar een woning met een hogere huurprijs
te verhuizen, is huurgewenning geen afdwingbaar recht. In dit geval geldt de reeds
bestaande wet- en regelgeving.
Het is aan de verhuurder en huurders samen om de hoogte van de stappen van de huurgewenning
vast te stellen. Ook over de duur huurgewenning moeten de huurder en verhuurder afspraken
maken. Wanneer huurders en verhuurders er niet uitkomen, kunnen zij de kwestie voorleggen
bij de Huurcommissie. Dit kan ook via bemiddeling van de Huurcommissie gebeuren, zodat
de verstandhouding tussen huurder en verhuurder kan verbeteren als dat nodig is.
Beckerman
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Sandra Beckerman, Tweede Kamerlid