Amendement : Amendement van het lid Beckerman over de tijdelijke huurkorting als een afdwingbaar recht voor huurders
35 516 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en de Woningwet (tijdelijke huurkorting)
Nr. 9
                   AMENDEMENT VAN HET LID BECKERMAN
            
Ontvangen 2 december 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
0A
In artikel 247 wordt na «251,» ingevoegd «252ba, 252c, 254».
II
In artikel I wordt aan onderdeel B een onderdeel toegevoegd, luidende:
3. In het vierde lid wordt na «252» ingevoegd «, 252ba».
III
Artikel I, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «wordt een artikel» vervangen door «worden twee artikelen».
2. Na de aanhef wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 252ba
                        
Een huurder kan ten aanzien van woonruimte die een zelfstandige woning vormt, een
                           voorstel als bedoeld in artikel 252 doen, strekkend tot verlaging van de huurprijs.
                        
Toelichting
               
Dit amendement zorgt ervoor dat een tijdelijke huurkorting, in de vorm van een tijdelijke
                  huurverlaging, huurbevriezing, een afdwingbaar recht wordt voor alle huurders. De
                  kwaliteit van een woning blijft het uitgangspunt voor het bepalen van de maximale
                  huurprijs. Er kunnen echter omstandigheden zijn waardoor huurders in de financiële
                  problemen komen, bijvoorbeeld door een inkomensdaling of door de coronacrisis. In
                  zulke situaties is het belangrijk dat verhuurders maatwerk bieden. Dit sluit aan bij
                  de eerdere beleidsopvattingen van de verantwoordelijk Minister. Daarom is het eerlijk
                  als huurders een tijdelijke huurkorting kunnen afdwingen. Huurders in de geliberaliseerde
                  of vrije sector krijgen dezelfde mogelijkheden om een tijdelijke huurkorting te krijgen
                  als huurders in de gereguleerde sector. Ook huurders in de vrije sector kunnen immers
                  in de financiële problemen komen, waardoor een tijdelijke huurkorting nodig is.
               
Een huurder moet om in aanmerking te komen voor een vorm van tijdelijke huurkorting
                  bewijzen voorleggen aan de verhuurder. Zoals dit ook geldt in de regelgeving voor
                  huurverlaging bij ernstige onderhoudsgebreken, huurverlaging wegens inkomensdaling
                  inzake de inkomensafhankelijke huurverhoging(en) en huurbevriezing op grond van de
                  maximale huurpunten in het woningwaarderingsstelsel.
               
Hoe de huurkorting vorm krijgt kan verschillen per situatie. Het is aan de verhuurder
                     en huurders samen om een tijdelijke huurverlaging of huurbevriezing in te stellen.
                     Ook over de duur van de verlaging of bevriezing moeten de huurder en verhuurder afspraken
                     maken. Wanneer huurders en verhuurders er niet uitkomen, kunnen zij de kwestie voorleggen
                     bij de Huurcommissie.
                  
De weg naar de Huurcommissie moet ten alle tijden open staan voor alle huurders. De
                     bestaande rechtsongelijkheid tussen huurders in de sociale en vrije sector wordt hiermee
                     weggenomen.
                  
Beckerman
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
Sandra Beckerman, Tweede Kamerlid