Amendement : Amendement van het lid Ouwehand over het vervallen van de als gevolg van het verbod vrijgekomen stikstofdepositieruime
35 633 Wijziging van de Wet verbod pelsdierhouderij in verband met een vervroegde beëindiging van de pelsdierhouderij
Nr. 8
AMENDEMENT VAN HET LID OUWEHAND
Ontvangen 30 november 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «wordt een artikel» vervangen door «worden twee artikelen».
2. Na het voorgestelde artikel 8 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 8a
Vergunningen als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming,
daarvoor in de plaats komende omgevingsvergunningen voor activiteiten als bedoeld
in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
en toestemmingsbesluiten, bedoeld in artikel 9.4, achtste lid, van de Wet natuurbescherming,
vervallen voor zover zij betrekking hebben op de uitoefening van de nertsenhouderij.
Toelichting
Met dit amendement wordt voorkomen dat nertsenfokkers na het beëindigen van hun bedrijf
met de verkregen vergoeding opnieuw dieren gaan houden of dat andere veebedrijven
kunnen gaan uitbreiden.
Dit amendement zorgt daarmee voor een efficiënte besteding van belastinggeld en voor
een daadwerkelijke bijdrage aan de afbouw van de bioindustrie.
Ouwehand
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Esther Ouwehand, Tweede Kamerlid