Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Brenk over het Internationaal Certificaat voor Pleziervaartuigen (ICP)
Vragen van het lid Van Brenk (50PLUS) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het Internationaal Certificaat voor Pleziervaartuigen (ICP) (ingezonden 5 november 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
26 november 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitzendingen van Nieuwsuur over het Internationaal Certificaat
voor Pleziervaartuigen (ICP)?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat misbruik van het ICP door criminelen zo spoedig mogelijk dient
te worden gestopt? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om dit misbruik te stoppen
en wanneer wordt dat geëffectueerd?
Antwoord 2
Ja. Misbruik van het ICP is onacceptabel. Maar het ICP kan wat mij betreft blijven
bestaan voor goedwillende Nederlandse watersporters die met hun pleziervaartuig via
de kust- en binnenwateren naar andere landen willen varen. Om misbruik tegen te gaan
ben ik met de bonden die het ICP afgeven en de politie sinds mei van dit jaar in overleg
over een aanscherping van de procedures. Ten eerste wil ik de controle van aanvragen
door de bonden versterken door extra informatie te laten meesturen, zoals foto’s van
het vaartuig en het vaartuigidentificatienummer. Daarnaast wil ik stoppen met de afgifte
van ICP’s aan mensen die niet de Nederlandse nationaliteit hebben en ook niet in Nederland
gevestigd zijn.
Het streven is een nieuw convenant vanaf 1 januari 2021 in werking te laten treden
waarin deze aanscherpingen worden vastgelegd.
Vraag 3
Deelt u de mening dat oneigenlijk gebruik van het ICP door buitenlanders om zo belastingontduiking
in het eigen land mogelijk te maken, gestopt dient te worden? Zo ja, welke maatregelen
gaat u hiervoor nemen en wanneer kunnen deze maatregelen worden geëffectueerd?
Antwoord 3
Het ICP is geen officiële registratie en geeft de houder niet het recht de Nederlandse
vlag te voeren. Een pleziervaartuig met alleen een ICP staat dus nergens officieel
geregistreerd. Daarmee kan het ICP in principe ook geen middel zijn om belasting in
eigen land te ontduiken. Over de status van het ICP zal ik duidelijk communiceren
naar de autoriteiten in de desbetreffende landen. Zoals aangegeven in mijn antwoord
op vraag 2, wil ik de afgifte van ICP’s aan mensen die geen Nederlandse nationaliteit
bezitten en ook niet in Nederland gevestigd zijn zo snel mogelijk stopzetten.
Vraag 4
Bent bereid te onderzoeken of een lichtere variant van de zeebrief, zoals in enkele
ons omringende landen gebruikelijk is voor particuliere, niet-commerciële booteigenaren,
ook voor Nederlandse booteigenaren beschikbaar kan komen ter vervanging van het huidige
ICP? Zo ja, wanneer kan een dergelijke variant ingevoerd worden? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 4
Het ICP zoals dat door Nederland wordt uitgegeven is gebaseerd op Resolutie 13 van
de Europese economische commissie van de Verenigde Naties (UNECE). Naast Nederland
zijn er 13 landen die Resolutie 13 toepassen, namelijk Oostenrijk, België, Kroatië,
Tsjechië, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Litouwen, Luxemburg, Roemenië, Servië,
Slowakije en het Verenigd Koninkrijk. Voor die landen kan het ICP dit laagdrempelig
alternatief blijven. Ik heb niet de intentie om de genoemde resolutie op te zeggen
en volledig te stoppen met de uitgifte van ICP’s. Het staat booteigenaren overigens
vrij om zelf te kiezen voor een formele registratie van hun eigendom bij het kadaster.
Voor de landen die de genoemde resolutie niet toepassen en die het ICP dus niet accepteren,
zoals Italië, Portugal en Spanje, wordt gekeken naar een alternatief. Op dit moment
is alleen registratie bij het kadaster en aanvraag van een zeebrief beschikbaar als
alternatief. Of een «lichtere» variant haalbaar is, is vooral afhankelijk van de nationale
regelgeving van die landen. Om hier een helder beeld van te krijgen heb ik Italië
en Portugal uitgenodigd de dialoog aan te gaan. Ik heb ook Spanje aangeschreven om
met hen het gesprek hierover te voeren. Een alternatieve oplossing heeft enkel zin,
indien deze wordt geaccepteerd in deze landen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.