Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Van Dam en Peters over het nodeloos procederen van overheidsinstanties
Vragen van de leden Van Dam en Peters (beiden CDA) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het nodeloos procederen van overheidsinstanties (ingezonden 2 november 2020).
Mededeling van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 24 november 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met uw brief van 26 juni 2020 over de voortgang van het nieuwe stelsel
rechtsbijstand1, waarin u stelt dat het een belangrijke opdracht is voor de overheid om te voorkomen
dat burgers onnodig in een procedure met de overheid belanden? Hoe beoordeelt u de
voortgang hierop tot nu toe?
Vraag 2
Bent u bekend met het proces-verbaal van de zitting van woensdag 2 september 2020
van de Centrale Raad van Beroep met kenmerk CRvB 19 / 3784 WAO R067 94? Klopt het
dat in deze zaak een UWV-uitkeringsgerechtigde een zaak wint bij de Rechtbank Amsterdam
tegen het UWV, dat het UWV vervolgens in hoger beroep gaat zonder beroepsgronden en
dat datzelfde UWV na maanden alles weer intrekt, maar dat de uitkeringsgerechtigde
de kosten voor juridische hulp die zij ingeschakeld heeft voor het hoger beroep, niet
vergoed krijgt, omdat daar in het bestuursrecht geen grondslag voor bestaat? Klopt
het ook dat het UWV zich op het standpunt stelt dat de uitkeringsgerechtigde maar
een civiele procedure moet starten om de kosten wel vergoed te krijgen?
Vraag 3
Wat vindt u van de procedure die het UWV in deze zaak doorlopen heeft, door eerst
in hoger beroep te gaan zonder beroepsgronden, dat vervolgens weer in te trekken en
zich daarna op het standpunt te stelt dat de juridische kosten die bij dit hoger beroep
kwamen kijken, maar in een civiele procedure verhaald moeten worden?
Vraag 4
Waarom stelt het UWV zich op het standpunt dat de uitkeringsgerechtigde maar een civiele
procedure moet starten om de kosten vergoed te krijgen, als het gaat om een bedrag
van 525 euro exclusief btw? Zou het voor alle partijen niet veel goedkoper zijn als
het UWV zonder civiele procedure tot betaling zou over gaan?
Vraag 5
Hoe kunt u bovengenoemde zaak rijmen met uw beleidsvoornemens, waarin u duidelijk
aangeeft dat de overheid zelf actief onnodige procedures moet voorkomen?
Vraag 6
Kunt u aangeven hoever de heer Daan Hoefsmit is met zijn opdracht om onnodige juridisering
bij publieke dienstverleners te voorkomen? Heeft dit reeds concrete resultaten opgeleverd?
Vraag 7
Wat gaat u eraan doen om te bewerkstelligen, bovenop de huidige beleidsvoornemens,
dat bovenstaande procedurele regeldrift bij het UWV in de toekomst niet meer voorkomt?
Vraag 8
Bent u bereid een grondslag voor schadevergoeding van gemaakte kosten in het bestuursrecht
te creëren, zodat er niet ook nog een civiele procedure in dit soort zaken gevoerd
hoeft te worden?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Van Dam en Peters
(beiden CDA), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over het nodeloos
procederen van overheidsinstanties (ingezonden 2 november 2020) niet binnen de gebruikelijke
termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is
ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.