Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Diertens over een verkeerde inschatting in de vraag naar griepvaccinaties
Vragen van het lid Diertens (D66) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over een verkeerde inschatting in de vraag naar griepvaccinaties (ingezonden 28 oktober 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
23 november 2020).
Vraag 1
Herinnert u zich de oproep van de Europese Commissie van 15 juli jl.1 over onder andere het voorbereiden op het griepseizoen tijdens de coronapandemie
en de schriftelijke vragen2 die u heeft beantwoord hieromtrent?
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Herinnert u zich uw uitspraak tijdens het plenaire debat over de ontwikkelingen rondom
het coronavirus van 2 september jl: «Ervaringscijfers zijn dat doorgaans minder dan
de helft van die groep zich ook daadwerkelijk laat vaccineren. Wij zijn ervan uitgegaan
– dat willen we ook eigenlijk – dat veel meer mensen van die groep zich laten vaccineren»?3
Antwoord 2
Ja, dit was een uitspraak van de Minister van VWS gedurende dit debat.
Vraag 3
Maken griepvaccins deel uit van de strategie van het indammen van het coronavirus?
Antwoord 3
Griepvaccins maken al lange tijd deel uit van de strategie om de kwetsbare personen
in Nederland te beschermen tegen de soms ernstige gevolgen van een besmetting met
het influenzavirus. Een grootschalige griepepidemie kan ook flinke impact hebben,
zoals het coronavirus. In 2018 was er sprake van een zware griepepidemie in de winter.
Tijdens deze epidemie overleden er 9.500 mensen meer dan anders. Daarnaast werden
900.000 mensen ziek, van wie er 16.000 opgenomen moesten worden in het ziekenhuis
als gevolg van complicaties door de griep. De huidige situatie benadrukt het belang
van griepvaccinatie. We houden echter rekening met een relatief mild griepseizoen.
De maatregelen die we met elkaar nemen tegen het nieuwe coronavirus helpen ook de
verspreiding van griep te verminderen. Dit zagen we ook op het zuidelijk halfrond,
waar het griepseizoen mild geweest is.
Vraag 4
Wat was uw inschatting dit voorjaar, na het uitbreken van het coronavirus, van het
aantal benodigde griepvaccinaties voor het griepseizoen 2020/2021?
Antwoord 4
Het was erg lastig in te schatten wat de opkomst zou zijn. We vonden dat we hierbij
niet konden steunen op de voorgaande jaren alleen en daarom is dit voorjaar ook een
peiling onder de doelgroep gehouden. We hebben ruim extra vaccins ingekocht ten opzichte
van vorig jaar, namelijk 520.000 extra vaccins. Het totaal aan ingekochte vaccins
is daarmee 3,88 miljoen. Dat is voldoende voor een opkomst van rond de 60%, daar waar
de opkomst de afgelopen jaren rond de 50% is geweest. Uit de genoemde peiling onder
de doelgroep op dat moment zou dat voldoende zijn. Verder zijn er initiatieven geweest
in de afgelopen maanden en lopen ook op dit moment nog initiatieven om aan nog meer
extra vaccins te komen, zoals gezamenlijke inkoop vanuit de EU. De gezamenlijke inkoop
van de EU heeft geen resultaat opgeleverd. Ten slotte is er nog steeds contact met
leveranciers om te kijken of we nog aan extra vaccins kunnen komen, bijvoorbeeld omdat
landen afzien van een partij vaccins. Door deze continue inspanning kan ik nu melden
dat er half november nog tot maximaal 100.000 vaccins beschikbaar komen en uiterlijk
half januari maximaal 140.000 vaccins.
Vraag 5
Kunt u de berekeningen van de initiële inschatting van het aantal benodigde griepvaccins
voor het griepseizoen 2020/2021 delen met de Kamer?
Antwoord 5
In januari – dus voor de coronacrisis – is een zogenaamde preliminary forecast (voorlopige
bestelling) van 3,4 miljoen griepvaccins geplaatst door het RIVM. Dit aantal was 200.000
vaccins meer dan in 2019 is toegediend. De forecast is gebaseerd op de opkomst van
afgelopen jaar, verwachte lichte groei van de doelgroep en de lichte stijgende trend
in de opkomst. Het is de gangbare werkwijze om in januari een forecast te plaatsen
en in maart een definitieve bestelling te plaatsen.
Vraag 6
Wat is het verschil tussen deze inschatting en het aantal beschikbare griepprikvaccinaties,
inclusief de extra 500.000 ingekochte griepvaccins?
Antwoord 6
Het verschil tussen de forcecast in januari en het totaal aantal ingekochte vaccins
is 480.000 vaccins. Daarbovenop komen nog eens maximaal 240.000 vaccins die afgelopen
weken extra zijn ingekocht, zoals ik in vraag 4 heb toegelicht. Het verschil is daarmee
maximaal 720.000 t.o.v. de forecast in januari.
Vraag 7
Nederland heeft 15% meer griepvaccinaties beschikbaar dan gebruikelijk, waarmee 60%
van de doelgroep kan worden gevaccineerd, kunt u in een tabel een gedetailleerd overzicht
geven van deze percentages van de andere Europese Landen?
Antwoord 7
Voor dit overzicht verwijs ik naar de tabel in de bijlage. Graag merk ik hierbij op
dat de organisatie van de griepvaccinatie, de doelgroep en de opkomst van vorig jaar
erg verschillen tussen de landen. Dat maakt vergelijken erg lastig. Daarnaast hebben
veel landen informatie verschaft over hun streefpercentage en niet over de daadwerkelijk
mogelijke opkomst, omdat ze de omvang van hun doelgroep niet in beeld hebben.
Vraag 8
Had u meer extra griepvaccinaties willen inkopen, gelet op het feit dat u in het genoemde
debat over het coronavirus van 2 september jl. aangaf dat de wereldmarkt is afgestruind
om tot een extra aanschaf van 500.000 griepvaccins te komen? Zo ja, had u dan niet
eerder moeten handelen? Zo ja, waarom heeft u dit niet gedaan?
Antwoord 8
Ja, ik had meer griepvaccins in willen kopen en daar is mijn inzet ook continu op
gericht geweest. Er zijn maar een paar griepvaccinfabrikanten ter wereld. De productie
van griepvaccins vergt 5 à 6 maanden. Er kan dus nu niet zomaar worden bijgemaakt.
Bovendien wordt er nu gewerkt aan productie voor het zuidelijk halfrond voor het volgende
griepseizoen. Wij hebben in januari een preliminary forecast gedaan en in maart hebben
we de vaccins daadwerkelijk besteld. In april en mei hebben we bijgekocht wat mogelijk
was. Met de leveranciers houden we nauw contact voor het geval er nog partijen vrijkomen
waar bijvoorbeeld andere landen van afzien. Dit heeft al tot resultaat geleid, zie
het antwoord op vraag 4. Maar andere landen hebben ook tekorten en benaderen ons ook.
Vraag 9
Was u, toen u in het debat over het coronavirus van 2 september jl. aangaf dat de
doelgroep voor de griepvaccinatie mensen met een kwetsbare gezondheid en mensen ouder
dan 60 jaar is, al op de hoogte van de mogelijkheid dat het aantal ingekochte griepvaccins
mogelijk onvoldoende zou zijn? Zo ja, waarom heeft u niet tijdens dat debat aangegeven
dat de doelgroep mogelijk aangepast zou moeten worden? Zo nee, wanneer bereikte u
het bericht dat het aantal ingekochte griepvaccins niet toereikend zou zijn?
Antwoord 9
Er was begin september geen aanleiding om aan te nemen dat het aantal ingekochte vaccins
onvoldoende zou zijn. Daarna werd steeds meer duidelijk dat er sprake was van een
tweede coronagolf, waarbij niet bekend was welk effect dit zou hebben op het halen
van de griepprik. Het RIVM monitort sinds de start van de griepvaccinatie begin oktober
zo goed mogelijk de ontwikkelingen om indien nodig tijdig bij te kunnen sturen. Omdat
de griepvaccinatie loopt tot begin december en er een wisselend beeld is bij de huisartsenpraktijken
(de een houdt over en de ander heeft een tekort), was het bij de start van de vaccinatiecampagne
heel lastig te voorspellen of het aantal vaccins zou uitkomen of niet. Omdat het in
de week voorafgaand aan 17 oktober duidelijk werd dat de opkomst hoger was dan verwacht,
heeft het RIVM, in overleg met VWS, op 17 oktober een maximum op het aantal door huisartsen
te bestellen vaccins gezet, is huisartsen gevraagd om in geval van onvoldoende beschikbare
vaccins na de eerste ronde voorrang te geven aan de risicogroepen en 70-plussers en
om bij tekorten te rade te gaan bij collegapraktijken. Ik ben 23 oktober door het
RIVM geïnformeerd over het feit dat er rekening mee moet worden gehouden dat de vraag
de beschikbare vaccins overstijgt en toen kreeg ik ook het advies om maatregelen te
treffen. Mijn besluit hierover heb ik zo snel mogelijk genomen en, heb ik na het afstemmen
en klaarzetten van benodigde communicatie, op 27 oktober bekend gemaakt. Het is nog
steeds onduidelijk of er daadwerkelijk sprake zal zijn van een tekort of dat we uiteindelijk
toch iedereen kunnen bedienen. Daar weten we meer over eind november, als de meeste
huisartsen hun spreekuren hebben afgerond en we de definitieve balans kunnen opmaken.
Vraag 10
Kunt u een tijdlijn geven van wanneer u opdracht heeft gegeven voor de inkoop van
extra griepvaccins, wanneer deze inkoop gestart is en wanneer de extra griepvaccins
geleverd zijn?
Antwoord 10
Op 30 maart jl. heeft het RIVM advies gegeven over het aantal in te kopen vaccins.
Dit is de standaard werkwijze. Het RIVM adviseerde 3,6 miljoen vaccins in te kopen.
Dit was 200.000 extra ten opzichte van de preliminary forecast in januari. Op 30 maart
heeft VWS akkoord gegeven om dit aantal vaccins te bestellen. Op 22 april jl. gaf
het RIVM aan dat er nog 180.000 extra vaccins besteld konden worden. Op 22 april heeft
VWS hier akkoord op gegeven. Op 19 mei heeft VWS RIVM verzocht om waar mogelijk nog
extra aanvullend vaccin in te kopen, om optimaal voorbereid te zijn. Daarop heeft
het RIVM de hand weten te leggen op 100.000 extra vaccins, waarmee nu een totaal van
3,88 miljoen vaccins beschikbaar is. Daarmee zijn 480.000 vaccins meer gekocht dan
in de forecast van januari aangekondigd en in totaal 520.000 extra vaccins ten opzichte
van vorig jaar. Zoals ook gemeld in mijn antwoord op vraag 4, is er op 30 oktober
door vrijkomende partijen nog de hand gelegd op een partij van maximaal 100.000 extra
vaccins die half november geleverd worden en maximaal 140.000 vaccins die uiterlijk
half januari geleverd worden.
Vraag 11
Kunt u alle correspondentie, van 1 maart jl. tot en met nu, tussen het RIVM en uw
ministerie, over de (voorbereiding op) de griepvaccinatie, delen met de Kamer? Zo
nee, waarom niet en hoe verhoudt zich dit tot artikel 68 Grondwet?
Antwoord 11
Ik kan de correspondentie met uw Kamer delen, maar dit lukt niet binnen de door u
gestelde termijn voor beantwoording van deze vragen. Ik verwijs u naar het antwoord
op vraag 10 waarin ik uiteenzet wat er tussen het RIVM en mij vanaf maart en nu is
gebeurd. De informatie is in deze vraag verwerkt.
Vraag 12
Zijn er voor de huidige doelgroep, kwetsbaren en mensen ouder dan 70 jaar, wel voldoende
vaccins beschikbaar? Zo ja, waar baseert u deze uitspraak op en kunt u berekeningen
hieromtrent de Kamer doen toekomen?
Antwoord 12
Ik verwacht met de maatregel die ik op 27 oktober heb genomen voldoende vaccins beschikbaar
te houden voor deze doelgroep. Dit hangt wel af van de mate waarin de gezonde 60–69-jarigen
gehoor geven aan de oproep. Dat is lastig te voorspellen. Huisartsen hebben de meeste
uitnodigingen al verstuurd.
Het is op dit moment lastig in te schatten wat het precieze effect van de prioritering
gaat zijn. Daarvoor moeten we veel aannames doen. Van de groep mensen van 60 tot en
met 69 jaar heeft naar schatting ruim 1,3 miljoen geen medische indicatie voor de
griepprik4. Stel dat van de gezonde 60+-ers 50% zou willen opkomen (40% is volgens de monitor
2019 normaal) en de helft daarvan is ook al daadwerkelijk gevaccineerd, dan zijn er
(0,5 x 0,5 x 1.342.500 =) ongeveer 335.600 mensen al gevaccineerd van deze groep.
Dat opgeteld bij de verondersteld al gevaccineerde 70-plussers en mensen met een medische
indicatie (1.723.000) is ongeveer 2.058.600. Er zijn 3.880.000 vaccins ingekocht.
Er zijn dan dus nog (3.880.000 – 2.058.600 =) ongeveer 1.821.400 vaccins over om te
zetten.
We schatten dat van de mensen van 70 jaar en ouder en mensen met een medische indicatie
nog ca 2,5 mln de afweging moet maken om al dan niet de griepprik te halen. We hebben
dan voldoende voor ongeveer 74% van deze groep. Met name voor de groep mensen met
een medische indicatie onder de 60 jaar (1,9 miljoen mensen in totaal) zou dit opkomstpercentage
veel hoger liggen dan de opkomst voor die groep in de afgelopen jaren, namelijk 32%.
Tegelijkertijd veronderstelt dit dat de gezonde 60+-ers ook gehoor geven aan de oproep
om af te zien van de griepprik. Daar staat tegenover dat we de afgelopen weken nog
extra vaccins hebben kunnen kopen. Er liggen dan ook veel veronderstellingen aan deze
cijfers ten grondslag.
Vraag 13
Hoe beoordeelt u de situatie dat kwetsbare mensen die zijn opgeroepen en die zich
meldden bij het vaccinatiepunt in sporthal De Kers te Hoorn onverrichter zake huiswaarts
moesten keren omdat de vaccins op waren?5 Acht u het verantwoord méér kwetsbare mensen op te roepen dan er vaccins in huis
waren? Hoe ziet u dit in het licht van de oproep (die zeker geldt voor kwetsbare mensen)
om zoveel mogelijk thuis te blijven en alleen voor noodzakelijke afspraken de deur
uit te gaan? Wat doet u om dit in het vervolg te voorkomen?
Antwoord 13
Het is heel vervelend om mensen te moeten teleurstellen. Ieder jaar nodigen huisartsen
meer mensen uit dan er vaccins zijn. Ze baseren zich daarbij op de opkomst van het
jaar ervoor. Er is nog nooit een tekort geweest. De inkoop is gebaseerd op de verwachte
opkomst, omdat de overgebleven griepvaccins na de campagne vernietigd moeten worden
(ieder jaar is de samenstelling van de vaccins anders) en het ongewenst is om belastinggeld
te verspillen.
Het is uiteraard van groot belang dat mensen in de huidige coronapandemie veilig hun
vaccinatie kunnen halen en om die reden heeft het Nationaal Huisartsen Genootschap
een aanvullende praktijkhandleiding opgesteld. We zien dat huisartsen zeer creatief
zijn geweest in het ervoor zorgen dat de mensen zo veilig mogelijk een prik kunnen
halen. Dat is over het algemeen heel goed gegaan en positief ontvangen door de patiënten.
Natuurlijk zijn er altijd uitzonderingen. Ook in de komende weken zullen de huisartsenpraktijken
er alles aan doen om conform de maatregelen de mensen te vaccineren. Gezien de grote
aantallen en de overige zorg die huisartsen moeten leveren is het niet mogelijk het
op een andere manier te organiseren. Als iedereen zich aan de maatregelen houdt die
de huisartsen treffen, kan iedereen de prik veilig halen.
Vraag 14
Kunt u, aangezien er nu een aanpassing is in de doelgroep van griepvaccinaties en
de inschatting van het aantal benodigde griepvaccins verandert, een tijdlijn geven
van de momenten dat de inschatting van het aantal benodigde griepvaccins is aangepast?
Antwoord 14
In het antwoord op vraag 10 heb ik u uiteen gezet hoe ik het benodigde aantal vaccins
heb ingeschat en daarop heb ingekocht. Het aantal benodigde vaccins is altijd afhankelijk
van de opkomst. Door middel van een enquête onder een deel van de huisartsen wordt
een schatting van de opkomst door het RIVM dit jaar bijgehouden. Omdat deze hoger
bleek dan verwacht, heeft het RIVM eerst in overleg met VWS op 17 oktober de (na)bestellingen
voor vaccins door huisartsen gemaximeerd op 114% van het jaar daarvoor. Ook is aan
huisartsen gevraagd om, wanneer ze in afwachting zijn van de levering van de nabestelling
en nog maar beperkt aantal vaccins hebben, voorrang te geven aan de mensen die de
meeste baat zullen hebben bij een vaccinatie en bij tekorten te rade te gaan bij collegapraktijken.
Dit bleek op 23 oktober toch niet voldoende. In overleg met de huisartsen is landelijk
beleid opgesteld hoe om te gaan met het mogelijke tekort. Afgelopen dinsdag 27 oktober
heb ik daarom gezonde 60–69 jarigen opgeroepen niet aan de oproep van hun huisarts
gehoor te geven. Daarmee hoop ik dat er voldoende overblijft voor de meest kwetsbaren:
de mensen met een medische indicatie en de 70-plussers. Mochten er dan nog vaccins
over zijn dan kunnen de 60–69 jarigen zich alsnog melden.
Vraag 15
Wat is de rol van het Ministerie van VWS bij de inkoop van extra griepvaccins tijdens
deze coronacrisis aangezien het ministerie ook de inkooprol heeft genomen bij beschermingsmiddelen,
testcapaciteit en beademingsapparatuur?
Antwoord 15
Het RIVM koopt in opdracht van VWS de griepvaccins jaarlijks in en adviseert VWS over
de in te kopen aantallen en over mogelijkheden van extra inkoop. Dit is de werkwijze
bij de inkoop van alle vaccinaties die vanuit de rijksoverheid aan Nederlanders worden
aangeboden.
Vraag 16
Kunt u deze vragen beantwoorden ieder afzonderlijk en vóór de behandeling van de begroting
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor 2021?
Antwoord 16
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.