Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Groothuizen en Diertens over een onderzoek van de Raad voor de rechtshandhaving naar de bejegening van in bewaring gestelde vreemdelingen in Curaçao en het AIV-rapport ‘Veiligheid en rechtsorde in het Caribisch gebied’
Vragen van de leden Groothuizen en Diertens (beiden D66) aan de Staatssecretarissen van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie en Veiligheid over een onderzoek van de Raad voor de rechtshandhaving naar de bejegening van in bewaring gestelde vreemdelingen in Curaçao en het AIV-rapport «Veiligheid en rechtsorde in het Caribisch gebied» (ingezonden 19 oktober 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 23 november 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het onderzoek van de Raad voor de rechtshandhaving naar de bejegening
van in bewaring gestelde vreemdelingen in Curaçao1 en het AIV-rapport «Veiligheid en rechtsorde in het Caribisch gebied»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat wordt er gedaan met de aanbevelingen van de Raad voor de rechtshandhaving? Worden
alle aanbevelingen overgenomen? Zo niet, wilt u per maatregel uiteen zetten waarom
deze niet wordt overgenomen? Wilt u van de aanbevelingen die u wel overneemt aangeven
wanneer u verwacht dat deze worden uitgevoerd? Welke rol ziet u voor zichzelf bij
de opvolging en uitvoering bij deze aanbevelingen?
Antwoord 2
Op basis van de Rijkswet Raad voor de Rechtshandhaving is het aan de autoriteiten
van Curaçao om te bepalen of de aanbevelingen uit het betreffende inspectierapport
worden overgenomen. Dit neemt niet weg dat ik bij de autoriteiten van Curaçao blijf
aandringen op het doorvoeren van maatregelen om het regime voor de specifieke doelgroepen
substantieel te verbeteren. Hierover heb ik uw Kamer meerdere malen geïnformeerd.3
4
5 Naar verwachting besluit Curaçao deze maand over een project- en implementatieplan
vreemdelingenbewaring, dat mede op basis van een advies van de Dienst Justitiële Inrichtingen
is opgesteld. In dit plan heeft Curaçao een aantal maatregelen opgenomen die in lijn
zijn met aanbevelingen van de Raad voor de Rechtshandhaving. Deze maatregelen zien
toe op werving en opleiding van personeel, bejegening en medische screening. Daarnaast
heeft Nederland aan verschillende ketenpartners van Curaçao, waaronder de Sentro di
Detenshon i Korekshon Kòrsou (SDKK), de training hostmanship gegeven. In deze training staat de bejegening en omgang met vreemdelingen centraal.
Nadat de Minister van Justitie van Curaçao over het project- implementatieplan een
besluit neemt, zal Nederland op verzoek van Curaçao betrokken blijven bij de uitvoering.
De Dienst Justitiële Inrichtingen en het Rijksvastgoedbedrijf zullen Curaçao dus blijven
adviseren.
Vraag 3
Wat is uw reactie op de uitspraken van ombudsman Keursly Concincion dat hij zich niet
serieus genomen voelt, onder andere omdat aanbevelingen zelden worden overgenomen?6 Welke oplossingen ziet u hiervoor en hoe ziet u hierin uw eigen verantwoordelijkheid?
Antwoord 3
Ik ben niet van plan in deze interne aangelegenheid van Curaçao te treden. Het is
aan de autoriteiten van Curaçao om te bepalen of aanbevelingen van onafhankelijke
instituten zoals de Ombudsman van het land Curaçao worden overgenomen. Zoals de heer
Concincion opmerkt, zouden de Staten van Curaçao hierbij een belangrijke rol kunnen
vervullen.
Vraag 4
Hoe komt het dat 58 Venezolanen die nu in de barakken van SDKK verblijven geen toegang
hebben tot sociale hulp of rechtsbijstand? Waarom krijgen NGO’s en juridische experts
zoals van Human Rights Defence nog steeds geen toegang tot deze mensen? Kunt u zich inspannen, in samenwerking met
de Curaçaose autoriteiten, om te zorgen dat zij deze toegang wel krijgen, en dat vreemdelingen
in de barakken altijd toegang hebben tot dergelijke hulp? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Over rechtshulp aan vreemdelingen heb ik uw Kamer meerdere malen geïnformeerd.7
8
9 Het bieden van sociale hulp of rechtshulp aan vreemdelingen of mogelijke hulp van
NGO’s is een aangelegenheid van het land Curaçao.
Vraag 5
Klopt het dat er momenteel ook twee minderjarigen verblijven in de barakken van de
SDKK? Hoe zijn zij er aan toe? Krijgen zij extra bijstand, ondersteuning of bijvoorbeeld
psychosociale hulp? Acht u de barakken een geschikte plek voor minderjarigen? Zo nee,
wat kunt u er aan doen om hen te helpen? Zo ja, waarom wel?
Antwoord 5
Ik acht de vreemdelingenbewaring bij de SDKK niet geschikt voor minderjarige vreemdelingen,
wanneer zij hier zonder hun ouder(s) zouden moeten verblijven. Curaçao heeft mij laten
weten dat het beleid is om alleenstaande minderjarige vreemdelingen niet in bewaring
te stellen. Hierop kunnen volgens Curaçao alleenstaande minderjarige vreemdelingen
in de leeftijd van 16 tot 18 jaar kortstondig van worden uitgezonderd, indien er een
aannemelijk risico is op onttrekking aan uitzetting. Ook hebben de Curaçaose autoriteiten
mij laten weten dat er op dit moment geen minderjarigen in de vreemdelingenbewaring
bij de SDKK verblijven. De uitleg van Curaçao is als volgt: volgens de betreffende
autoriteiten kon één van de twee personen niet meteen worden geïdentificeerd. Bij
identificatie bleek deze persoon volgens Curaçao tijdens zijn verblijf in de vreemdelingenbewaring
de leeftijd van 18 jaar te hebben bereikt. De minderjarige – de andere persoon – is
volgens Curaçao na advies van de Voogdijraad door de kinderrechter onder toezicht
van de overheid gesteld en ondergebracht in de Justitiële Jeugd Inrichting Curaçao.
De autoriteiten van Curaçao hebben mij verzekerd dat de toestand van beide personen
goed is.
Vraag 6, 7 en 8
Wat vindt u van de aanbeveling van de AIV om een Human Rights Institute in te stellen? Gaat u deze aanbeveling opvolgen? Zo nee, waarom niet?
Kunt u concreet ingaan op de constateringen van de AIV dat het Koninkrijk niet voldoet
aan internationaal geaccepteerde mensenrechtennormen wat betreft het (toezicht op)
de asielprocedures, te lang heeft geaccepteerd dat met name de omstandigheden bij
detentie ver onder de maat zijn en er misstanden plaatsvinden bij de repatriëring
van Venezolanen? Deelt u de mening, ook van de AIV, dat de waarborgfunctie van het
Koninkrijk (artikel 43 lid 2 Statuut) door Nederland te veel als een laatste redmiddel
wordt beschouwd en dat dit een te marginale benadering is, en dat de waarborgfunctie
zich ook zou moeten uitstrekken tot preventie?10 Zo nee, waarom niet? Welke les trekt u dan uit het AIV-rapport en met name deze specifieke
aanbeveling?
Gelet op de conclusies van de AIV, de Raad van de rechtshandhaving en de ombudsman
over de tekortkomingen rondom het opvolgen van aanbevelingen en de effectiviteit van
maatregelen, welke stappen gaat u, samen met de autoriteiten op Curaçao, zetten om
het toezicht op de eilanden effectiever te maken en te borgen dat aanbevelingen van
instanties daadwerkelijk opgevolgd worden?
Antwoord 6, 7 en 8
Begin 2021 zal uw Kamer een kabinetsreactie op het betreffende AIV-advies ontvangen,
aangeboden door de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie. Ik acht het niet
opportuun om op deze reactie vooruit te lopen. Daarom zeg ik u namens het kabinet
toe dat de beantwoording van vraag 6, 7 en 8 in deze reactie aan de orde komt.
Vraag 9
Wat kunt u zeggen over de recente brand11 in de SDKK? Hoe zijn de vreemdelingen er aan toe? Zijn er gewonden? Wat is de staat
van de barakken na de brand? In hoeverre is het nog verantwoord om vreemdelingen te
laten verblijven in deze barakken?
Antwoord 9
De autoriteiten van Curaçao hebben mij laten weten dat er geen gewonden zijn gevallen
door de brand. Ook hebben zij mij laten weten dat de schade aan de cellen meeviel,
en dat er na een grondige schoonmaak, in nauw overleg met de inrichtingsarts, is besloten
om de cellen weer in gebruik te nemen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.