Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Helder en Graus over het bericht ‘Van Vollenhoven wil vertrekken bij ‘koninklijke’ Vereniging politiehonden door vermeende dierenmishandeling’
Vragen van de leden Helder en Graus (beiden PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Van Vollenhoven wil vertrekken bij «koninklijke» vereniging politiehonden door vermeende dierenmishandeling» (ingezonden 26 oktober 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 20 november
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 805.
Vraag 1
Kent u het artikel «Van Vollenhoven wil vertrekken bij «koninklijke» vereniging politiehonden
door vermeende dierenmishandeling»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat meerdere leden van de Koninklijke Nederlandse Politiehond Vereniging
(KNPV) vanwege de verdenking van dierenmishandeling van hun bed zijn gelicht en thans
(nog) verdachte zijn?
Antwoord 2
Naar aanleiding van de beelden die enige tijd geleden zijn vertoond in het tv-programma
«Undercover in Nederland» heeft de politie een onderzoek ingesteld. In dat onderzoek
zijn meerdere personen verhoord. Het onderzoeksdossier is inmiddels opgemaakt en verzonden
naar het Openbaar Ministerie. In het onderzoeksdossier zijn in totaal 8 personen aangemerkt
als verdachte. Vanuit privacyoverwegingen kan hier geen uitspraak worden gedaan over
de relatie tussen die verdachten en de KNPV. Wellicht ten overvloede wil ik hierbij
benadrukken dat de KNPV een zelfstandige, private vereniging is.
Vraag 3
Kunt u, aangezien u in antwoord op Kamervragen op 25 mei 2020 aangaf dat een opsporingsonderzoek
gaande is, bevestigen dat er één of meerdere opsporingsonderzoeken lopen? Zo ja, wat
is daarvan de stand van zaken?2
Antwoord 3
Het opsporingsonderzoek is inmiddels afgerond en het onderzoeksdossier is verzonden
naar het Openbaar Ministerie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.