Amendement : Amendement van de leden Van der Molen en Paternotte over het bieden van de mogelijkheid aan instellingsbesturen om zelf te bepalen of zij bij inschrijving voor een opleiding de nadere vooropleidingseisen toepassen
35 582 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met een verbeterde regeling voor diverse onderwerpen op het terrein van het hoger onderwijs en de studiefinanciering (Variawet hoger onderwijs)
Nr. 9
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER MOLEN EN PATERNOTTE
Ontvangen 19 november 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Na artikel I, onderdeel M, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ma
Artikel 7.25 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:
Onverminderd het vierde lid kan bij ministeriële regeling bepaald worden dat een instellingsbestuur
de mogelijkheid heeft om voor een bij die regeling aan te wijzen opleiding of groep
van opleidingen enkel studenten in te schrijven van wie het diploma betrekking heeft
op een of meer bij die ministeriële regeling aan te wijzen profielen, bedoeld in artikel
12 van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 38 van de Wet voortgezet onderwijs
BES, waarbij de profielen betrekking hebben op de volgende diploma’s:
2. De aanhef van het tweede lid komt te luiden:
Onverminderd het vierde lid kan bij ministeriële regeling tevens bepaald worden dat
een instellingsbestuur de mogelijkheid heeft om voor een bij die regeling aan te wijzen
opleiding of groep van opleidingen enkel studenten in te schrijven van wie het examen
ter verkrijging van een in het eerste lid bedoeld diploma voor een deel bestaat uit
bij die ministeriële regeling aangewezen vakken en andere programmaonderdelen, indien
het betreft:
3. In het tweede lid, onderdeel b, wordt na de puntkomma ingevoegd «of».
4. In het derde lid wordt in de aanhef «Bij ministeriële regeling kunnen eisen worden
gesteld» vervangen door «Onverminderd het vierde lid kan bij ministeriële regeling
bepaald worden dat een instellingsbestuur de mogelijkheid heeft om eisen te stellen».
5. Na het derde lid wordt, onder vernummering van het vierde tot en met zesde lid tot
vijfde tot en met zevende lid een lid ingevoegde, luidende:
4. Bij de ministeriële regeling, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, kan worden
bepaald dat voor een bij die regeling aangewezen opleiding of groep van opleidingen
het instellingsbestuur een of meer van de nadere vooropleidingseisen, bedoeld in het
eerste, tweede of derde lid, stelt aan aspirant-studenten om te kunnen worden ingeschreven.
6. In het zesde lid (nieuw), eerste volzin, wordt «Het instellingsbestuur kan bepalen
dat de bezitter van een diploma, genoemd in het eerste of derde lid, die niet voldoet
aan de in het eerste, tweede of derde lid bedoelde voorwaarden, toch wordt ingeschreven»
vervangen door «Indien de nadere vooropleidingseisen, bedoeld in het eerste tot en
met vierde lid, van toepassing zijn, en een student hieraan niet aan voldoet, kan
de student toch worden ingeschreven»
II
Aan artikel I, onderdeel N, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
3. In het derde lid wordt «Indien nadere vooropleidingseisen als bedoeld in artikel
7.25, eerste, tweede of derde lid» vervangen door «Indien nadere vooropleidingseisen
als bedoeld in artikel 7.25, eerste tot en met vierde lid, van toepassing zijn».
III
Na artikel I, onderdeel BB, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
BBa
In artikel 7.61, eerste lid, onder d, wordt «7.25, vijfde lid» vervangen door «7.25,
zesde lid».
Toelichting
Op grond van artikel 7.25, dat gaat over nadere vooropleidingseisen, kunnen profielen
of bepaalde vakken worden aangewezen die verplicht deel moeten hebben uitgemaakt van
het eindexamen voor toelating tot een bepaalde opleiding. Als de Minister deze eisen
vaststelt, zijn ze verplicht voor alle opleidingen. Met de wijziging in dit amendement
wordt bewerkstelligd dat het instellingsbestuur zelf kan bepalen of de bij ministeriële
regeling vastgestelde nadere vooropleidingseisen aan studenten, die zich voor een
bepaalde opleiding willen inschrijven, worden toegepast. Op grond van het nieuwe vierde
lid kunnen bij ministeriële regeling opleidingen hiervan worden uitgezonderd. Van
deze bevoegdheid kan bijvoorbeeld toch gebruik gemaakt worden in gevallen waar blijkt
dat het niet hanteren van nadere vooropleidingseisen leidt tot meer uitval en switch
onder studenten of in gevallen waar blijkt dat landelijk geldende nadere vooropleidingseisen
noodzakelijk zijn.
Van der Molen Paternotte
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H. van der Molen, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Jan Paternotte, Tweede Kamerlid