Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over het bericht 'Patiënt betaalt prijs voor plannen Zorginstituut'
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht «Patiënt betaalt prijs voor plannen Zorginstituut» (ingezonden 23 oktober 2020).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 17 november 2020). Zie ook
            Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 766.
         
Vraag 1 en 2
            
Wat is uw reactie op het bericht «Patiënt betaalt prijs voor plannen Zorginstituut»?1
Erkent u dat de uitspraak van de voorzitter van Zorginstituut Nederland dat de hooggebergtebehandeling
               niet effectiever is dan longrevalidatie in Nederland feitelijk onjuist is?
            
Antwoord 1 en 2
            
Omdat de meerwaarde niet is aangetoond, wordt hooggebergtebehandeling sinds het ingaan
               van het standpunt van het Zorginstituut op 10 december 2019, niet langer vergoed.
               De wetenschappelijke studie waar in het artikel aan gerefereerd wordt, moest de meerwaarde
               van deze behandeling aantonen in vergelijking met longrevalidatie (op zeeniveau) in
               Nederland. Het standpunt van het Zorginstituut is voornamelijk gebaseerd op basis
               van de uitkomsten van deze studie, die najaar 2018 is afgerond. De claim van de onderzoekers
               was dat hooggebergtebehandeling beter is dan longrevalidatie in Nederland (op zeeniveau).
               Omdat de twee patiëntengroepen in de studie teveel van elkaar verschilden, is dit
               echter niet vast te stellen. Longrevalidatie wordt nog steeds vergoed via de basisverzekering.
               Ten aanzien van hooggebergtebehandeling, reken ik erop dat partijen alert zijn en
               blijven op nieuwe studies over de effectiviteit van hooggebergtebehandeling bij ernstig
               refractair astma. Op basis daarvan kunnen partijen besluiten het Zorginstituut te
               vragen een nieuw standpunt in te nemen.
            
Vraag 3
            
Wat is uw reactie op de onrust die is ontstaan na de beoordeling van het Zorginstituut
               die botste met de overheersende mening van longartsen en in strijd is met resultaten
               van een mede op haar eigen verzoek verricht onafhankelijk onderzoek waaruit bleek
               dat de hooggebergtebehandeling juist voor een sterkere en langdurige verbetering zorgde?
            
Antwoord 3
            
Het Zorginstituut heeft de afgelopen tien jaar samen met de relevante veldpartijen
               een traject doorlopen. Het Zorginstituut werkt daarbij volgens vastgelegde werkwijzen.
               Het Zorginstituut heeft over het proces om te komen tot dit standpunt zorgvuldig verslag
               gedaan, hetgeen aan uw Kamer is verzonden.2 Ook heeft het Zorginstituut een evaluatie door een onafhankelijk bureau toegezegd
               naar het proces rondom de totstandkoming van het standpunt hooggebergtebehandeling.
               Long Alliantie Nederland, longartsenvereniging NVALT en longpatiëntenverenigingen
               zijn gevraagd om input te leveren op de onderzoeksopdracht en zitting te nemen in
               de begeleidingscommissie. Tot slot wordt de duiding van hooggebergtebehandeling door
               het Zorginstituut betrokken bij de Kaderwetevaluatie die focust op de doeltreffendheid
               en doelmatigheid van het Zorginstituut. Ik verwacht dat het proces daarmee voldoende
               geëvalueerd is.
            
Vraag 4
            
Hoe staat het met de evaluatie van het Zorginstituut waartoe uw voorganger besloot?
Antwoord 4
            
De vijfjaarlijkse kaderwetevaluatie, waarin de doelmatigheid en doeltreffendheid van
               het Zorginstituut wordt geëvalueerd, verwacht ik rondom het kerstreces aan uw Kamer
               te kunnen toezenden.
            
Vraag 5
            
Wat vindt u ervan dat deze situatie nog niet heeft geleid tot een bescheidener opstelling
               van het Zorginstituut, getuige recente uitspraken dat voor 50 procent van de zorg
               in het basispakket de wetenschappelijke onderbouwing ontbreekt?
            
Antwoord 5
            
Het klopt dat voor een groot deel van alle zorg in het zogenoemde «open systeem» van
               het basispakket de effectiviteit maar beperkt bewezen is. Dat heb ik in eerdere Kamerbrieven
               ook aangegeven. Om hierin verandering te brengen, bestaan er verschillende programma’s,
               zoals Zorgevaluatie en Gepast Gebruik, Zinnige Zorg en verscheidene ZonMw-programma’s.
               Ik vind het de verantwoordelijkheid voor alle partijen om zich in te zetten om de
               kennis over de effectiviteit van behandelingen te vergroten en deze te implementeren
               in de praktijk. Naast professionals, zorgaanbieders, patiënten en zorgverzekeraars,
               heeft ook het Zorginstituut hier een rol in.
            
Het Zorginstituut is een zelfstandig bestuursorgaan dat conform de in de Zvw toebedeelde
               taken handelt. Zoals in het antwoord op vraag 4 aangegeven, wordt op dit moment de
               vijfjaarlijkse kaderwetevaluatie naar het functioneren van het Zorginstituut uitgevoerd,
               waarin de doelmatigheid en doeltreffendheid van het Zorginstituut geëvalueerd wordt.
            
Vraag 6
            
Wat gaat u doen om de hooggebergtebehandeling toegankelijk te houden voor patiënten
               met ernstig astma? Bent u bereid om de op 19 december 2019 met algemene stemmen aangenomen
               kamermotie Van Gerven c.s. uit te voeren?3
Antwoord 6
            
Over de uitvoering van de motie Van Gerven c.s. heb ik u reeds geïnformeerd.4 Ten aanzien van de beschikbaarheid van longrevalidatiezorg voor mensen met ernstig
               refractair astma, verwijs ik u naar mijn brief van 6 november jongstleden.5 Hiervan is voldoende aanbod. De NZa ziet toe op de zorgplicht van verzekeraars, en
               daarmee de borging van de continuïteit van longrevalidatiezorg.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.