Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Aartsen, Van den Bosch en Veldman over het toestaan en mogelijk maken van winterterrassen als reddingsboei voor horecaondernemers
Vragen van de leden Aartsen, Van de Bosch en Veldman (allen VVD) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het toestaan en mogelijk maken van winterterrassen als reddingsboei voor horecaondernemers (ingezonden 11 september 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat), mede namens
de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (ontvangen 6 november 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2020–2021, nr. 384.
Vraag 1
Deelt u de mening dat terrassen tot nu toe voor veel welkome omzet hebben gezorgd
bij veel horecaondernemers waardoor ze momenteel nog bestaan, met name gezien het
feit dat horecaondernemers vanwege de coronabeperkingen maar een beperkt aantal gasten
binnen mogen ontvangen en het feit dat de beperkingen op het terras minder beperkend
zijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1
Terrassen hebben deze zomer voor een deel van de horecaondernemers gezorgd voor een
welkome omzet. Ten aanzien van de beperkingen kan ik het volgende toelichten. Met
ingang van 14 oktober 2020 geldt dat eet- en drinkgelegenheden geheel gesloten zijn.
Uitgezonderd zijn hotels voor de hotelgasten, de afhaalfunctie van eet- en drinkgelegenheid
en bedrijfskantines, mits maatregelen worden getroffen om 1,5 meter afstand te garanderen.
Vraag 2
Deelt u de zorg dat met de winter op komst veel horecaondernemers veel minder gasten
kunnen ontvangen als zij geen gebruik kunnen maken van hun terrassen, maar voor hun
omzet alleen afhankelijk zijn van het aantal plaatsen binnen? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, heeft u een beeld over welk gedeelte van de omzet er de afgelopen tijd afkomstig
is van buitenterrassen?
Antwoord 2
Ja, voor ondernemers die in het zomerseizoen terrassen exploiteren, biedt de winter
minder mogelijkheden om omzet te generen. Het percentage van de omzet dat toe te schrijven
valt aan de buitenterrassen verschilt per onderneming.
Vraag 3
Erkent u het feit dat winterterrassen met overkappingen, terraswarmers, parasols,
tenten en andere mogelijkheden als reddingsboei voor duizenden horecaondernemers kunnen
fungeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Met de genoemde middelen zou een deel van de horecaondernemers, mits veilig en passend
binnen de lokale situatie, hun omzet kunnen vergroten doordat een grotere bezetting
mogelijk is.
Vraag 4
Steunt u de oproep richting gemeenten om zo veel als mogelijk winterterrassen (met
bijbehorende zaken) toe te staan en hier makkelijk aan mee te werken zodat horecaondernemers
de winterperiode kunnen doorkomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ja. Mits passend binnen de geldende landelijke maatregelen en veilig en passend binnen
de lokale situatie/maatregelen en bestaande regels. Het is een afweging die door gemeenten
zelf zal moeten worden gemaakt.
Vraag 5
Bent u bereid om in contact te treden met vertegenwoordigers van horecaondernemers en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) om gezamenlijk tot een
«Winterplan» voor de horeca te komen en ervoor te zorgen dat in alle gemeenten het
standaardbeleid wordt dat winterterrassen waar mogelijk worden toegestaan? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 5
Mede naar aanleiding van uw vragen is er contact geweest met de VNG. Gemeenten en
de VNG werken sinds het voorjaar samen met lokale horeca aan inpassing van ruimer
terrassenbeleid. Dit juicht het Kabinet toe. Gemeenten hebben in de winterperiode
net als in de zomerperiode mogelijkheden om ruimere terrassen op te zetten in de publieke
ruimte binnen de landelijke coronarichtlijnen. Hierbij dient te worden opgemerkt dat
de invulling van die ruimte een gemeentelijke afweging van belangen én draagvlak is,
waarbij niet alleen de ondernemers, maar ook omwonenden en andere functies als bijvoorbeeld
de weekmarkt belangen hebben.
Vraag 6
Kunt u de Kamer een overzicht doen toekomen van in welke gemeente er vanaf 1 oktober
2020 wel en in welke gemeente er vanaf 1 oktober 2020 geen winterterrassen zijn toegestaan?
Kunt u daarbij aangeven wat de redenen zijn waarom gemeenten winterterrassen niet
toestaan?
Antwoord 6
Een dergelijk overzicht wordt niet bijgehouden. Zoals bovenstaand is aangegeven is
het een gemeentelijke aangelegenheid om alle belangen zorgvuldig af te wegen.
Vraag 7
Wat is er verder voor nodig om eventuele beperkingen of obstakels weg te nemen voor
gemeenten om mee te werken aan winterterrassen?
Antwoord 7
Zoals ook in de beantwoording van vraag 5 en 6 wordt opgemerkt, is het inpassen van
terrassen in de publieke ruimte, ook in de winter, een lokale aangelegenheid. De wet-
en regelgeving is er op gericht om de gemeente zoveel mogelijk autonomie te geven
in het maken van de belangenafweging en schept randvoorwaarden waarbinnen die besluitvorming
plaats dient te vinden. Er zijn op dit moment – buiten de landelijke maatregelen –
geen obstakels in wet- en regelgeving bekend die het toestaan van winterterrassen
in de weg zouden staan.
Vraag 8
Is er duidelijkheid welke varianten van tenten, parasols of overkappingen zijn toegestaan
binnen de coronaregels die voor de buitenomgeving van toepassing zijn? Zo nee, bent
u bereid om die duidelijkheid te geven richting vertegenwoordigers van de horecaondernemers
en richting gemeenten? Zo ja, kunt u die duidelijkheid actief verspreiden onder gemeenten?
Antwoord 8
Vanuit de bestrijding van Covid-19 gelden er geen beperkingen voor het plaatsen van
tenten, parasols of overkappingen bij terrassen, hierbij geldt dat een buitenterras
aan de bovenzijde of aan drie zijden open is. Als dit niet het geval is dan geldt
het terras als een binnenlocatie, met de daarbij behorende maatregelen. De eisen die
gesteld worden aan eet- en drinkgelegenheden en terrassen zijn opgenomen in de noodverordeningen
van de veiligheidsregio’s, worden door de veiligheidsregio’s gecommuniceerd en worden
toegelicht op www.rijksoverheid.nl.
Vraag 9
Heeft het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onderzoek gedaan naar
welke varianten van tenten, parasols of overkappingen welk effect hebben op de besmettingen?
Zo nee, bent u bereid om het RIVM hier onderzoek naar laten doen? Heeft het RIVM onderzoek
gedaan naar welke varianten van tenten, parasols of overkappingen vergelijkbaar zijn
met buitenlocaties zodat deze onder het buitenregime van de coronaregels vallen?
Antwoord 9
Het RIVM heeft geen specifiek onderzoek gedaan naar welke varianten van tenten, parasols
of overkappingen welk effect hebben op de besmettingen. Een buitenterras kan als zodanig
worden aangemerkt als het aan de bovenzijde of aan drie zijden open is, deze variatie
is vergelijkbaar met een buitenlocatie.
Vraag 10
Wilt u deze vragen los van elkaar beantwoorden?
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.