Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Remco Dijkstra over het bericht 'Zonder schoolreisjes en evenementen gaan de touringcarbedrijven ten onder'
Vragen van het lid Remco Dijkstra (VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Zonder schoolreisjes en evenementen gaan de touringcarbedrijven ten onder» (ingezonden 10 september 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-Van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat)
(ontvangen 3 november 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021,
nr. 249.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Zonder schoolreisjes en evenementen gaan de touringcarbedrijven
ten onder»?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Is er inzicht in de daling van de vraag naar dagjes uit (waaraan bijvoorbeeld schoolkinderen
of ouderen vaak deelnemen), ritten die voorheen uitgevoerd werden door touringcars?
Wat is de omvang van deze sector in Nederland? Is redelijk in te schatten uit welke
bedrijfsactiviteiten de bedrijven in de sector hun voornaamste inkomsten halen? Herkent
u de omzetdaling van maar liefst 95% die genoemd wordt?
Antwoord 2
Op basis van de gegevens uit de branche zelf is op te maken dat er eind 2019 440 touringcarondernemingen
zijn met in totaal ruim 3.800 voertuigen. Er zijn eind 2019 5.600 mensen werkzaam
in de touringcarsector met een omzet van € 583 mln. Deze omzet bestaat voor 24% uit
geregeld vervoer voor scholen, werknemers, ov en internationale lijn- en pendeldiensten,
voor 37% uit dagritten voor scholen en verenigingen en voor 39% uit zelf georganiseerde
reizen (dagtochten en meerdaagsen) en overige ritten. Gezien de aard van deze activiteiten
kan ik me voorstellen dat er sprake is van een forse omzetdaling als gevolg van de
coronapandemie.
Vraag 3
In welke mate en door welke ministeries is er vanuit de rijksoverheid regelmatig contact
met de touringcarsector? Hoe kan het dat de branche al acht brieven heeft moeten sturen
om onder de aandacht te komen? Is er helemaal geen communicatie geweest met de sector
of individuele touringcarbedrijven?
Antwoord 3
Vanuit het Ministerie van IenW vindt in normale omstandigheden incidenteel overleg
plaats met de sector wanneer daar vanwege wet- en regelgevingsfactoren uit de Wet
Personenvervoer 2000 reden voor is. In die gevallen gaat het dan over juridische vraagstukken
rond toelating tot het beroep buschauffeur of toelating tot de markt. Het Ministerie
van EZK heeft doorgaans geen (ambtelijk) contact met de sector.
Als gevolg van de coronapandemie is het contact tussen beide ministeries en de branche
echter geïntensiveerd. Branchevereniging Busvervoer NL/KNV is aangesloten geweest
bij het tijdelijke Nationaal OV Beraad + (NOVB+), dat is opgestart aan het begin van
de COVID-19 uitbraak. Daarnaast is er op ambtelijk niveau zowel vanuit het Ministerie
van IenW als het Ministerie van EZK met Busvervoer NL veelvuldig contact geweest over
protocollen- en regels voor besloten busvervoer en de inzet van generieke steunmaatregelen
voor deze sector. Ook zijn vragen van individuele touringcarondernemers beantwoord
via e-mail of per brief en heeft de Staatssecretaris van EZK op 17 juni persoonlijk
een petitie in ontvangst genomen van de touringcarbranche. Op 27 oktober 2020 heb
ik samen met de Staatssecretaris van EZK overleg gehad met de sector en aangegeven
dat de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) ook voor de touringcarsector verlengd zal
worden tot en met juni 2021.
Vraag 4
Als zelfs in een positief scenario toch circa 40% van de sector de crisis niet overleeft,
wat betekent dat dan voor de blijvende beschikbaarheid van voldoende touringcars als
vervoersmiddel in Nederland?
Antwoord 4
Als gevolg van de coronapandemie is de vraag naar zowel openbaar vervoer als besloten
busvervoer afgenomen. Het is nog onduidelijk wat hiervan het structurele effect zal
zijn op de langere termijn voor het aanbod van verschillende vervoersmodaliteiten.
Vraag 5
Bent u bekend met het feit dat het vooral familiebedrijven betreft? Het zal onvermijdelijk
zijn dat bedrijven omvallen vanwege de gevolgen van de coronacrisis en de beperkte
reizen, maar welke maatregelen zijn passend, aangeboden en/of denkbaar om de overlevingskansen
van deze bedrijven te vergroten? Is er nagedacht over een mogelijk andere inzet van
de touringcars? Wiens verantwoordelijkheid is dat?
Antwoord 5
Gezien de omvang van de crisis en het grote aantal getroffenen heeft het kabinet gezorgd
voor een generiek maatregelenpakket dat op korte termijn uitvoerbaar en effectief
is en zoveel mogelijk benadeelden bereikt. Ook deze sector (SBI 49.39.1) kan gebruik
maken van de NOW, de TVL (tegemoetkoming in de vaste lasten) en de TOGS. Daarnaast
geeft de overheid via de BMKB en de GO-C een garantie op kredieten met een laag rentepercentage
en kunnen bedrijven uitstel van betalingen voor belastingen en andere heffingen vragen.
Sectorale steun aanvullend op generieke pakketten is een afweging die door het gehele
kabinet gemaakt wordt, en dient te worden afgewogen met de situatie in andere sectoren
en de bredere economische ontwikkeling gedurende de coronacrisis.
De touringcarbranche wordt gestuurd door de markt van vraag en aanbod. Er is geen
sprake van een (structurele) opdrachtgever-opdrachtnemers relatie tussen de (rijks)overheid
en touringcarondernemers.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.