Amendement : Amendement van het lid Van Otterloo over een nominale stijging van de ouderenkorting gedekt door een verlaging van de maximale arbeidskorting
35 572 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2021)
Nr. 25
AMENDEMENT VAN HET LID VAN OTTERLOO
Ontvangen 2 november 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel D, wordt «€ 55» vervangen door «€ 158».
II
In artikel XVIII, onderdeel B, wordt «€ 55» vervangen door «€ 158».
III
In artikel XXXIX, onderdeel A, onder 4, wordt «€ 184» vervangen door «€ 154» en wordt
«€ 324» vervangen door «€ 294».
IV
In artikel XXXIX, onderdeel C, onder 4, wordt «€ 184» vervangen door «€ 154» en wordt
«€ 324» vervangen door «€ 294».
Toelichting
Met dit amendement wordt bewerkstelligd dat de ouderenkorting van artikel 8.18 Wet
inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) en artikel 22b Wet op de loonbelasting 1964
(Wet LB 1964), nadat de inflatiecorrectie van de artikelen 10.1 Wet IB 2001 en 22d
Wet LB 1964 per 1 januari 2021 zijn toegepast, met ingang van 1 januari 2021 wordt
verhoogd met € 158. Dit is een additionele verhoging van € 103 ten opzichte van de
voorgenomen verhoging van € 55 in het voorstel van wet. De additionele verhoging van
de ouderenkorting kost structureel € 182 miljoen. Met dit amendement wordt ter dekking
tevens een verlaging van € 30 bewerkstelligd van de voorgestelde verhoging van de
maximale arbeidskorting in het tweede en derde opbouwtraject van artikel 8.11 Wet
IB 2001 en artikel 22a Wet LB 1964 per 1 januari 2021, nadat de inflatiecorrectie
van de artikelen 10.1 Wet IB 2001 en 22d Wet LB 1964 per 1 januari 2021 zijn toegepast.
Van Otterloo
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G.J.P. van Otterloo, Tweede Kamerlid