Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van lid Buitenweg over ex-partnergeweld
Vragen van het lid Buitenweg (GroenLinks) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over ex-partnergeweld (ingezonden 9 september 2020).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming), mede namens de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 27 oktober 2020). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 155.
Vraag 1
Wordt ex-partnergeweld geregistreerd als een vorm van huiselijk geweld? Zo ja, is
er een verschil in registratie van huiselijk geweld waar sprake is van ex-partnergeweld
en huiselijk geweld waar de huidige partner de geweldpleger is?
Antwoord 1
Veilig Thuis maakt bij de registratie van de aard van het geweld onderscheid tussen
de doelgroepen van het geweld (hoofdcategorieën) en registreert daarbij ook de verschillende
vormen van mishandeling (subcategorieën).
«(Ex-)partnergeweld» is een van de hoofdcategorieën. Veilig Thuis maakt in deze hoofdcategorie
geen onderscheid in geweld tussen ex-partners en geweld tussen huidige partners. In
de praktijk kunnen deze twee rollen (partner en ex-partner) immers niet altijd helder
zijn en/of periodiek wisselen. Politie en OM kunnen in geval van ex-partnergeweld
de maatschappelijke classificatie «huiselijk geweld» en de onderclassificatie «partnergeweld»
toevoegen. Ex-partnergeweld wordt niet afzonderlijk geregistreerd.
Vraag 2
Worden bij partnergeweld en bij ex-partnergeweld zowel de meldingen, de aangiften
en de veroordelingen geregistreerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Veilig Thuis registreert meldingen van (ex-)partnergeweld. De politie registreert
meldingen en aangiften van geweldsincidenten. Het Openbaar Ministerie en de rechtspraak
registreren veroordelingen van geweldsdelicten. De politie en het Openbaar Ministerie
kunnen aan deze registratie de maatschappelijke (onder)classificatie «partnergeweld»
toevoegen.
Vraag 3
Vindt er aparte registratie plaats bij (ex-)partnergeweld als er sprake is van meerdere
geweldsincidenten tussen hetzelfde slachtoffer en dezelfde dader? Zo ja, op welke
wijze wordt dit meegenomen in de registratie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Nee. Er vindt geen aparte registratie plaats van meerdere geweldsincidenten door dezelfde
pleger bij hetzelfde slachtoffer. De verschillende incidenten kunnen wel aan elkaar
gekoppeld worden: Veilig Thuis kan in de registratie meerdere meldingen van (ex-)partnergeweld
waarbij dezelfde personen zijn betrokken aan eenzelfde casus koppelen. Ook de politie
kan in de registratie meerdere geweldsincidenten waarbij dezelfde personen zijn betrokken
aan elkaar koppelen. Het Openbaar Ministerie en de rechtspraak registreren op zaaksniveau.
Het is afhankelijk van de tenlastelegging in de strafzaak of hiervan meerdere incidenten
onderdeel uitmaken.
Vraag 4
Hoeveel vrouwen zijn in de periode 2017 tot en met 2019 slachtoffer geworden van stalking
door de ex-partner?
Antwoord 4
In het prevalentieonderzoek naar huiselijk geweld en kindermishandeling (WODC 2019)
is stalking niet gemeten. Momenteel voert het WODC een nieuw prevalentieonderzoek
naar huiselijk en seksueel geweld uit onder de Nederlandse bevolking, waarbij wel
op basis van zelfrapportage gemeten wordt hoeveel personen in Nederland het afgelopen
jaar slachtoffer zijn geweest van stalking door de ex-partner. De uitkomsten van dit
onderzoek verschijnen naar verwachting in het najaar van 2020 en zullen met uw Kamer
worden gedeeld.
Vraag 5
Hoeveel vrouwen zijn in de periode 2017 tot en met 2019 slachtoffer geworden van een
geweldsmisdrijf gepleegd door de ex-partner?
Antwoord 5
Uit cijfers van het CBS (gebaseerd op zelfrapportage door de slachtoffers in de Veiligheidsmonitor)
blijkt dat in 2017 per 100 vrouwen in Nederland 2,8 vrouwen slachtoffer waren van
een geweldsdelict, waarvan 9,1% door de ex-partner (ter vergelijking: door de partner
3,3%).1 Voor het jaar 2018 zijn deze cijfers niet beschikbaar bij het CBS. In 2019 waren
2,7 vrouwen per 100 vrouwen slachtoffer van een geweldsdelict, waarvan 7,7% door de
ex-partner (ter vergelijking: door de partner 3,4%).2
Vraag 6
Hoeveel vrouwen zijn in de periode 2017 tot en met 2019 gedood door de ex-partner?
Antwoord 6
Uit cijfers van het CBS blijkt dat in 2017 in Nederland 18 vrouwen zijn gedood door
de (ex-)partner.3 In 2018 zijn 32 vrouwen in Nederland gedood door de (ex-) partner.4 Op basis van de voorlopige cijfers van het CBS over 2019 blijkt dat in dat jaar 23
vrouwen in Nederland zijn gedood door de (ex-) partner.5
Vraag 7
Zijn er specifieke protocollen (bij betrokken instanties) voor situaties waarin vrouwen
worden bedreigd door de ex-partner en die uniek zijn voor deze situaties? Zo ja, wat
zijn deze protocollen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ja. De aanpak van stalking valt samen met de aanpak van huiselijk geweld als het gaat
om de afstemming, de werkwijze en de beschikbare interventies van de politie, Veilig
Thuis en de strafrechtketen. Omdat inspectieonderzoek heeft laten zien dat verbeteringen
nodig zijn in de aanpak van stalking, zijn er door partners specifieke protocollen
ontwikkeld.
De maatregelen uit de beleidsreactie op het rapport van de Inspectie van JenV over
de aanpak van ex-partner stalking door Bekir E. hebben geleid tot (aanscherping van)
enkele specifieke protocollen voor de aanpak van stalking door ex-partners. Zo hebben
het Zorg- en Veiligheidshuis Rotterdam Rijnmond en Veilig Thuis Rotterdam Rijnmond
hun werkwijze voor een herkenning en inschatting van de risico’s verbeterd en beschikbaar
gemaakt voor andere organisaties. Ook heeft de politie een specifieke werkinstructie
voor de aanpak van stalking door de ex-partner ingevoerd, waarin onder meer de afstemming
met Veilig Thuis, Reclassering en OM is opgenomen. Ten slotte heeft het OM de aanwijzingen
herbeoordeeld. De aanwijzingen zullen naar aanleiding hiervan ook specifiek worden
aangepast voor ex-partner stalking, als onderdeel van de aanscherping van de strafrechtelijke
aanpak van stalking.
Benadrukt moet worden dat bedreiging door de ex-partner in veel gevallen samenloop
laat zien met andere vormen van huiselijk geweld en kindermishandeling6. Daarom is ook bij bedreiging door de ex-partner in de eerste plaats een integrale
werkwijze de aangewezen weg. Deze werkwijze is gericht op directe veiligheid (het
stoppen van het geweld en beschermen van slachtoffers) en vervolgens op duurzame veiligheid
in het gezin of het huishouden (door het wegnemen van de risico’s op herhaling van
het geweld).
Vraag 8
Wordt het beleid dat beoogt vrouwen te beschermen die gevaar lopen vanwege hun partner
of ex-partner geëvalueerd? Zo ja, op welke wijze vindt deze evaluatie plaats? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 8
Ja. De Impactmonitor huiselijk geweld en kindermishandeling7, die eind 2019 voor het eerst is gepubliceerd, laat op structurele basis zien hoe
het er in Nederland voor staat met de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling
(inclusief (ex-)partnergeweld). De impactmonitor laat zowel landelijk als regionaal
zien wat de impact is van beleid en van de uitvoering. Hiermee wordt een basis gelegd
voor verbetering van de aanpak en de evaluatie van beleid.
Vraag 9
Worden incidenten van (ex-)partnergeweld benut als leermogelijkheden om hulpverlening
en/of beleid te verbeteren? Zo ja, hoe worden dergelijke incidenten hiervoor benut?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Ja. Naast de gestructureerde monitoring met behulp van de impactmonitor, is er in
de uitvoering aandacht voor evaluatie. Politie, Veilig Thuis, justitieorganisaties,
vrouwenopvang en hulpverlening evalueren casuïstiek. Dit gebeurt bijvoorbeeld op verzoek
van professionals die na een incident op zoek zijn naar een optimale aanpak, maar
ook naar aanleiding van onderzoek door de Inspectie vanwege een calamiteit.
Calamiteiten als gevolg van huiselijk geweld worden in toenemende mate door gemeenten
aangegrepen voor het inrichten van leersessies of -trajecten met betrokken partijen.
Gemeenten richten in toenemende mate met betrokken partijen leersessies of leertrajecten
in over de aanpak van huiselijk geweld. Zij kunnen hierbij gebruik maken van de handreiking
«Leren van calamiteiten in het sociaal domein»8, opgesteld door de Inspecties.
Vraag 10
Worden ervaringsdeskundigen betrokken bij het maken/ontwikkelen, evalueren en/of verbeteren
van beleid en/of hulpverlening? Zo ja, op welke wijze worden ervaringsdeskundigen
betrokken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Ja. Het betrekken van ervaringsdeskundigen is belangrijk. Vanuit het programma Geweld
hoort nergens thuis is daarom een handreiking ontwikkeld voor gemeenten om ervaringsdeskundigheid
in te zetten bij de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. De handreiking
is gedeeld met alle gemeenten.
Het programma Geweld hoort nergens thuis wordt bijgestaan door een vertegenwoordiging
van ervaringsdeskundigen (zowel ex-plegers als ex-slachtoffers). Deze ervaringsdeskundigen
stimuleren en ondersteunen het programmateam en de regio’s.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.