Amendement : Amendement van het lid Beckerman over niet verhogen van de huurprijzen in 2021 voor alle huurders
35 578 Wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II en de Woningwet (eenmalige huurverlaging huurders met een lager inkomen)
Nr. 11 AMENDEMENT VAN HET LID BECKERMAN
Ontvangen 26 oktober 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel III wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel III0A
1. In afwijking van de artikelen 246 en 248 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt
de huurprijs van een zelfstandige woning als bedoeld in artikel 234 van dat boek in
2021 niet verhoogd.
2. Ieder beding in een huurovereenkomst als bedoeld in artikel 247 van Boek 7 van het
Burgerlijk Wetboek dat leidt tot verhoging van de huurprijs in 2021 is nietig.
3. In 2021 vindt artikel 274, eerste lid, onderdeel d, van Boek 7 van het Burgerlijk
Wetboek geen toepassing voor zover het in dat onderdeel bedoelde aanbod een wijziging
van de huurprijs, anders dan in verband met voorzieningen, veranderingen of toevoegingen
als bedoeld in artikel 255 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, inhoudt.
Toelichting
Het voorliggende wetsvoorstel geeft huurders met een laag inkomen bij woningcorporaties
een eenmalige huurverlaging. Daarmee doet de wet niets voor huurders van woningcorporaties
in het geliberaliseerde segment en niets voor huurders in de vrije en particuliere
sector. Tegelijkertijd heeft dit jaar de grootste huurstijging in zes jaar tijd plaatsgevonden.
Daarom willen we met dit amendement ervoor zorgen dat de huurprijzen voor alle huurders
in 2021 niet verhoogd mogen worden. De huurprijzen worden daarmee gemaximeerd op het
huurniveau van 2020.
Huurverlagingen of -kortingen kunnen plaats blijven vinden voor hen die daarvoor in
aanmerking komen.
Beckerman
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Sandra Beckerman, Tweede Kamerlid