Schriftelijke vragen : De onderzoeken naar de werking van mondmaskers
Vragen van de leden Hijink en Marijnissen (beiden SP) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Medische Zorg over de onderzoeken naar de werking van mondmaskers (ingezonden 23 oktober 2020).
Vraag 1
In eerdere Kamervragen werd u gevraagd wat u ervan vindt dat het Rijksinstituut voor
Volksgezondheid en Milieu (RIVM) erkend heeft dat het argument van risico’s zoals
schijnveiligheid van het gebruik van medische mondmaskers gebaseerd is op de persoonlijke
ervaring van de heer van Dissel van het RIVM en antwoordde u dat de uitspraak van
de heer van Dissel volgens het RIVM ondersteund wordt door experts opinions, gebaseerd
op onderzoek; kunt u alsnog uitleggen wat u bedoelt met uw antwoord, waarin u stelt
dat «de uitspraak van de heer Van Dissel» en anderen gebaseerd was op «onderzoek»?
Om welke onderzoeken gaat het precies?1 2 3
Vraag 2
Hoe is het mogelijk dat op 22 april 2020 de heer Van Dissel sprak over de risico’s
van het gebruik van mondkapjes, terwijl het RIVM op 11 mei 2020 en 9 juni 2020 aan
Nieuwsuur liet weten dat er geen wetenschappelijk onderzoek is waaruit blijkt dat
«schijnveiligheid» inderdaad een risico is bij het gebruik van medische mondkapjes
bij het verlenen van zorg door hulpverleners? Hoe rijmt dit zich met de uitspraken
die u deed in eerdere Kamervragen dat de «persoonlijke» uitspraak van de heer van
Dissel onderbouwd zou zijn door experts? Kunt u uw antwoord toelichten?4
Vraag 3
Preprints van onderzoek waarnaar u verwijst in uw eerdere antwoorden zijn op 26 en
27 mei 2020 verschenen, hoe rijmt dit met de uitspraak van de heer van Dissel op 22 april
2020 over de risico’s van mondkapjes? Kunt u uw antwoord toelichten?5
Vraag 4
Bent u bereid om de onderzoeken te sturen op basis waarvan in maart, april en in de
eerste week van mei is uitgedragen dat mondmaskergebruik in de ouderenzorg tot risico's
zoals schijnveiligheid konden leiden?
Vraag 5
Bent u tevens bereid om de onderzoeken te noemen/te sturen welke in die periode ook
daadwerkelijk bestonden? Zo neen, bent u dan voornemens het verstrekte antwoord aan
de Kamer, waarin u stelt dat de argumentatie gebaseerd zou zijn op onderzoek, te corrigeren?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 6
Wilt u deze vragen beantwoorden voor het eerst volgende plenaire coronadebat?
Indieners
-
Gericht aan
T. van Ark, minister voor Medische Zorg -
Gericht aan
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
H.P.M. Hijink, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
L.M.C. Marijnissen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.