Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bisschop over het krantenartikel 'Boerenfonds kent een magere oogst; Steunpakket helpt slechts één boer’
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de minimale deelname aan het Jonge Boerenfonds (ingezonden 23 september 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 16 oktober
            2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 379.
         
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat het Jonge Boerenfonds een magere oogst kent?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Is het juist dat tot nu toe slechts twee aanvragen zijn ingediend en dat hiervan één
               inmiddels is goedgekeurd?
            
Antwoord 2
            
Per 23 september is dat de juiste stand van zaken. Het tweede VVK is inmiddels verstrekt.
               RVO en Rabobank hebben contact over een derde financiering met VVK in vergevorderd
               stadium.
            
Vraag 3
            
Kunt u aangeven welke regels en voorwaarden, zoals de investeringsdrempel van 1 miljoen
               euro, een grote drempel vormen voor deelname?
            
Antwoord 3
            
Het Vermogens Versterkend Krediet (VVK) is ontwikkeld in nauw overleg met het NAJK
               en met de banken. Het VVK bleek daarbij de beste optie om het doel – toekomstgerichte
               versterking van het bedrijfsperspectief van de overnemende of startende agrarische
               ondernemer – te realiseren. Er is in de regeling geen voorwaarde voor een investeringsdrempel
               opgenomen. Wel is mij bekend dat de Rabobank als regel hanteert dat het VVK deel uitmaakt
               van een totale bedrijfsfinanciering met een omvang van € 1 mln.
            
Het inpassen van een VVK in de financiering wordt door de accountmanagers bij de lokale
               Rabobanken lastiger gevonden dan bij de ontwikkeling in overleg met de betrokken partijen
               is voorzien. Hierover wordt binnen Rabobank met de accountmanagers gesproken en vervolgens
               met LNV en RVO overlegd welke acties mogelijk zijn om dit te ondervangen.
            
Vraag 4, 5
            
Ziet u binnen de kaders van de staatssteunregels nog ruimte voor het aantrekkelijker
               maken van het fonds?
            
Is het, gelet op de staatssteunregels en de schaduwwerking van de stikstofcrisis,
               de verwachting dat binnen afzienbare termijn de middelen die beschikbaar zijn voor
               het fonds, worden benut?
            
Antwoord 4, 5
            
De start van de regeling vindt plaats in een periode waarin veel (jonge) boeren onzekerheid
               ervaren over hun toekomstperspectief vanwege de stikstofcrisis, maar uiteraard ook
               vanwege de COVID-19 crisis en de grote onzekerheid over de economische impact daarvan
               op de middellange en lange termijn. Tegen deze achtergrond lijkt een groot aantal
               bedrijven investeringen en overnames uit te stellen. Ik heb hier begrip voor, niet
               in de laatste plaats voor de jonge ondernemers die voor dit carrière-bepalende beslismoment
               staan. Ik vind het daarom een voorbarige conclusie om op basis van het gebruik in
               2020 al tot aanpassing van de regeling over te gaan. De inzet van het kabinet is gericht
               op z.s.m. herstel van deze crisis en daarvoor zijn ook weer overnames en duurzame
               investeringen in de agrarische sector nodig. Het VVK is een van de bestaande regelingen
               die daarbij juist een rol kan vervullen.
            
Uiteraard houd ik wel de vinger aan de pols t.a.v. het economisch herstel, het investeringsherstel
               in de agrarische sector alsook het doelbereik van het VVK.
            
Vraag 6
            
Is het juist dat aan de besteding van de beschikbare 11 miljoen euro voor opleiding
               en coaching van jonge boeren nog steeds geen invulling is gegeven en wanneer gaat
               het hiervan komen?
            
Antwoord 6
            
Aan het opleidings- en coachingstraject van het Jonge Boerenfonds wordt invulling
               gegeven via het programma Praktijkkennis voor Voedsel en Groen van Nationaal Regieorgaan
               Praktijkgericht Onderzoek SIA en LNV langs de volgende drie trajecten:
            
1. de inventarisatie en evaluatie van de bestaande infrastructuur voor ondersteuning
                     van duurzame bedrijfsovername en advies over de verbetering van die infrastructuur
                     via Living Labs. Daarbij gaat het om 4 regionale Livings Labs en een lab gericht op
                     nieuwkomers of sociale aspecten;
                  
2. aanvulling op dan wel verdieping van kennis over thema's die voor bedrijfsovername
                     relevant zijn, zoals sociaal-emotionele aspecten, financiële aspecten van overname,
                     verschillende verdienmodellen competenties en vaardigheden, kennis over en handelingsperspectieven
                     voor de maatschappelijke context;
                  
3. het toetsen van het verbeterde model voor ondersteuning van duurzame bedrijfsovername.
Het programma heeft een totaal budget van € 4 mln. en is in mei van start gegaan met
               een doorlooptijd tot en met 2023.
            
Het NAJK is bij alle trajecten nauw betrokken, zowel in de voorbereidende fase als
               bij de uitvoering ervan. Parallel hieraan heeft NAJK een subsidie ontvangen voor het
               ontwikkelen van een businessplan voor, en het opstarten van een Kenniscentrum Bedrijfsovername
               dat in aanvulling op bovengenoemde trajecten gaat draaien. Het businessplan zal binnenkort
               worden afgerond.
            
Vraag 7
            
Welke maatregelen denkt u te nemen om te voorkomen dat aan het eind van deze kabinetsperiode
               een deel van het budget van 75 miljoen euro voor ondersteuning van jonge boeren op
               de plank blijft liggen?
            
Antwoord 7
            
Zoals ik in januari 2019 aan uw Kamer heb geschreven (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 70, vergaderjaar 2018–2019) heb ik met het Jonge Boerenfonds uit het Regeerakkoord beoogd
               een instrument te ontwerpen om startende jonge boeren of tuinders gedurende een groot
               aantal jaren te ondersteunen bij het opzetten van een duurzaam en toekomstbestendig
               bedrijf. Via de begrotingsreserve voor de borgstellingsregeling werkt de € 64 mln
               daarvoor ingezet vergelijkbaar met een revolverend fonds. Zoals ik in het antwoord
               op de vragen 4 en 5 heb aangegeven is het naar mijn oordeel juist in dit bijzondere
               eerste openstellingsjaar 2020 te vroeg om over het doelbereik van de regeling te kunnen
               oordelen.
            
Vraag 8
            
Bent u voornemens in overleg met het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt te bezien
               wat de mogelijkheden zijn voor betere benutting van het fonds dan wel de inzet van
               de beschikbaar gestelde middelen om jonge boeren op andere wijze te ondersteunen?
               Zo ja, wilt u de Kamer hierover voor de begrotingsbehandeling van het Ministerie van
               Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit informeren?
            
Antwoord 8
            
Ik ben regelmatig in contact met het NAJK over het VVK. Momenteel met name over de
               campagne Groeien naar morgen waarvoor ik op 12 oktober het startschot heb gegeven,
               waarmee ik ook in het bijzonder de aandacht wil vestigen op de kansen die deze regeling
               aan jonge boeren en tuinders biedt. Op donderdag 22 oktober aanstaande wordt er in
               het kader van deze campagne al een webinar mede in samenwerking met alsook met deelnemers
               vanuit NAJK en de banken georganiseerd. Met dit webinar beoog ik de informatie over
               de mogelijkheden die de regeling biedt, en wat de jonge ondernemer en de bank moeten
               doen om er gebruik van te kunnen maken, breder onder de aandacht te brengen.
            
Ook naar aanleiding van de Telegraaf publicatie van 22 september heb ik met het NAJK
               over het VVK gesproken. Mijn in deze antwoorden weergegeven visie, in het licht van
               het bijzondere jaar 2020 en de op handen zijnde publiciteitsactiviteiten over het
               VVK, wordt ook gedeeld door het NAJK.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.