Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over een huisuitzetting van een huurder die herstellend is van corona
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over een huisuitzetting van een huurder die herstellend is van corona (ingezonden 11 september 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
16 oktober 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 261.
Vraag 1
Kent u de zaak van een particuliere verhuurder die zijn huurder uit huis wil zetten
op 15 september aanstaande ondanks het feit dat deze herstellende is van het coronavirus?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe is het mogelijk dat, omdat het Gerechtshof een spoedappèl in deze zaak niet voor
die tijd kan of wil behandelen, de herstellende huurster niet het beroep af kan wachten
en dus op straat kan belanden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Wooninfo.nl en de verhuurder melden dat de geplande huisuitzetting van 15 september
geen doorgang heeft gehad. De huurder heeft een kort geding ingediend waardoor de
ontruiming is opgeschort en het hoger beroep tegen het vonnis kan worden afgewacht.
Vraag 3, 4
Hoe verhoudt deze geplande huisuitzetting, waarvan een arts heeft verklaard dat het
onverantwoord is, zich tot de inzet van het kabinet, verhuurdersorganisaties en brancheverenigingen,
die gezamenlijk stelden dat «... door de coronacrisis niemand op straat moet belanden»?2
Hoe komt de «gedeelde verantwoordelijkheid om met elkaar te zorgen voor huurders die
door de coronacrisis hard worden geraakt» tot uitdrukking als een herstellende huurster
niet een beroep mag afwachten en op straat kan belanden? Kunt u antwoord toelichten?
Antwoord 3, 4
U verwijst in uw vragen naar het statement van mijn ambtsvoorganger, verhuurdersorganisaties
en brancheverenigingen (Aedes, IVBN, Kences, Vastgoed Belang) van maart 2020. Daarin
hebben de partijen afgesproken dat zij huisuitzettingen voorlopig gedurende de corona-crisisperiode
uitstellen, tenzij er evidente redenen zijn, zoals criminele activiteiten of (extreme)
overlast. De specifieke situatie waar u mij over bevraagt, valt buiten de reikwijdte
van het statement, omdat het ontruimingsvonnis dit voorjaar voorafgaand aan de coronacrisis
is uitgesproken. Bovendien is de inhoudelijke aanleiding voor ontbinding- en ontruiming
niet gerelateerd aan huurachterstanden. Wooninfo.nl en de verhuurder melden dat de
geplande huisuitzetting van 15 september geen doorgang heeft gehad. De huurder heeft
een kort geding ingediend waardoor de ontruiming is opgeschort en het hoger beroep
tegen het vonnis kan worden afgewacht.
Vraag 5
Hoe verhoudt deze geplande ontruiming zich tot het advies van de KBvG (de Koninklijke
Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders) om tijdens de coronaperiode met maatregelen
niet over te gaan tot ontruiming, waarvan u stelt dat het «in lijn is met het landelijke
beleid van de rechtspraak»? Kunt u antwoord toelichten?3
Antwoord 5
De KBvG heeft bij de start van de coronacrisis haar leden met klem geadviseerd om
ontruimingen zoveel mogelijk op te schorten. Dit was in lijn met de richtlijn van
de rechtspraak, waarbij ontbinding en ontruiming niet als urgente zaken werden gezien
en de behandeling daarvan werden opgeschort. Na 1 juni 2020 heeft de KBvG aangegeven,
gegeven de taak waarmee zij binnen ons rechtsbestel als gerechtsdeurwaarders mee zijn
belast, weer over te gaan tot ontruimingen indien dit werd uitgesproken door een rechter
en de verhuurder opdracht tot uitvoering van het vonnis geeft.
Vraag 6
Wanneer u stelt: «Ik ben blijvend met verhuurders in gesprek over huisuitzettingen»,
bent u dan bereid zo snel mogelijk met verhuurder Hummel in gesprek te gaan om de
huisuitzetting uit te stellen, zodat de huurster verantwoord kan herstellen van corona
en het spoedappel af te wachten, zodat zij niet op 15 september op straat komt te
staan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Het is aan de rechter om te oordelen over individuele casussen. Door het kort geding
is de huisuitzetting opgeschort tot het hoger beroep gediend heeft. Met het uitspreken
van een vonnis dient de rechter rekening te houden met alle omstandigheden van het
geval van de individuele situatie. Hierbij worden de belangen van de huurder en van
de verhuurder gewogen en op basis daarvan wordt de uitkomst bepaald.
Op landelijk niveau ben ik blijvend met de verhuurdersorganisaties in gesprek over
het voorkomen van huisuitzettingen. In maart is met verhuurders afgesproken dat zij
huisuitzettingen als gevolg van betalingsproblemen door de plotselinge coronacrisis
zoveel mogelijk uitstellen. Dit statement is hernieuwd: met verhuurdersorganisaties
en de VNG heb ik afgesproken dat de gezamenlijke lijn is om huisuitzettingen door
huurachterstanden in tijden van corona zoveel mogelijk te voorkomen en uit te stellen.
Ik verwijs u hiervoor naar de bovenliggende Kamerbrief en het «Gezamenlijk statement
verhuurders, VNG en BZK over huisuitzettingen tijdens tweede coronagolf».
Vraag 7
Hoeveel huisuitzettingen hebben tot nu toe plaatsgevonden tijdens de coronacrisis
en met welke reden(en)? Kunt u een overzicht verschaffen?
Antwoord 7
Ik beschik niet over een uitputtend overzicht met mogelijke huisuitzettingen en de
daarbij behorende redenen. Uit de terugkoppeling van de enquêtes, welke zijn uitgezet
bij de achterban van Aedes, IVBN, Vastgoedbelang en Kences, blijkt dat huisuitzettingen
zijn uitgesteld of opgeschort. In sommige gevallen hebben huisuitzettingen wel plaats
gevonden. Voor zover bekend betrof het gevallen die niet onder de reikwijdte van het
statement vielen, zoals in gevallen van (extreme) overlast.
Vraag 8
Hoeveel rechtszaken met betrekking tot huisuitzettingen zijn opgeschort vanwege de
coronacrisis?
Antwoord 8
Hoeveel rechtszaken met betrekking tot huisuitzettingen zijn opgeschort vanwege de
coronacrisis is bij ons niet bekend. Wel laat de Koninklijke Beroepsorganisatie van
Gerechtsdeurwaarders (KBvG) aan mij weten dat er in de eerste helft van 2020 ongeveer
1.200 huisuitzettingen plaatsvonden, waar dat er in 2019 rond de 2.500 waren. Daarbij
moet worden opgemerkt dat deze eerste helft van 2020 nog 2,5 maanden pré-corona bevat.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.