Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Peters en Van Helvert over het bericht 'emoties lopen hoog op bij huisuitzetting: meerdere politiepatrouilles rukken uit'
Vragen van de leden Peters en Van Helvert (beiden CDA) aan de Staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «emoties lopen hoog op bij huisuitzetting: meerdere politiepatrouilles rukken uit» (ingezonden 10 augustus 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Van ’t Wout (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede
namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 14 oktober 2020). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 4088.
Vraag 1
Kent u het bericht «emoties lopen hoog op bij huisuitzetting: meerdere politiepatrouilles
rukken uit»? 1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het juist dat er in Geleen een huurder uit zijn woning werd gezet vanwege schulden
en het niet betalen van zijn huur?
Antwoord 2
Dat klopt. Om de privacy van de betrokkenen te beschermen, kan ik niet ingaan op individuele
casuïstiek.
Vraag 3
Deelt u de mening dat huisuitzettingen wegens schulden schadelijk, duur en nutteloos
zijn en dat huisuitzettingen zoveel mogelijk moeten worden voorkomen omdat het menselijk
leed bespaart en het (uiteindelijk) goedkoper is voor de samenleving?
Antwoord 3
Het kabinet wil huisuitzettingen als gevolg van schulden voorkomen, zeker als daar
kinderen bij betrokken zijn. Van huurders mag worden verwacht, dat zij bij dreigende
financiële problemen zelf hulp zoeken en aangeboden hulp accepteren. Voor het voorkomen
van huisuitzettingen helpt het wanneer woningcorporaties en andere verhuurders bij
huurachterstanden in een vroeg stadium persoonlijk contact zoeken met huurders en
een betalingsregeling aanbieden. Ook gemeenten krijgen een actievere rol in het voorkomen
van huisuitzettingen. Met de inwerkingtreding van de gewijzigde Wet gemeentelijke
schuldhulpverlening moeten verhuurders vanaf 1 januari 2021 gemeenten een signaal
sturen bij opbouwende huurachterstanden, waarna gemeenten vervolgens een aanbod tot
hulpverlening moeten doen.
In maart jl. heeft de Minister voor Milieu en Wonen met verhuurdersorganisaties en
brancheverenigingen (Aedes, IVBN, Kences, Vastgoed Belang) afgesproken dat zij huisuitzettingen
als gevolg van betalingsproblemen door de plotselinge coronacrisis zoveel mogelijk
uitstellen. Het langdurig uitstellen van huurbetalingen is op de langere termijn echter
onhoudbaar, voor zowel verhuurders als huurders. Dit najaar werkt de Minister van
BZK met verhuurderorganisaties verder aan de opvolging van ons gezamenlijk statement
om huisuitzettingen in tijden van corona te voorkomen (Kamerstuk 27 926, nr. 327).
Vraag 4
Herinnert u zich de aangenomen motie Peters, ingediend tijdens de begrotingsbehandeling
van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 29 november 2018, waarin
wordt gevraagd om in interdepartementaal overleg met de Vereniging Nederlandse Gemeenten
en de woningcoöperaties tot een actieplan «naar geen uithuiszettingen wegens schulden
te komen»?2
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Hoe staat het in dit verband met de uitvoering van deze motie en wat vindt u ervan
dat uithuiszettingen wegens schulden kennelijk nog steeds plaatsvinden?
Antwoord 5
Genoemde motie om huisuitzettingen te voorkomen wordt uitgevoerd via het Interbestuurlijk
Programma en de Brede Schuldenaanpak. Beide programma’s zetten in op vroegsignalering
van schulden, waaronder vroegsignalering van huurachterstanden om huisuitzettingen
te voorkomen. In samenwerking met onder meer gemeenten en woningcorporaties is de
wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening voorbereid, die op 1 januari
2021 in werking treedt (Stb. 2020, nr. 239, 240 en 241 en Kamerstukken 35 316). Bij inwerkingtreding van deze wetswijziging moeten alle verhuurders een signaal
sturen over de betaalachterstanden naar de gemeente als een betalingsregeling en het
zoeken van persoonlijk contact niet tot een oplossing heeft geleid. Alle gemeenten
moeten huurders vervolgens een aanbod tot schuldhulpverlening doen. Iemand blijft
verantwoordelijk voor zijn of haar eigen schuld, maar kan door de gemeente zoveel
mogelijk ontzorgd worden. Door de wetswijziging wordt de samenwerking tussen gemeenten
en verhuurders versterkt om huisuitzettingen te voorkomen. Deze samenwerking is al
praktijk en draagt bij aan de dalende trend in het aantal huisuitzettingen, net als
alle andere maatregelen (zoals betalingsregelingen en een persoonlijke aanpak) die
corporaties nemen om huurachterstanden te voorkomen.
De mogelijkheid om iemand in het uiterste geval uit huis te zetten bij wanbetaling
is een belangrijke stok achter de deur voor huurders om hun huur te betalen, of om
ondersteuning bij het oplossen van problemen te accepteren. Het kabinet vindt het
wenselijk dat huurders een laatste kans krijgen wanneer het hebben van schulden de
hoofdoorzaak is van een dreigende huisuitzetting.
Ondanks alle inspanningen zijn er situaties waarin huurders met huurachterstanden
geen hulp accepteren. De rechter zal de individuele situatie beoordelen, voordat hij
uitspreekt of een verhuurder tot huisuitzetting over mag gaan. Overigens zien we dat
door extra inspanningen van corporaties driekwart van de door de rechter gevonniste
huisuitzettingen alsnog voorkomen worden.
Soms blijkt huisuitzetting echter onvermijdelijk. Dan is het cruciaal dat (gemeentelijke)
hulpverleners zorgen, dat de mensen die het betreft door hun netwerk of de maatschappelijke
opvang worden opgevangen.
Vraag 6
Welke maatregelen gaat u nemen om verdere uithuiszettingen wegens schulden te voorkomen?
Antwoord 6
Het kabinet ondersteunt de uitvoering van de wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.
Recent voorbeeld is het project «Vroegsignalering landt in Nederland». Ook informeerde
het kabinet op 3 juni jl. de Kamer met het plan «Een (t)huis, een toekomst» over de
aanpak van dak- en thuisloosheid. Het plan beoogt onder meer huisuitzettingen te voorkomen,
de maatschappelijke opvang te vernieuwen en meer woonplekken te realiseren voor dak-
en thuisloze mensen. Meer specifiek is voor thema 1 de volgende doelstelling geformuleerd:
«Alle gemeenten hebben beleid geformuleerd op het gebied van de preventie en vroegsignalering
van schulden om huisuitzettingen te voorkomen». Hiertoe stelt het kabinet extra financiële
middelen beschikbaar (Kamerstuk 29 325, nr. 122). Verder heeft de Minister van BZK u recent geïnformeerd over gerichte maatregelen
om de betaalbaarheid voor huurders te verbeteren. Hierin geeft de Minister van BZK
aan, dat ze met de sector werkt aan de opvolging van het gezamenlijke statement om
huisuitzettingen in tijden van corona te voorkomen (Kamerstuk 27 926, nr. 327).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. van 't Wout, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.