Amendement : Amendement Van Kooten-Arissen over een maximale groepsgrootte op plaatsen bestemd voor gemeenschappelijk belijden van godsdienst of levensovertuiging
35 526 Tijdelijke bepalingen in verband met maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 voor de langere termijn (Tijdelijke wet maatregelen covid-19)
Nr. 50
AMENDEMENT VAN HET LID VAN KOOTEN-ARISSEN
Ontvangen 13 oktober 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel A, wordt in het voorgestelde artikel 58e, tweede lid, onder
a, «58g, eerste lid» vervangen door «58g, lid 0 en eerste lid».
II
In artikel I, onderdeel A, wordt het voorgestelde artikel 58g als volgt gewijzigd:
1. Na het opschrift wordt een lid ingevoegd, luidende:
0. Het is niet toegestaan zich in groepsverband op te houden in een gebouw of op een
besloten plaats, niet zijnde een woning, die gebruikelijk bestemd is voor het in gemeenschap
met anderen belijden van godsdienst of levensovertuiging, met meer dan 30 personen.
2. In het eerste lid wordt «plaatsen» vervangen door «andere plaatsen».
3. In het tweede lid vervalt onderdeel c.
III
In artikel I, onderdeel A, wordt in het voorgestelde artikel 58u, vierde lid, «58g,
eerste lid» vervangen door «58g, lid 0 en eerste lid».
IV
In artikel I, onderdeel D, wordt in artikel 68bis, eerste lid, onderdelen a en b,
«58g, eerste lid» vervangen door «58g, lid 0 en eerste lid».
Toelichting
Dit amendement regelt dat de coronamaatregelen voor iedereen gelden, dus ook voor
de bezoekers aan kerk, moskee, synagoge of ander gebedshuis waar thans, in weerwil
van de coronamaatregelen, een onbeperkt aantal mensen aanwezig mag zijn mits de 1,5
meter onderling gehandhaafd wordt. Triage (mensen van tevoren vragen of ze symptomen
van covid-19 vertonen) is pas verplicht bij meer dan 100 mensen binnen en meer dan
250 mensen buiten.
De coronamaatregelen worden ingesteld met als doel het aantal besmettingen met covid-19
terug te dringen, risicogroepen te beschermen en de zorg te ontlasten. De uitzonderingspositie
die kerken, moskeeën, synagogen en andere gebedshuizen hebben bij het naleven van
de coronamaatregelen is niet uit te leggen, zeker niet op grond van medische argumenten.
Het schept een rechtsongelijkheid die begrijpelijkerwijs veel weerstand oproept in
de samenleving. Waar in het voetbalstadion niet meer in de open lucht gezongen mag
worden, mag in een kerk nog steeds een onbeperkt aantal mensen samen zingen. Waar
op niet-kerkelijke huwelijken en begrafenissen slechts dertig mensen aanwezig mogen
zijn, is het aantal aanwezigen bij kerkelijke huwelijken en begrafenissen onbeperkt.
Waar bijeenkomsten in gebedshuizen onbeperkt zijn, wordt het maximale toegestane aantal
bezoekers van verenigingen, waar mensen niet zelden óók kracht en zingeving uit ontlenen,
beperkt tot dertig mensen. Dat zorgt voor onbegrip en, zeker in het geval van huwelijken
en begrafenissen, voor onmogelijke keuzes en veel verdriet. De uitzonderingspositie
van gebedshuizen ondermijnt tevens de geloofwaardigheid van de coronamaatregelen en
het draagvlak onder de bevolking om zich te laten beperken in bijvoorbeeld het recht
op vrijheid van vereniging en vergadering of anderszins.
Hoewel veel levensbeschouwelijke gemeenschappen, religieuze organisaties en de daarbij
aangesloten gebedshuizen zich inmiddels vrijwillig achter de coronamaatregelen scharen
en de hoeveelheid kerkgangers per dienst drastisch beperken tot een veilig aantal
op veilige afstand van elkaar, triage toepassen, niet meer samen zingen, mondmaskers
dragen of zelfs in het geheel digitale kerkdiensten faciliteren, zijn er nog immer
gebedshuizen die geen beperking in de samenkomst van hun leden dulden. Terwijl de
coronamaatregelen óók de bezoekers van gebedshuizen en hun omgeving moeten beschermen.
Onderhavig amendement regelt daarom dat het niet toegestaan is om zich in groepsverband
op te houden in een gebouw of op een besloten plaats, niet zijnde een woning, die
gebruikelijk bestemd is voor het in gemeenschap met anderen belijden van godsdienst
of levensovertuiging, met meer dan 30 personen. Daarmee sluit deze regeling zich aan
bij de maatregelen die gelden voor andere besloten plaatsen, niet zijnde gebedshuizen,
op het moment dat de tijdelijke wet in werking treedt. Tevens wordt geregeld dat een
last onder dwangsom kan worden opgelegd voor overtreding van het groepsvormingsverbod,
op dezelfde manier zoals dat nu geregeld is voor andere plaatsen. Ook wordt geregeld
dat het niet-naleven van het groepsvormingsverbod in kerken op dezelfde manier bestraft
kan worden als op andere plaatsen. Tot slot wordt in dit amendement geregeld dat de
burgemeester in bijzonder omstandigheden ontheffing van het groepsvormingsverbod in
gebedshuizen kan verlenen, op dezelfde manier als dat geregeld is voor andere plaatsen.
Van Kooten-Arissen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. van Kooten-Arissen, Tweede Kamerlid