Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Nader gewijzigd amendement van het lid Van der Graaf c.s. t.v.v. nr. 31 over aanscherping van de noodzakelijkheids- en proportionaliteitseisen en afschalen wanneer dat kan
35 526 Tijdelijke bepalingen in verband met maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 voor de langere termijn (Tijdelijke wet maatregelen covid-19)
Nr. 39
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER GRAAF C.S. TER VERVANGING VAN DAT
GEDRUKT ONDER NR. 31
Ontvangen 8 oktober 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel A, wordt in artikel 58b, tweede lid, «voor het in het eerste
lid genoemde doel en evenredig is aan dat doel» vervangen door een dubbele punt en
worden drie onderdelen ingevoegd, luidende:
a. gelet op de ernst van de bedreiging van de volksgezondheid noodzakelijk is;
b. in overeenstemming is met de uitgangspunten van de democratische rechtsstaat; en
c. gelet op het in het eerste lid genoemde doel de uitoefening van grondrechten zo min
mogelijk beperkt en aan dat doel evenredig is.
II
In artikel I, onderdeel A, wordt aan artikel 58c een lid toegevoegd, luidende:
3. Indien naar het oordeel van Onze Ministers en Onze Minister die het mede aangaat
een krachtens dit hoofdstuk vastgestelde ministeriële regeling of een onderdeel daarvan
niet langer noodzakelijk is voor het in artikel 58b, eerste lid, genoemde doel, wordt
die regeling daartoe zo spoedig mogelijk gewijzigd of ingetrokken.
III
In artikel I, onderdeel A, wordt aan artikel 58f een lid toegevoegd, luidende:
6. Indien naar het oordeel van Onze Ministers gelet op het in artikel 58b, eerste lid,
genoemde doel de veilige afstand kan worden verkleind of op nihil kan worden gesteld,
wordt zo spoedig mogelijk een voordracht gedaan voor een daartoe vast te stellen algemene
maatregel van bestuur.
Toelichting
Dit amendement scherpt met onderdeel I de bepaling over doel en reikwijdte van de
wet aan.
Het is van groot belang dat bij elk gebruik van de in deze tijdelijke wet toegekende
bevoegdheden duidelijk wordt gemaakt dat een minder vergaande regeling om grondrechten
in te perken niet mogelijk is.
In de memorie van toelichting is aangegeven dat bij de formulering van artikel 58b
gebruik gemaakt is van elementen van artikel 26 van de Wet op de inlichtingen- en
veiligheidsdiensten. De indieners zijn van mening dat de in dit wetsvoorstel opgenomen
bepaling aanscherping verdient en dat er meer aangesloten moet worden bij artikel
26 Wiv.
De afweging ten aanzien van de volksgezondheid moet uitdrukkelijk getoetst worden
op evenredigheid aan het met de maatregelen nagestreefde doel. In die afweging kunnen
onder meer gevolgen voor bijvoorbeeld de psychische en emotionele gezondheid, de uitoefening
van het eigendomsrecht en de mogelijkheden om bezoek te ontvangen binnen instellingen
meegewogen worden.
Met het criterium «in overeenstemming met de uitgangspunten van een democratische
rechtsstaat» wordt uitdrukkelijk gerefereerd aan de grondrechten. Met deze formulering
is aansluiting gezocht bij het voorstel voor wijziging van de Grondwet inzake een
algemene bepaling (Staatsblad 2018, 86) dat door de Eerste Kamer in eerste lezing is aangenomen. Tevens is aansluiting gezocht
bij de Wet op de Raad voor het openbaar bestuur.
Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat de regering formeel op grond van dit wetsvoorstel
de bevoegdheid heeft om scholen te sluiten. Omdat dit een zo vergaande inbreuk op
de grondrechten betekent en ook veel andere negatieve gevolgen kan hebben (zoals leerachterstanden
of gevolgen voor thuiswerkende ouders) is zo’n maatregel alleen te rechtvaardigen
als dit een reëel perspectief biedt op daadwerkelijke vermindering van besmettingskansen
en in vergelijking met nadere maatregelen op het gebied van bijvoorbeeld hygiëne of
afstand houden echt een verbetering betekent.
Nu tijdens de huidige crisis verschillende maatregelen genomen worden die noodzakelijk
worden geacht voor de bestrijding van de epidemie van covid-19, dient er, wanneer
de noodzakelijkheid van het treffen van een specifieke maatregel verdwijnt of blijkt
dat getroffen maatregelen niet dusdanig effectief zijn dat continuering gerechtvaardigd
is, te worden afgeschaald. Ook wanneer de afstandsnorm kan worden verkleind of op
nihil kan worden gesteld, dient dit te gebeuren. De onderdelen II en III van dit amendement
regelen in de wettekst dat maatregelen die bij ministeriële regeling of algemene maatregel
van bestuur worden genomen, moeten worden afgeschaald zodra dit kan. Hiermee wordt
andermaal het belang van tijdelijkheid van de maatregelen en het belang van noodzakelijkheid
van de maatregelen die ter bestrijding van de epidemie van covid-19 worden getroffen,
in de wet verankerd.
Van der Graaf Van der Staaij Groothuizen Van Dam Veldman Buitenweg Kuiken Van Brenk
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.J.F. van der Graaf, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
H.S. Veldman, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
A.H. Kuiken, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
C.M. van Brenk, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
C.J.L. van Dam, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
K.M. Buitenweg, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
M. Groothuizen, Tweede Kamerlid