Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele EU gezondheidsministersbijeenkomst 2 oktober 2020
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 579
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 6 oktober 2020
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen
en opmerkingen voorgelegd aan de Minister voor Medische Zorg over de brief van 28 september
2020 over de geannoteerde agenda informele EU gezondheidsministersbijeenkomst 2 oktober
2020 (Kamerstuk 21 501-31, nr. 577).
De vragen en opmerkingen zijn op 30 september 2020 aan de Minister voor Medische Zorg
voorgelegd. Bij brief van 2 oktober 2020 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie,Lodders
Adjunct-griffier van de commissie, Krijger
Inhoudsopgave
blz.
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
II.
Reactie van de Minister
2
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken behorende bij de informele
EU Gezondheidsministersbijeenkomst op 2 oktober 2020. Zij hebben hierover nog enkele
vragen.
Genoemde leden lezen dat het Duitse voorzitterschap van de Europese Unie voornemens
is een eerste bespreking te houden over de mogelijk noodzakelijke hervormingen van
de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Welke EU-landen verwacht de Minister voor Medische
Zorg aan haar zijde bij de inzet?
Voorts vragen deze leden of de Minister een standpunt heeft ten aanzien van het feit
dat de WHO geen autoriteit heeft om naleving van de International Health Regulations
(IHR) af te dwingen.
In haar inzet stelt de Minister: «Daarnaast kampt de WHO met een structureel budgettekort
en te weinig flexibiliteit vanwege de hoge mate van oormerking. Als onderdeel van
de discussie over de gewenste toekomstige rol van de WHO en de uitkomst van het onderzoek
naar de coronaresponse, zou een toename van de verplichte en/of ongeoormerkte vrijwillige
contributie kunnen worden overwogen.» Wat is hierin het standpunt van Nederland?
Kan de Minister aangeven wanneer het assessment, uitgevoerd door het Independent Panel for Preparedness and Pandemic Response (IPPR),
naar verwachting klaar is? Worden de uitslagen hiervan openbaar?
Wat wordt de inzet van de Minister bij de drie vragen die als startpunt van de discussie
zullen dienen, geformuleerd in de Non-paper Virtual informal meeting of de EU Health
Ministers?
Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda betreffende
de informele videoconferentie van gezondheidsministers van de Europese Unie van 2 oktober
2020. Deze leden hebben een enkele vraag hierbij.
Het Duitse EU-voorzitterschap is voornemens een eerste bespreking te houden over de
mogelijk noodzakelijke hervormingen van de WHO. De leden van de CDA-fractie vragen
of de Minister nader kan aangeven hoe binnen de verschillende EU-landen naar de WHO
wordt gekeken.
II. Reactie van de Minister
Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie
Vraag 1
De leden lezen dat het Duitse EU-voorzitterschap voornemens is een eerste bespreking
te houden over de mogelijk noodzakelijke hervormingen van de Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO). Welke EU-landen verwacht de Minister aan haar zijde bij de inzet?
Antwoord 1
De EU-lidstaten zijn eensgezind in de positie dat de coördinerende en leidende rol
van de WHO op het gebied van mondiale gezondheid versterkt moet worden en dat de WHO
beter in staat moet worden gesteld haar mandaten uit te voeren.
Vraag 2
Voorts vragen de leden of de Minister een standpunt heeft ten aanzien van het feit
dat WHO geen autoriteit heeft om naleving van International Health Regulations (IHR)
af te dwingen?
Antwoord 2
De Covid-pandemie heeft duidelijk gemaakt dat de WHO, om haar mandaat effectief te
kunnen vervullen, afhankelijk is van de naleving van de International Health Regulations
(IHR) door haar lidstaten. De organisatie heeft echter de autoriteit niet om naleving
af te dwingen. Op verzoek van de WHO-lidstaten is een onafhankelijk onderzoek gestart
naar de internationale corona-response. Hiervoor is het Independent Panel for Pandemic
Prepardness and Response (IPPR) opgericht en ook de IHR Review Committee is gevraagd
met aanbevelingen te komen. Het kabinet wacht de uitkomsten van deze evaluaties af,
maar heeft een positieve grondhouding om mogelijkheden te onderzoeken die de snelheid
en slagvaardigheid vergroten waarmee WHO-experts in lidstaten eigen onafhankelijke
onderzoeken kunnen starten.
Vraag 3
In haar inzet stelt de Minister: «Daarnaast kampt de WHO met een structureel budgettekort
en te weinig flexibiliteit vanwege de hoge mate van oormerking. Als onderdeel van
de discussie over de gewenste toekomstige rol van de WHO en de uitkomst van het onderzoek
naar de coronaresponse, zou een toename van de verplichte en/of ongeoormerkte vrijwillige
contributie kunnen worden overwogen.» Wat is hierin het standpunt van Nederland?
Antwoord 3
Het kabinet erkent dat ongebalanceerde financiering (80% van het budget is op basis
van vrijwillige veelal geoormerkte bijdragen) een uitdaging is voor het functioneren
van de WHO en het effectief uitvoeren van het WHO-mandaat en verwelkomt concrete aanbevelingen
van het bij vraag 2 genoemde panel op dat terrein. Op basis daarvan kan het kabinet
een eventuele verhoging van de bijdrage overwegen. Een overweging hierbij is in hoeverre
er nog doelmatigheidsslagen gemaakt kunnen worden in de besteding van het huidige
budget.
Vraag 4
Kunt u aangeven wanneer het assessment, uitgevoerd door het Independent Panel for
Preparedness and Pandemic Response (IPPR), verwacht wordt klaar te zijn? Worden de
uitslagen hiervan openbaar?
Antwoord 4
Tussentijdse rapportages worden in november 2020 en januari 2021 verwacht en presentatie
en bespreking van het eindrapport tijdens de World Health Assembly in mei 2021. Uitslagen
zullen openbaar zijn en vorderingen te volgen via de website Externe link:https://www.theindependentpanel.org/
Vraag 5
Wat zal de inzet zijn van de Minister bij de drie vragen die als startpunt van de
discussie zullen dienen, geformuleerd in de Non-paper Virtual informal meeting of
EU Health Ministers?
Antwoord 5
1) In de discussie tijdens de informele meeting van EU-gezondheidsministers zal Nederland
steun uitspreken voor een sterke en proactieve EU en haar lidstaten in het vormgeven
van de hervormingsagenda van de WHO. Ook in samenhang met andere global health organisaties.
2) Nederland zal ook benoemen dat de hoge mate van oormerking en afhankelijkheid van
vrijwillige bijdragen een uitdaging is voor het functioneren en effectief uitvoeren
van het WHO-mandaat. Er moet meer zekerheid komen voor de lange termijn financiering
van de WHO om de organisatie in staat te stellen de verwachtingen van de lidstaten
waar te kunnen maken. Verder wachten we concrete aanbevelingen van het panel op dat
terrein af.
3) Op de vraag naar concrete suggesties voor de revisie van de International Health Regulations
(IHR) is in eerste instantie het evaluatie panel aan zet. Nederland zou bijvoorbeeld
voorstander zijn van meer transparantie als het gaat om compliance met IHR en het
versterken van de capaciteit van landen om IHR te implementeren.
Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie
Vraag 6
Het Duitse EU-voorzitterschap is voornemens een eerste bespreking te houden over de
mogelijk noodzakelijke hervormingen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). De
leden van de CDA-fractie vragen of de Minister nader kan aangeven hoe binnen de verschillende
EU-landen naar de WHO wordt gekeken.
Antwoord 6
De EU-lidstaten zijn eensgezind in de positie dat de coördinerende en leidende rol
van de WHO op het gebied van mondiale gezondheid versterkt moet worden en de WHO in
staat moet worden gesteld haar mandaten uit te voeren. De lidstaten erkennen hierbij
dat de verwachtingen en de vraag de huidige capaciteit van de organisatie overstijgt.
De EU ziet een actieve rol voor zichzelf om de WHO slagvaardiger te maken. Tijdens
de 74e World Health Assembly in mei 2020 heeft de EU het initiatief genomen tot een
COVID-19 resolutie om het proces van evaluatie en hervormingen te faciliteren. Duitsland
en Frankrijk hebben gezamenlijk een non-paper gepresenteerd om discussie over hervormingen
voor WHO actief vorm te geven.
In het verslag van de informele EU Gezondheidsministersbijeenkomst zal ik nader in
gaan het krachtenveld tijdens de discussie op 2 oktober a.s.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
H.W. Krijger, adjunct-griffier