Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Markuszower en de Jong over het bericht; ‘Shannon ziet de beelden nog voor zich: “Mijn dochter werd mishandeld op de crèche”
Vragen van de leden Markuszower en de Jong (beiden PVV) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht «Shannon ziet de beelden nog voor zich: «Mijn dochter werd mishandeld op de crèche»» (ingezonden 4 augustus 2020).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 1 oktober 2020). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3768.
Vraag 1
Kent u dit bericht?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is de stand van zaken van de uitvoering van de aangenomen motie De Jong/Markuszower
(Kamerstuk 31 322, nr. 358), die de regering verzoekt een levenslang verbod op het uitoefenen van het beroep
waarbij kinderen centraal staan voor zedendelinquenten en voor mensen die zich schuldig
hebben gemaakt aan kindermishandeling?
Antwoord 2
Allereerst wil ik melden dat ik geschrokken ben van de berichtgeving. Kinderdagverblijven
horen veilige plekken te zijn, waar geweld absoluut geen plaats heeft. In mijn brief
van 6 november 2018 heb ik, mede namens de Staatssecretaris van SZW, gereageerd op
de motie.2 Op grond van het Wetboek van Strafrecht heeft de strafrechter reeds de mogelijkheid
om voor een aantal specifieke bij wet aangewezen delicten als bijkomende straf een
beroepsverbod op te leggen voor het beroep waarin het misdrijf is begaan.
Of en hoe lang een persoon uit een beroep wordt ontzet, wordt bepaald door de strafrechter.
Een beroepsverbod kan enkel worden opgelegd ten aanzien van een beroep waarin het
misdrijf is begaan. Hierdoor heeft het beroepsverbod een beperktere reikwijdte dan
de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG), waarmee zedendelinquenten en plegers van kindermishandeling
kunnen worden geweerd uit meer kwetsbare (vrijwilligers)functies. Bij de VOG-screening
wordt niet alleen naar veroordelingen en lopende strafzaken gekeken, maar ook naar
OM-strafbeschikkingen, transacties en (voorwaardelijke) sepots.
Daarbij geldt in een aantal omvangrijke sectoren waar met kinderen wordt gewerkt (zoals
de kinderopvang en het onderwijs) een wettelijke plicht tot het overleggen van een
VOG. Dit betekent dat het justitiële verleden van (toekomstig) personeel (en andere
met taken belaste personen) wordt gescreend door Justis. De standaard terugkijktermijn
voor de beoordeling van een VOG-aanvraag bedraagt vier jaren, maar hierop zijn meerdere
uitzonderingen mogelijk. Zo kan er bij zedendelicten onbeperkt worden teruggekeken
in de justitiële documentatie. Tevens bestaat de mogelijkheid om de VOG gedurende
twintig jaar te weigeren, als de aanvrager een ernstig misdrijf tegen een kind heeft
gepleegd. In praktijk betekent dit dat personen die zijn veroordeeld voor ernstige
misdrijven jegens kinderen voor een langere tijd niet in aanmerking komen voor een
VOG om met kinderen te werken.3 Om deze reden acht ik de motie die ziet op het beschermen van minderjarigen via een
beroepsverbod, voldoende uitgevoerd.
Vraag 3, 4 en 5
Deelt u de mening dat ook mensen die zich schuldig maken aan kindermishandeling maar
tot een schikking zijn gekomen met de slachtoffers, hun Verklaring Omtrent Gedrag
(VOG) zouden moeten kwijtraken en ook een levenslang verbod zouden moeten krijgen
op het uitoefenen van een beroep waarbij kinderen centraal staan? Zo nee, waarom niet?
Hoeveel mensen die zich schuldig hebben gemaakt aan kindermishandeling en/of een zedendelict
treffen jaarlijks een schikking met de slachtoffers? Hoe vaak zijn deze mensen alsnog
werkzaam in een beroep waarbij kinderen centraal staan?
Deelt u de mening dat ook mensen die op het gebied van kindermishandeling een schikking
hebben getroffen onder de reikwijdte van de aangenomen motie De Jong/Markuszower zouden
moeten vallen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen om dit
te regelen?
Antwoord 3, 4 en 5
De Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) wordt afgegeven op basis van het Justitiële
Documentatie Systeem (JDS). Hierin staan strafrechtelijke antecedenten geregistreerd
die zijn afgedaan door het Openbaar Ministerie (OM) of de strafrechter. Het verstrekken
van een VOG is een momentopname. De aanvraag wordt door Justis beoordeeld aan de hand
van de gegevens die op dát moment voorhanden zijn. Het intrekken van een VOG op basis
van een nieuw strafbaar feit is niet mogelijk. Alleen wanneer een sector besluit om
continue screening in te voeren, kunnen nieuwe relevante registraties in het JDS leiden
tot een melding aan de werkgever. Ik zie continue screening als een waardevol instrument
om de veiligheid in sectoren waar wordt gewerkt met kinderen te waarborgen.
De kinderopvang is, sinds 2013, een van de sectoren waar gewerkt wordt met continue
screening. Het is een waardevol instrument gebleken; na aanvragen van een VOG wordt
ook nog dagelijks gecontroleerd of personen die in de kinderopvang werken (of daarin
een rol hebben) nieuwe strafrechtelijke gegevens op hun naam hebben staan. Als blijkt
dat een gescreend persoon een bedreiging kan vormen voor een veilige omgeving voor
kinderen, gaat er een signaal uit en moet de betrokken persoon een nieuwe VOG aanvragen
(hangende die aanvraag mag de betrokken persoon niet actief zijn in de kinderopvang).
Er is weinig bekend over hoe vaak er civiel wordt geschikt en wat de kwaliteit van
deze informatie is. Het OM houdt hier geen cijfers over bij. Het gaat hier immers
om particulieren die gezamenlijk tot afspraken komen en niet over het vaststellen
van daderschap van een strafbaar feit. Aangezien civiele schikkingen niet (centraal)
worden geregistreerd en worden opgenomen in de JDS, acht ik het niet mogelijk om deze
informatie te gebruiken in de VOG-screening.
Wat betreft het beroepsverbod in relatie tot een schikking, wil ik u verwijzen naar
het antwoord op vraag 2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.