Schriftelijke vragen : Het bericht 'Hoe de UvA in de jacht op de internationale student de grenzen opzoekt'
Vragen van de leden Van der Molen en Van Toorenburg (beiden CDA) aan de Minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Hoe de UvA in de jacht op de internationale student de grenzen opzoekt» (ingezonden 29 september 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Hoe de UvA in de jacht op de internationale student
de grenzen opzoekt», waarin geschetst wordt dat de Universiteit van Amsterdam (UvA)
via de commerciële organisatie OnCampus jaarlijks honderden studenten uit China, Rusland,
Indonesië en Vietnam met een havo-5-niveau voor zo’n € 18.000 in één jaar klaarstoomt
voor een UvA-studie?1
Vraag 2
Wanneer zijn de eerste signalen bij u binnengekomen dat er Nederlandse universiteiten
zijn die niet-EER2 studenten toelaten op basis van een diploma dat niet gelijkwaardig is aan een vwo3-diploma? Wat heeft u vervolgens wanneer met deze signalen gedaan?
Vraag 3
Kunt u aangeven welke universiteiten via de constructie van een voorbereidingsjaar
niet-EER havisten toelaten?
Vraag 4
Klopt het dat u in mei 2019 een brief van Wittenborg University of Applied Sciences
heeft ontvangen, waarin zorgen werden geuit over havisten die via een voorbereidingsjaar
toegelaten worden op de universiteit?4 Klopt het dat u hier nooit op heeft geantwoord? Kunt u een overzicht van stappen
geven die u naar aanleiding van de brief heeft ondernomen? Zo nee, kunt u aangeven
waarom u zich daar niet toe genoodzaakt voelde op basis van de brief?
Vraag 5
Klopt het dat instellingen met dit soort voorbereidingstrajecten en toelating van
havisten op de universiteit in strijd handelen met de Wet op het hoger onderwijs en
wetenschappelijk onderzoek (WHW)? Kunt u uw antwoord toelichten en waar nodig verwijzen
naar de relevante artikelen in de WHW?
Vraag 6
Kunt u aangeven wie na het voorbereidingsjaar beslist of de niet-EER havist geschikt
is om in te stromen in een wo5-bachelor? Is dit de commerciële partij of de universiteit?
Vraag 7
Is het verzoek van de Landelijke Commissie Gedragscode Hoger Onderwijs om de Inspectie
van het Onderwijs te laten onderzoeken of havisten na voltooiing van een voorbereidend
jaar toelaatbaar zijn tot de universiteit opgepakt? Wat zijn de eerste bevindingen
van de Inspectie?
Vraag 8
Wanneer kan de Kamer een reactie verwachten van universiteiten, hogescholen en u op
het onderzoek van de Landelijke Commissie Gedragscode Hoger Onderwijs naar de gedragscode?
Vraag 9
Klopt het dat de Inspectie van het Onderwijs geen toezicht houdt op dit soort voorbereidingstrajecten,
omdat ze geen onderdeel vormen van geaccrediteerde opleidingen? Houdt de Nederlands
Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) vanwege dezelfde reden ook geen toezicht hierop?
Klopt het dat er momenteel geen enkele instantie toezicht houdt op deze voorbereidingstrajecten?
Welke stappen heeft u de sinds de eerdergenoemde brief van Wittenborg gezet, zodat
er wel toezicht gaat plaatsvinden? Wat zijn de uitkomsten daarvan en hoe ziet het
toezicht er nu uit? Zo nee, vindt u dat er toezicht plaats zou moeten vinden op deze
trajecten?
Vraag 10
Klopt het dat de gedragscode alleen maar aangeeft dat een voorbereidend jaar door,
of onder verantwoordelijkheid van de hoger onderwijsinstelling aangeboden dient te
worden vanwege de IND-procedure6, dit terwijl het traject bij de UvA aangeboden wordt door een commerciële partij
als Cambridge Education Group en deze activiteiten derhalve niet onder de WHW vallen,
zodat de relevante inspecties geen toezicht kunnen uitoefenen? Deelt u de mening dat
dit oneigenlijk gebruik is van de gedragscode en bent u bereid hier stappen tegen
te ondernemen?
Vraag 11
Is de «truc» van de UvA om studenten voor een andere studie in te schrijven vanwege
de IND-procedure toelaatbaar? Kunt u uw antwoord toelichten? Welke andere instellingen
maken ook gebruik van deze constructie?
Vraag 12
Herkent u de deze truc om een student toch een verblijfsvergunning te laten krijgen?
Komt dit vaker voor? Wat vindt u hiervan? Bent u voornemens hiertegen op te treden?
Vraag 13
Dient de IND überhaupt verblijfsvergunningen te verstrekken aan internationale studenten
als zij op dat moment niet toelaatbaar zijn voor een opleiding aan een hogeschool
of universiteit?
Vraag 14
Hoe verhoudt de constructie van de UvA zich tot het beleidsdoel, op basis van het
interdepartementale beleidsonderzoek Internationalisering, dat u zich heeft gesteld
om de instroom van internationale studenten te beperken? Is het in dat opzicht wenselijk
om internationale studenten te verwelkomen die niet het wettelijke opleidingsniveau
bezitten om in te stromen in een bachelor- of masteropleiding?
Vraag 15
Wat vindt u ervan dat een voorbereidingsjaar wordt aangeboden voor studies met een
numerus fixus of selectie? Wilt u hierop ingrijpen?
Vraag 16
Deelt u de mening dat hier nadrukkelijk een achterstelling ontstaat voor Nederlandse
scholieren, aangezien niet-EER studenten wel kunnen instromen in een wo-opleiding
zonder te voldoen aan het wettelijk niveau en Nederlandse studenten niet? Welke waarborgen
zijn er om voldoende mogelijkheden voor instroom voor Nederlandse scholieren te garanderen?
Vraag 17
Indien u bewust gedoogd dat er niet-EER studenten instromen op basis van een diploma
dat niet gelijkwaardig is aan een vwo-diploma, staat u er dan ook voor open om zeer
gemotiveerde, excellente Nederlandse havo scholieren, die een vooropleiding hebben
gedaan, toe te laten zodat Nederlandse havisten niet benadeeld worden ten opzichte
van niet-EER havisten?
Vraag 18
Herinnert u zich het pleidooi tijdens de begrotingsbehandeling in het najaar van 2018,
waarin werd verzocht om voor Nederlandse jongeren de mogelijkheid te creëren om de
21+ toets eerder te kunnen maken om alsnog in te kunnen stromen in een niet-verwante
opleiding? Bent u bereid hier alsnog naar te kijken?
Vraag 19
Kunt u uitsluiten dat er publieke middelen aangewend zijn/worden om deze activiteiten
mogelijk te maken?
Vraag 20
Bent u bereid om de vragen één voor één te beantwoorden?
Vraag 21
Bent u bereid om deze vragen vóór de begrotingsbehandeling OCW 2020 te beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Gericht aan
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Indiener
H. van der Molen, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
M.M. van Toorenburg, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.