Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Geurts en Agnes Mulder over het artikel Weilanden vol glas van zonnepanelen na hevige brand: nieuw probleem voor milieudiensten
Vragen van de leden Geurts en Agnes Mulder (beiden CDA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het vrijkomen van glasscherven en andere brokstukken uit zonnepanelen bij hevige brand (ingezonden 6 augustus 2020).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 25 september 2020). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3731.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Weilanden vol glas van zonnepanelen na hevige brand:
nieuw probleem voor milieudiensten»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 4
Klopt het dat niemand op dit moment de oplossing weet voor het probleem waarbij glasscherven
en andere brokstukken bij een hevige brand vrijkomen uit zonnepanelen en vervolgens
neerslaan op omringende weilanden en andere gronden? Klopt het dat ook niemand daarover
nog heeft nagedacht?
Is dit een probleem dat speelt bij specifieke typen zonnepanelen dan wel wijze van
bevestiging van panelen of is de kans op het vrijkomen van brokstukken en glasscherven
bij brand even groot voor elk type paneel?
Antwoord 2 en 4
Iedere hevige brand leidt tot verspreiding van deeltjes. Dat is bij zonnepanelen niet
anders. Dit neemt niet weg dat de incidenten van de afgelopen maanden, waar bij branden
specifiek deeltjes vrijkwamen uit zonnepanelen, niet eerder voorgekomen zijn. Hierdoor
is het de vraag of dit een significant risico betreft en hoe hiermee om dient te worden
gaan. Ik ben van mening dat onderzoek naar de mogelijke effecten van brand op zonnepanelen
kan bijdragen aan de benodigde duidelijkheid over dergelijke branden.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) gaat brandexperimenten uitvoeren
met zonnepanelen. Het doel van deze experimenten is de samenstelling van de rook en
de stoffen die in deze rook aanwezig zijn te onderzoeken. Het is op dit moment nog
niet bekend of de kans op het vrijkomen van deeltjes bij dergelijke branden groter
is bij een bepaald type panelen. Wellicht kan het onderzoek van het RIVM daar meer
inzicht in geven. Verder loopt er bij het RIVM in het kader van hun strategisch onderzoeksprogramma
een onderzoekproject (DIRECT) naar duurzaam en veilig ontwerp van zonnestroominstallaties,
waarbij ook wordt gekeken naar stoffen in zonnepanelen.
Ik zal, in overleg met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, aan de
hand van de onderzoeken van het RIVM bezien of er eventueel vervolgstappen nodig zijn.
Vraag 3
Is het duidelijk welke mogelijke schadelijke effecten de verspreiding van glasscherven
en andere brokstukken van zonnepanelen bij een hevige brand kan hebben voor de gezondheid
van mens en dier? Om welke effecten gaat het hier en hoe kunnen deze zoveel mogelijk
worden verminderd?
Antwoord 3
In 2019 heeft het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) een verkenning van de veiligheidsrisico's
als gevolg van de energietransitie gepubliceerd2. Daarin hebben zij ook melding gemaakt van de gezondheidsrisico's van branden met
zonnepanelen. In zonnepanelen bevinden zich verschillende stoffen. Bij brand kunnen
toxische verbrandingsproducten vrijkomen, grotendeels stoffen die ook bij gebouwbranden
vrijkomen, waarmee bij de brandbestrijding rekening moet worden gehouden. Een gevaar
voor de omgeving door schadelijke stoffen vanwege brandende PV-panelen wordt in de
door verkenning aangehaalde onderzoeken van het IFV uitgesloten. De experimenten die
vanuit het RIVM worden uitgevoerd, kunnen mogelijk meer duidelijkheid bieden welke
stoffen bij een brand vrijkomen.
Indien (glas)splinters worden gegeten door landbouwhuisdieren, zouden die mogelijk
effect kunnen hebben op hun gezondheid. Zo is bekend dat het eten van kleine metaaldeeltjes
(stukjes ijzerdraad, spijkers etc.) bij koeien een zogenaamd «scherp-in» kan veroorzaken.
Dit kan leiden tot een ontsteking van de maagwand. Dit geldt niet alleen voor (glas)splinters
van zonnepanelen, maar van alle splinters die door branden kunnen vrijkomen. Indien
er glassplinters op akkerbouwgrond terecht komen en er mogelijke risico’s zijn dat
deze direct via landbouwproducten of via de dieren in het voedsel terecht kunnen komen,
ligt de verantwoordelijkheid voor het voorkomen hiervan bij de landbouwer. Een ondernemer
moet immers ervoor zorgen en aantonen dat het voedsel veilig is. Overigens zijn er
verder in de productieketen verschillende kwaliteitsborgen die moeten voorkomen dat
de consument aan vreemde voorwerpen, waaronder glassplinters, wordt blootgesteld.
Vraag 5 en 6
In hoeverre zijn of worden er protocollen ontwikkeld voor het omgaan met dergelijke
(loods)branden, waarbij glasscherven en andere brokstukken van zonnepanelen vrijkomen?
Deelt u de mening van de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord dat er voor dit probleem
een landelijke oplossing gevonden moet worden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke
wijze zult u daar gestalte aan geven en welke partijen zullen daarbij worden betrokken?
Antwoord 5 en 6
Diverse partijen hebben uitvoerende verantwoordelijkheden met betrekking tot branden
en de gevolgen hiervan. Het IFV zal bezien of er een aanvullende aanbeveling nodig
is voor de brandbestrijding, en of het behulpzaam is om die op te nemen in een protocol.
Dit gebeurt in nauw overleg met betrokken en belanghebbende partijen, zoals deskundigen
in veiligheidsregio's, het RIVM, omgevingsdiensten en de NVWA.
Vraag 7
Is of wordt dit onderwerp ook besproken tijdens de gesprekken die u voert met de verzekeringssector
in verband met de onverzekerbaarheid van zonnepanelen op daken? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, wanneer denkt u de Kamer te kunnen informeren over de uitkomsten?
Antwoord 7
Nee, dit probleem is niet besproken tijdens de ronde tafel met verzekeraars en de
zonnesector. De problemen met betrekking tot de verzekerbaarheid van panelen komen
voort uit de brandveiligheid van de panelen en de installatie zelf. De loodsbranden
in Moerbeek waar in het artikel over gesproken wordt, zijn niet ontstaan in de panelen
en de panelen waren in die gevallen dus ook niet de oorzaak van de brand.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.