Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over het bericht: 'Minister die niet reageert op omstreden vertrekpremie directeur woningcorporatie Woonbron'
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht: «Minister die niet reageert op omstreden vertrekpremie directeur woningcorporatie Woonbron» (ingezonden 1 september 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
22 september 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Minister reageert niet op provocatie Woonbron»?1 Wat is hierop uw reactie?
Antwoord 1
Ja. Het toezicht op de naleving van de Wet normering topinkomens is voor zover het
de woningcorporaties betreft gemandateerd aan de Autoriteit woningcorporaties (Aw).
De Aw heeft op 20 augustus jl. gereageerd naar het bestuur van Woonbron op de betreffende
tekst in het jaarverslag.
Vraag 2
Wat is uw mening over het feit dat de Rotterdamse woningcorporatie Woonbron in haar
jaarrekening 2019 vasthoudt aan de opvatting dat zij niet onrechtmatig zou hebben
gehandeld bij het verstrekken van een ontslagvergoeding aan de in juli 2018 vertrokken
directeur? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 2
De gang van zaken is voor de Aw aanleiding geweest om in overleg te treden met Woonbron.
De Aw geeft aan dat tekst zoals opgenomen in het jaarverslag geen recht doet aan het
indringende en constructieve gesprek dat de Aw en de Raad van Commissarissen van Woonbron
met elkaar hadden. De tekst doet ook geen recht aan de afspraak dat Woonbron zich
committeert aan de beleidslijn van BZK en de Aw inzake de VPL premie.
Vraag 3
Waarom wacht u met het geven van een reactie op deze kwestie totdat een eerstvolgende,
pas in 2021 te verwachten, beoordelingsbrief over Woonbron verschijnt?
Antwoord 3
Dat is niet het geval, zie het antwoord op vraag 1.
Vraag 4
Overweegt u, net als in januari 2020 gebeurde in de affaire Laurens Wonen, de Autoriteit
woningcorporaties een aparte brief te laten sturen waarin u uw ongenoegen over Woonbrons
opstelling in de kwestie kunt uiteenzetten?2
Antwoord 4
Nee, voor een aparte brief is geen noodzaak. Woonbron heeft namelijk na de in het
antwoord op vraag 1 aangehaalde reactie van de Aw op 3 september het volgende bericht
op haar website geplaatst:
«Statement Woonbron rond terugbetaling
In ons jaarverslag 2019 wordt verwezen naar een uitkering aan de voormalige voorzitter
van de Raad van Bestuur. Daarbij is de volgende zinsnede gebruikt: «Ondanks dat er
geen sprake was van een onverschuldigde betaling door Woonbron heeft hij vrijwillig
besloten om het deel van de zogeheten VPL premie terug te betalen aan Woonbron.»
De bewuste zinsnede hadden we achteraf niet moeten opnemen. Woonbron committeert zich
aan de beleidslijn van BZK en de Aw. De mogelijke suggestie die de zinsnede oproept
doet ook geen recht aan het indringende en constructieve gesprek dat de Autoriteit
woningcorporaties en de Raad van Commissarissen van Woonbron met elkaar hadden over
deze kwestie. Dit betreuren wij.»
Vraag 5
Wat was de uitkomst van het eerder gevoerde verantwoordingsgesprek tussen de Autoriteit
woningcorporaties en de commissarissen van Woonbron?
Antwoord 5
De uitkomst van het gesprek was voor de Aw op dat moment zodanig dat de kwestie wat
haar betreft afgehandeld was.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.