Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wilders en Agema over de uitspraak van de directeur van het RIVM gedaan tijdens de technische briefing van 11 augustus 2020 dat de besmettingen met corona in Dokkum “evident“ buiten gebeurd zouden zijn
Vragen van de leden Wilders en Agema (beiden PVV) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitspraak van de directeur van het RIVM gedaan tijdens de technische briefing van 11 augustus 2020 dat de besmettingen met corona in Dokkum «evident» buiten gebeurd zouden zijn (ingezonden 26 augustus 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 21 september
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraken van de directeur van het RIVM, de heer Van Dissel,
tijdens de technische briefing van 11 augustus 2020 dat de besmettingen met corona
in Dokkum «evident» buiten gebeurd zouden zijn?1
Antwoord 1
Ja. De heer van Dissel is overigens directeur van het centrum voor infectieziektebestrijding
(Cib) van het RIVM.
Vraag 2
Bent u bekend met het feit dat de directeur van het RIVM zijn uitspraak slechts baseerde
op mediaberichten en niet op wetenschappelijke, peer reviewed onderzoeken?2
Antwoord 2
Nee.
Vraag 3, 4, 5, 6
Bent u bekend met het feit dat GGD Fryslan geen «evident» bewijs hiervoor had, temeer
omdat de jongeren ook samen binnen in de kroeg waren geweest?3
Deelt u de mening dat de directeur van het RIVM deze casus eerst had moeten onderzoeken
alvorens hij de conclusie trok dat de jongeren buiten waren besmet?
Waarom moeten van de directeur van het RIVM anderen (wetenschappers van over de hele
wereld) altijd eerst hun zaakjes op orde hebben zoals peer reviewed onderzoeken en
kan hij feitenvrij de verkeerde conclusies trekken?
Deelt u de mening dat de directeur van het RIVM deze conclusie niet zomaar had mogen
trekken? Zo ja, wat zijn de consequenties voor hem? Zo nee, waar zijn de wetenschappelijk
peer reviewed bewijzen voor deze uitspraken van de directeur van het RIVM?
Antwoord 3, 4, 5, 6
In het door u aangehaalde mediabericht stelt de GGD Fryslan dat het zeer aannemelijk
is dat de infectie buiten, op het terras kan zijn overgedragen, omdat de jongeren
onvoldoende afstand hielden tot elkaar. Helemaal zeker is het niet, omdat de jongeren
ook binnen zijn geweest. De heer van Dissel heeft deze casus als illustratie gebruikt
dat overdracht ook buiten wel degelijk mogelijk is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.