Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Dam over de aanvraag erkenning Orthodoxe Zendende Instantie als zendende instantie
Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Ministers voor Rechtsbescherming en van Justitie en Veiligheid over de aanvraag erkenning Orthodoxe Zendende Instantie als zendende instantie (ingezonden 6 augustus 2020).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 21 september 2020). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3772.
Vraag 1
Bent u bekend met de aanvraag van de Orthodoxe Zendende Instantie (OZI) om erkend
te worden als zendende instantie van 6 november 2019?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Waarom duurt het zó lang voordat u in staat bent een beslissing op dit verzoek te
nemen? Kunt u aangeven welke aarzelingen hier spelen?
Wanneer verwacht u deze beslissing wel te kunnen nemen?
Antwoord 2, 3
De Orthodoxe Zendende Instantie (OZI) heeft een verzoek ingediend om erkend te worden
als zendende instantie, gedefinieerd als de «door de overheid erkende vertegenwoordigende
instantie van een denominatie». Met deze erkenning wil de OZI tevens toetreden als
zelfstandige achtste denominatie bij de Dienst Geestelijke Verzorging (DGV) van de
Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Op dit moment valt de orthodoxe geestelijke
verzorging onder de protestantse denominatie.
Het is niet eerder voorgekomen dat een organisatie zich wil afsplitsen van een huidige
zendende instantie en een nieuwe denominatie wil vormen. Dit vraagstuk vergt dan ook
zorgvuldigheid. Zowel ten aanzien van de OZI als de andere denominaties. Gezien het
belang van scheiding tussen kerk en staat en de gevolgde procedure bij eerdere aanvragen
tot erkenning als zendende instantie heb ik, in overleg met mijn collega de Minister
van Justitie en Veiligheid, besloten onafhankelijk advies in te winnen inzake dit
vraagstuk. Dit advies betreft het verzoek van de OZI tot erkenning als zendende instantie
en tevens het verzoek om vervolgens toe te treden als zelfstandige achtste denominatie
bij de DGV.
Per brief van 17 september 2020 heb ik de OZI hierover geïnformeerd.
Afsplitsing binnen denominaties en een eventuele toename van het aantal denominaties
roept bovendien de vraag op wat dit betekent voor de werkbaarheid van het stelsel
van de DGV. Daarom zal in het hierboven omschreven advies tevens het huidige stelsel
onder de loep genomen worden en zal ingegaan worden op het vraagstuk hoe geestelijke
verzorging vanuit de DGV naar de toekomst het beste kan worden georganiseerd.
Zodra dit advies ontvangen is zal ik over dit verzoek een besluit nemen. Ik verwacht
begin 2021 een advies te ontvangen.
Vraag 4
Kunt u aangeven aan welke voorwaarden een zendende instantie precies moet voldoen
om als zodanig te worden erkend?
Antwoord 4
Een vastgesteld beoordelingskader voor de behandeling van aanvragen tot erkenning
als zendende instantie ontbreekt momenteel. Op basis van eerdergenoemd advies ga ik
daarom tevens een duidelijk en inzichtelijk beoordelingskader opstellen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.