Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kwint over het bericht dat de VNG de bestuurlijke afspraken over laaggeletterdheid heeft opgezegd
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat de VNG de bestuurlijke afspraken over laaggeletterdheid heeft opgezegd (ingezonden 14 juli 2020).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
11 september 2020).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «VNG zegt bestuurlijke afspraken laaggeletterdheid
op»?1
Antwoord 1
Ik betreur het besluit van de VNG om de bestuurlijke afspraken eenzijdig op te zeggen.
Zoals ik in mijn brief aan uw Kamer van 6 januari jl. heb geschreven, hebben gemeenten
en het Rijk elkaar samen nodig bij de aanpak van laaggeletterdheid.2 Vanuit dat gevoel ondertekenden wij in september 2019 bestuurlijke afspraken. Hiermee
vertaalden wij onze gezamenlijke ambities naar concrete doelen en acties. Zo hebben
we afgesproken dat gemeenten op een uniforme wijze gegevens en informatie gaan verzamelen
over de deelname aan cursussen basisvaardigheden. Ook hebben gemeenten zich gecommitteerd
aan een kwaliteitsimpuls voor het non-formele aanbod. Ik betreur het dat specifiek
op deze punten de voorbije tijd bij een aantal gemeenten de indruk is ontstaan dat
de voorgenomen maatregelen tot uitvoeringsproblemen en extra administratieve lasten
leiden. Dat is uitdrukkelijk niet de bedoeling geweest. Daarom ben ik in gesprek met
de VNG en vertegenwoordigers van individuele gemeenten om te bezien op welke punten
aan deze zorgen tegemoet kan worden gekomen.
Vraag 2
Bent u het met de VNG eens dat in de praktijk de afspraken uitmondden in bureaucratie,
controle en beknibbeling en laaggeletterde inwoners niet verder hielp? Kunt u dit
toelichten?
Antwoord 2
Het ontbreken van een kwaliteitskader en kwaliteitsbeleid bij een aantal gemeenten
is de reden geweest om hier met de VNG concrete afspraken over te maken. In het AO
over de aanpak van laaggeletterdheid van 13 juni 2019 hebben verscheidene leden, waaronder
ook de heer Kwint, hier op aangedrongen.3 De introductie van een landelijk systeem van monitoring en registratie en een kwaliteitslabel
voor de non-formele cursusaanbieders hebben ontegenzeggelijk impact op de werkwijze
van gemeenten en de cursusaanbieders. Het voorkomen van bureaucratie heeft daarbij
mijn aandacht. In mijn brief aan uw Kamer van 6 januari jl. heb ik daarom het belang
benadrukt van een zorgvuldige implementatie en goede aansluiting bij reeds bestaande
effectieve systemen van monitoring en kwaliteitszorg. Ik ga graag verder met gemeenten
in gesprek hoe hier in de praktijk zo goed mogelijk uitvoering aan kan worden gegeven.
Ik vind overigens niet dat er bij de aanpak van laaggeletterdheid sprake is van beknibbeling.
Dit kabinet trekt in de periode 2020 – 2024 jaarlijks meer dan € 85 miljoen uit voor
de aanpak van laaggeletterdheid (€ 7 miljoen per jaar méér dan het vorige kabinet),
waarvan ruim € 65 miljoen per jaar rechtstreeks wordt uitgekeerd aan gemeenten.
Vraag 3
In hoeverre droegen de bestuurlijke afspraken bij aan het terugdringen van laaggeletterdheid
volgens u?
Antwoord 3
Ik hecht aan de gemaakte bestuurlijke afspraken, omdat Rijk en gemeenten hiermee een
concrete gezamenlijke agenda hebben vastgelegd voor de komende jaren. Breed draagvlak
en een gezamenlijke inzet zijn van groot belang bij de aanpak van laaggeletterdheid.
Het is immers een weerbarstig probleem, waar partijen elkaar bij nodig hebben. Ik
hoop daarom dat de samenwerking met gemeenten de komende jaren wordt voortgezet en
zal mij hier voor in blijven zetten.
Vraag 4
Welke gevolgen heeft het opzeggen van de bestuurlijke afspraken voor gemeenten, het
Rijk en laaggeletterden?
Antwoord 4
Ik ben met gemeenten in gesprek over de vraag in hoeverre zij nog uitvoering willen
geven aan de bestuurlijke afspraken, specifiek op het gebied van monitoring en kwaliteitszorg.
Hierbij streef ik er naar om de samenwerking voort te zetten, zodat we onze gezamenlijke
ambities kunnen realiseren. Ik ben in dit verband blij dat gemeenten reeds hebben
aangegeven dat zij hun onderwijsactiviteiten voor laaggeletterde inwoners onverminderd
voortzetten. Daarmee zijn de gevolgen van het opzeggen van het bestuursakkoord voor
de doelgroep vooralsnog beperkt.
Vraag 5
Op welke wijze gaat u de grote ambities omtrent de aanpak van laaggeletterdheid nu
realiseren?
Antwoord 5
Tal van partijen hebben elkaar nodig bij de aanpak van laaggeletterdheid: Rijk en
gemeenten, maar ook werkgevers, cursusaanbieders, bibliotheken, zorgverleners, uitvoeringsorganisaties
en partijen uit het sociaal domein. De uitvoering van het succesvolle landelijke programma
Tel mee met Taal loopt daarbij onverminderd door. Organisaties kunnen dus een beroep
blijven doen op ondersteuning, kennis en expertise via bijvoorbeeld het nieuwe Expertisecentrum
Basisvaardigheden en landelijke partners zoals Stichting Lezen en Schrijven, de Koninklijke
Bibliotheek en Stichting ABC. Ook de landelijke subsidieregeling voor werkgevers,
en initiatieven op het gebied van wervingscampagnes, preventie en leesbevordering
lopen door. Uw Kamer ontvangt begin volgend jaar een eerste voortgangsrapportage over
de bereikte resultaten van de verschillende maatregelen en initiatieven.
Vraag 6
Bent u bereid om met de VNG in gesprek te gaan teneinde nieuwe afspraken te maken
waar beide partijen zich in kunnen vinden? Bent u bereid tegemoet te komen aan de
eisen van de VNG? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 6
Ja. Ik ben reeds met de VNG in gesprek over de manier waarop gemeenten en Rijk hun
gezamenlijke ambities en de gewenste kwaliteitsimpuls kunnen realiseren. De uitvoerbaarheid
voor gemeenten en hun partners heeft hierbij specifieke aandacht.
Vraag 7
Waarom is de Kamer niet op de hoogte gesteld van het feit dat de VNG de bestuurlijke
afspraken heeft opgezegd?
Antwoord 7
Ik ben op 30 juni jl. door de VNG telefonisch geïnformeerd over het eenzijdige besluit
om de bestuurlijke afspraken op te zeggen. Ik heb toen afgesproken om na het zomerreces
door te praten over mogelijke oplossingsrichtingen. Omdat op dit moment nog niet duidelijk
is welke gevolgen het opzeggen van de bestuurlijke afspraken door de VNG heeft voor
de aanpak van laaggeletterdheid en de verdere samenwerking tussen Rijk en gemeenten,
zou ik u graag op een later moment hierover nader informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.