Amendement : Amendement van de leden Van Meenen en Bisschop over over de stemmingen op vaste tijdstippen plaats te laten vinden

Nr. 19
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN MEENEN EN BISSCHOP

Ontvangen 10 september 2020

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel 8.23 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) vervalt «in het algemeen» en worden, onder vervanging van
«vaste tijdstippen» door een dubbele punt, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

a. dinsdag na het mondelinge vragenuur, bedoeld in artikel 12.3, eerste lid;

b. donderdag om 16.00 uur.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. De Voorzitter kan in bijzondere gevallen besluiten de stemmingen op een ander tijdstip
te laten plaatsvinden.

Toelichting

Dit amendement regelt dat vanaf inwerkingtreding van het herziene Reglement van Orde
in beginsel op twee vaste tijdstippen in de week wordt gestemd. De Voorzitter kan
besluiten in bijzondere gevallen stemmingen te laten plaatsvinden op een ander tijdstip.
Zo kan een internationale bijeenkomst van een Minister daartoe aanleiding geven, waaronder
in ieder geval worden begrepen de zittingen van de Europese Raad, de Raad van de EU
en de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Ook de laatste beraadslaging op
de donderdag voorafgaand aan een reces kan als bijzonder geval kwalificeren. Hoofdelijke
stemmingen en stemmingen over moties van wantrouwen behoren niet tot de uitzonderingsgrond.

De indieners hebben meerdere redenen om voortaan slechts nog op vaste tijdstippen
te stemmen. Zo vergroot het de voorspelbaarheid van de Kameragenda, hetgeen doordeweekse
afspraken met burgers en experts vergemakkelijkt. Maar verreweg de belangrijkste reden
is de werkdruk. Het is van groot belang dat we zuinig zijn op al onze Kamerleden,
fractiemedewerkers en ambtelijke ondersteuning. Het werk in de Kamer is onregelmatig
en veeleisend. Een hoge mate van stress en tekenen van overspannenheid liggen al snel
op de loer. De voorbeelden zijn bekend. Op steeds meer werkplekken wordt in dat kader
nagedacht over de juiste balans tussen werk en privé. Het is goed om daar ook als
Kamer meer aandacht voor te hebben. Door de onvoorspelbaarheid van het tijdstip uit
de stemmingen te halen, maken we een einde aan de praktijk dat alle Kamerleden regelmatig
– en vaak voor niets – tot in de nacht aanwezig moet blijven. Ook hun ondersteuning
hoeft daarvoor niet langer op stand-by te staan. Zo maken we het werk in de Kamer
prettiger, gezonder, en aantrekkelijker – ook voor nieuw talent.

Van Meenen Bisschop