Amendement : Amendement van de leden Van Meenen en Kuiken over de mogelijkheid om moties in te dienen tijdens commissiedebatten
35 322 Voorstel tot algehele herziening van het Reglement van Orde
Nr. 18
AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN MEENEN EN KUIKEN
Ontvangen 10 september 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel 7.31 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid vervalt, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.
2. Voor «wetgevingsoverleg» wordt ingevoegd «commissiedebat,».
II
Artikel 7.32 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift vervalt «commissiedebat of».
2. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste volzin vervalt «commissiedebat of» en vervalt «debat of».
b. De tweede volzin vervalt.
3. In het tweede lid vervalt «commissiedebat of».
Toelichting
Dit amendement regelt dat – in navolging van notaoverleggen en wetgevingsoverleggen
– ook tijdens commissiedebatten moties kunnen worden ingediend. Indieners achten dit
om meerdere redenen wenselijk. In de eerste plaats is het veel duidelijker voor het
publiek dan de huidige praktijk, waarbij een commissiedebat in de commissie wordt
stopgezet, om (veelal pas weken) later in de plenaire zaal te worden afgerond. Daarnaast
draagt dit bij aan het ontlasten van de druk op de plenaire agenda, waar vele debatten
op de wachtlijst staan. Nu besteden we jaarlijks nog meer dan honderd uur aan de plenaire
voortzetting van commissiedebatten (het «verslag algemeen overleg»). Terwijl voor
de meerderheidsdebatten en dertigledendebatten ruim vierhonderd uur plenaire vergadertijd
staat. Dit amendement schept dus relatief veel extra tijd voor deze debatten. Tot
slot draagt de indiening van moties in commissieverband bij aan een betere verhouding
tussen de belangrijke werkzaamheden in de commissies en de plenaire vergadering.
Van Meenen Kuiken
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.H. van Meenen, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
A.H. Kuiken, Tweede Kamerlid