Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van lid Beckerman over de gevolgen voor huurders tijdens en na gedwongen verhuizing
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de gevolgen voor huurders tijdens en na gedwongen verhuizing (ingezonden 29 juni 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
            7 september 2020) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3420.
         
Vraag 1, 2 en 3
            
Kunt u aangeven wie er precies in aanmerking komt voor de compensatie van verhuiskosten,
               voor mensen die gedwongen moeten verhuizen omdat hun onveilige huis versterkt moet
               worden, en wie niet?1
Op welke termijn wordt er invulling gegeven aan genoemde voorstellen voor een rechtvaardige
               verhuiskostenvergoeding? Bent u bereid een uiterste datum te noemen van bijvoorbeeld
               1 oktober 2020? Wilt u uw antwoord toelichten?
            
Gaat de regeling gelden met terugwerkende kracht? Zo ja, hoe gaat u zorgen dat ook
               deze bewoners worden gecompenseerd? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 1, 2 en 3
            
Deze zomer is er gewerkt aan zowel een set afspraken om vergoedingen voor huurders
               en eigenaren in de versterkingsopgave die vanuit veiligheidsoverwegingen noodzakelijk
               is zoveel als mogelijk gelijk te trekken. Daarnaast zet ik in op een eenmalige tegemoetkoming
               voor huurders die reeds in een wisselwoning hebben gezeten of op dit moment zitten
               en niet met de bovengenoemde voorstellen zijn geholpen. In mijn Kamerbrief «HEFT/EI
               en vergoedingen voor huurder van 7 september 2020 staat opgenomen hoe de afspraken
               en de regeling worden vormgegeven. Het voornemen is om de afspraken die toezien op
               het zoveel als mogelijk gelijktrekken van vergoedingen voor eigenaren en huurders
               in de versterkingsopgave alsmede de tegemoetkomingsregeling per 1 oktober aanstaande
               in te laten gaan.
            
Vraag 4
            
Wat gaat u er aan doen om te voorkomen dat het nodig is dat mensen naar de rechter
               moeten stappen om zo hun verhuiskostenvergoeding te bevechten, zoals nu het geval
               is in Appingedam? Wie draait er op voor de kosten die daar gemaakt worden?
            
Antwoord 4
            
Zoals vermeld in Kamerbrief (Kamerstuk 33 529, nr. 716) vind ik het van belang dat een gang naar de rechter wordt voorkomen. De afspraken
               die worden gemaakt om vergoedingen voor huurders en eigenaren in de versterkingsopgave
               die vanuit veiligheidsoverwegingen noodzakelijk is zoveel als mogelijk gelijk te trekken
               beogen juist dergelijke geschillen te voorkomen.
            
Vraag 5
            
Weet u dat het binnenklimaat van de inmiddels versterkte en verduurzaamde huurwoningen
               in bijvoorbeeld Middelstum en Loppersum, als te warm, benauwd en vochtig wordt bestempeld
               door meerdere huurders? Wat is daarop uw reactie?
            
Antwoord 5
            
Navraag bij de corporaties die deze woningen in beheer hebben leert dat bij sterk
               geïsoleerde woningen (nul op de meter) dit soort klachten (te warm, benauwd en vochtig)
               incidenteel voorkomen. De woningen zijn zo goed geïsoleerd dat dit een andere benadering
               qua stoken en ventileren vergt. Als dat niet gebeurt dan kan het snel te warm of te
               vochtig worden omdat de lucht niet weg kan via kieren en gaten. Door middel van coaching
               van een energiecoach en/of begeleiding vanuit de woningcorporatie leren bewoners hiermee
               om te gaan. In een incidenteel geval is in overleg met de bewoner gezocht naar een
               andere woning.
            
Te warm, benauwd en vochtig zijn klachten die vaker voorkomen bij sterk geïsoleerde
               woningen. Dat zien we landelijk terug en staat los van de versterking van de woningen.
            
Vraag 6
            
Bent u op de hoogte van de gezondheidsklachten van veel mensen als gevolg van dat
               binnenklimaat? Wat is daarop uw reactie?
            
Antwoord 6
            
Navraag bij de KR8-corporaties leert dat één bewoner zich bij hun heeft gemeld met
               zware klachten. Uit meting van de woning is gebleken dat de klachten niet gerelateerd
               kunnen worden aan de kwaliteit van de woning. Zoals ik in het vorige antwoord aangaf
               wordt er veel aandacht besteed aan het leren omgaan met het binnenklimaat in de nieuwe
               woningen.
            
Vraag 7 en 8
            
Is er inmiddels onderzoek geweest naar de verhouding gezondheidsklachten en verduurzaamde
               woningen? Zo ja, wat zijn de uitkomsten daarvan? Zo nee, bent u bereid zo’n onderzoek
               in te stellen? Wilt u dat baseren op het onderzoek waar GGD-Groningen inmiddels mee
               gestart is?
            
Wat gaat u eraan doen om ervoor te zorgen dat deze mensen zo snel mogelijk in een
               gezonde woning leven?
            
Antwoord 7 en 8
            
Ik heb bij de GGD Groningen navraag gedaan naar het in deze vraag genoemde onderzoek.
               De GGD Groningen heeft mij gemeld dat er geen onderzoek is gestart. Voor wat betreft
               de gesignaleerde problemen en mogelijke oplossingen daarvoor verwijs ik naar mijn
               antwoord op de vragen 5 en 6. Voorts heeft de Gezondheidsraad op 14 juli 2020 een
               advies uitgebracht «Gezonde energietransitie in de gebouwde omgeving». De Gezondheidsraad
               schetst in dit advies mogelijkheden om de positieve gezondheidseffecten van de energietransitie
               in de gebouwde omgeving uit te breiden en de onbedoelde negatieve gezondheidseffecten
               te beperken. Het kabinet zal dit najaar op het advies van de Gezondheidsraad reageren.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.