Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Yesilgöz-Zegerius over het bericht ‘Politievrijwilligers woedend om schrappen opleidingen’
Vragen van het lid Yeşilgöz-Zegerius (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Politievrijwilligers woedend om schrappen opleidingen» (ingezonden 23 juli 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 4 september
2020)Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3716.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Politievrijwilligers woedend om schrappen opleidingen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 5
Klopt het bericht dat er bij de politieacademie zowel in 2020 als in 2021 geen opleidingen
zullen starten voor nieuwe executieve politievrijwilligers?
Klopt het bericht dat er tevens geen opleidingen komen voor politievrijwilligers die
willen doorstromen van surveillant naar agent?
Klopt het dat de opleidingen aan de politieacademie opnieuw ontwikkeld worden? Zo
ja, hoe ziet deze ontwikkeling er exact uit en welke rol hebben specifiek de politievrijwilligers
hierin? Zo nee, hoe zit het dan wel?
Antwoord 2, 3 en 5
In het academisch jaar 2020–2021 starten totaal 168 nieuwe politievrijwilligers aan
een nieuwe deeltijdopleiding, een deeltijdvariant van de opleidingen voor politiespecialisten.
Wat de doorstroomopleidingen betreft, volgen momenteel nog 45 politievrijwilligers
de doorstroomopleiding van surveillant (niveau 2) naar agent (niveau 3). In 2021 voltooien
deze politievrijwilligers hun opleiding. De doorstroomopleiding van niveau 2 naar
niveau 3 zal daarna niet meer worden gegeven, omdat de Politieacademie een nieuwe
doorstroomopleiding zal ontwikkelen van niveau 2 naar niveau 4, het niveau van de
vernieuwde basispolitieopleiding voor de allround agent.
De Politieacademie vernieuwt momenteel de basispolitieopleiding op niveau 4 voor aspiranten2. Deze gaat in 2021 van start. Vervolgens zal de Politieacademie ervoor zorgen dat
de opleiding voor nieuwe volledig inzetbare politievrijwilligers hierop aansluit,
zodat de vrijwilligers tot eenzelfde niveau worden opgeleid als de beroepskrachten.
Het aantal op te leiden vrijwilligers zal afhangen van de behoefte van de eenheden.
De opleiding voor nieuwe politievrijwilligers zal in 2022 van start gaan. De doorstroomopleiding
voor vrijwilligers naar niveau 4 zal ook gaan aansluiten bij de nieuwe basisopleiding.
Deze opleiding zal vanaf het eerste kwartaal van 2022 van start gaan.
Vraag 4
Hoe staat dit in verhouding met uw beantwoording van de eerder gestelde Kamervragen
over het bericht «Vrijwillig werken bij politie is ook al niet de oplossing (2020Z03837), waarbij u stelt dat het opleiden van politievrijwilligers deel uit maakt van de
gehele behoeftestelling van de politie aan de politieacademie, waarvoor de politie
mensen en middelen beschikbaar stelt en dat in het regeerakkoord daarnaast € 0,5 miljoen
extra per jaar vrijgemaakt is voor het doorstroomonderwijs van politievrijwilligers
in de periode 2018–2021? Hoe is en wordt dit geld besteed?
Antwoord 4
Het onderwijs van politievrijwilligers maakt deel uit van de totale behoeftestelling
van de politie aan de Politieacademie. Het aantal plekken voor politievrijwilligers
is derhalve afhankelijk van de (totale) behoefte van de eenheden en de beschikbare
opleidingscapaciteit. Er wordt momenteel veel gevraagd van de beschikbare opleidingscapaciteit
bij de Politieacademie en de politie. In het licht van de vervangings- en uitbreiding
opgave waar de politie voor staat, leidt de Politieacademie leidt op dit moment grote
aantallen aspiranten op. Tegelijkertijd ontwikkelt de Politieacademie de nieuwe, verkorte
basispolitieopleiding. De politie en de Politieacademie zien het in goede banen leiden
van de (vernieuwde) opleiding van aspiranten als absolute prioriteit, omdat dit noodzakelijk
is de inzetbare politiecapaciteit zo spoedig mogelijk te versterken en de operationele
bezetting en formatie in balans te krijgen. Ik bespreek de behoeftestelling aan onderwijs
van de politie, de prioritering hierbinnen en de uitvoering daarvan regelmatig met
politie en Politieacademie in het tripartite overleg.
De € 0,5 miljoen per jaar extra uit het Regeerakkoord is en wordt zoals afgesproken
in de periode 2018–2021 specifiek ingezet voor de doorstroomopleidingen voor politievrijwilligers,
te weten de opleidingen voor de doorstroom van de beperkte naar de volledige niveau 2-kwalificatie
en de doorstroom van de niveau 2 naar niveau 3-kwalificatie. Deze opleidingen lopen
ook nog in 2021.
Vraag 6
Wat is de impact van de coronacrisis op het politieonderwijs, zowel in algemene zin
als specifiek betreffende de politievrijwilligers?
Antwoord 6
Vanwege de coronacrisis is er in het voorjaar een achterstand in het gehele politieonderwijs
ontstaan. De achterstanden in het basispolitieonderwijs en de bijbehorende examens
zijn inmiddels ingelopen. Voor de vakspecialistische opleidingen en trainingen zijn
de achterstanden in beeld gebracht, inclusief de manieren waarop die in de tweede
helft nog kunnen worden ingelopen. Specifiek voor de doorstroomopleidingen voor politievrijwilligers
geldt dat er enige vertraging is ontstaan in de stageperiodes bij de eenheden.
De Politieacademie heeft een protocol voor het 1,5 meter politieonderwijs opgesteld.
Zoals ik heb toegelicht in het eerste halfjaarbericht politie 20203, is besloten om het instroommoment voor aspiranten in week 41 van 2020 te laten vervallen
om de Politieacademie in staat te stellen om de onderwijsachterstanden zoveel mogelijk
weg te werken en tegelijkertijd de nieuwe basisopleiding te ontwikkelen.
Vraag 7 en 8
Deelt u het beeld van de Landelijke Organisaties van Politievrijwilligers (LOPV) dat
al jaren afspraken worden gemaakt ten behoeve van het creëren van wezenlijke opleidingscapaciteit
voor vrijwiligers, maar dat deze afspraken niet nagekomen worden? Zo ja, wat is uw
verklaring en aanpak hiervoor? Zo nee, waarom niet en hoe beoordeelt u de constatering
van de LOPV?
Deelt u de conbstatering van het bestuur van de LOPV dat achter dit patroon een fundamenteel
probleem bij de Nederlandse politieacademie schuil gaat, er zou geen inzet voor het
geven van perspectief aan politievrijwilligers zijn? Zo ja, wat is hier aan de hand
en wat gaat u er aan doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7 en 8
De Politieacademie heeft doorstroomopleidingen en een opleiding voor politievrijwilligers
met specialistische kennis ontwikkeld. Helaas zijn er in totaal wel minder opleidingsplaatsen
voor politievrijwilligers beschikbaar gesteld dan eerder voorzien. Dit is het gevolg
van noodzakelijke keuzes ten aanzien van de verdeling van de schaarse onderwijs- en
begeleidingscapaciteit in het basispolitieonderwijs, waar de opleidingen van politievrijwilligers
deel van uitmaken.
De Politieacademie geeft invulling aan de behoeftestelling aan onderwijs van de politie.
De politie stelt hiertoe de mensen en middelen beschikbaar aan de Politieacademie.
De politie en de Politieacademie hebben gezamenlijk besloten om momenteel absolute
prioriteit te geven aan het opleiding van aspiranten en het vernieuwen van de basispolitieopleiding.
Gelet op de grote vervangings- en uitbreidingsopgave waarde politie momenteel voor
staat, is deze prioriteitsstelling noodzakelijk om de inzetbare politiecapaciteit
op peil te houden en de komende jaren uit te breiden. Er is geen sprake van een gebrek
van inzet bij de Politieacademie. De Politieacademie heeft binnen haar mogelijkheden
en in de context van een sterk toegenomen onderwijsvraag gewerkt aan de doorontwikkeling
en de uitvoering van het onderwijsaanbod voor politievrijwilligers.
Vraag 9, 10 en 11
Deelt u de mening dat politievrijwilligers cruciaal zijn voor een gezonde politieorganisatie
en dat deze mensen, die hart voor het vak hebben en willen instromen of door willen
groeien, de ruimte moeten krijgen dat kunnen te doen? Zo ja, hoe gaat u hiervoor zorgen?
Zo nee, waarom niet?
Ben u ervan op de hoogte dat de LOPV heeft aangegeven te overwegen specialistische
politievrijwilligers die worden ingenomen voor de uitvoering actief te gaan adviseren
voor een andere organisatie te kiezen? Deelt u de mening dat dit een enorme gemiste
kans voor de politieorganisatie zal zijn en dat voorkomen moet worden dat een dergelijke
breuk plaatsvindt? Zo ja, welke acties gaat u ondernemen om dit te voorkomen? Zo nee,
waarom niet en waarom denkt u dat de LOPV zich genoodzaakt voelt dit te stellen?
Deelt u de mening dat de ontstane situatie zeer onwenselijk is en bent u bereid op
korte termijn actie te ondernemen, zodat politievrijwilligers weer het vertrouwen
krijgen dat zij inderdaad een onmisbare schakel vormen binnen de politieorganisatie
en het veilig houden van ons allen?
Antwoord 9, 10 en 11
De korpsleiding en ik zijn van mening dat politievrijwilligers van grote waarde zijn
voor de politieorganisatie. Politievrijwilligers zijn en blijven volwaardig deel van
de politie; beroepspersoneel en politievrijwilligers doen de taakuitvoering met én
naast elkaar. Het zou dan ook onwenselijk zijn als bij de (specialistische) politievrijwilligers
het idee ontstaat dat zij niet belangrijk zijn voor de politieorganisatie. Zoals toegelicht
in het antwoord op de vragen 2, 3 en 5, werkt de Politieacademie momenteel hard aan
de ontwikkeling van het vernieuwde basispolitieonderwijs, alsmede een vernieuwde doorstroomopleiding
en initiële opleiding voor politievrijwilligers. De opleiding voor specialistische
politievrijwilligers wordt aangeboden en er is geen wachtlijst. Mijn departement zal
deze ontwikkelingen nauw blijven monitoren in het tripartite overleg met de politie
en de Politieacademie.
Recent heeft de plaatsvervangend korpschef, mevr. Huyzer, gesproken met de LOPV over
de ontstane situatie. In dit gesprek heeft zij de perspectieven op het gebied van
opleidingen en de huidige prioriteitstelling in het licht van de vervangings- en uitbreidingsopgave
toegelicht. Dit gesprek heeft ertoe geleid dat er weer vertrouwen is bij de LOPV over
de inzet van en onderwijs voor vrijwilligers bij de politie in de komende jaren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.