Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over ‘een werkgever en een uitzendbureau die hun werknemer in de steek lieten na een ernstig bedrijfsongeval’
Vragen van lid Jasper van Dijk (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over een werkgever en een uitzendbureau die hun werknemer in de steek lieten na een ernstig bedrijfsongeval (ingezonden 17 juli 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Van ‘t Wout (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
1 september 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de tweet van FNV-er Bart Plaatje, waaruit blijkt dat arbeidsmigrant
Marcin ernstig gewond raakte na een bedrijfsongeval (hij viel in een vat met hete
olie) waarna werkgever Beneluxvet BV en uitzendbureau Marthoflex hem in de steek lieten
op zijn slaapkamer?1
Antwoord 1
Ja, ik heb kennisgenomen van de tweet.
Vraag 2, 3
Is het juist dat de werkgever pas twee uur na het ongeval kwam opdagen en dat er geen
rapport is opgemaakt?
Is het juist dat de noodzakelijke verzorging van zijn brandwonden lang op zich laat
wachten, veel langer dan verantwoord is?
Antwoord 2, 3
Ik kan niet oordelen over deze specifieke casus, maar vind het – niet alleen vanuit
het oogpunt van goed werkgeverschap en de wettelijke verplichtingen, maar in de eerste
plaats vanuit medemenselijkheid – van groot belang dat werknemers in goede arbeidsomstandigheden
werken en er bij een arbeidsongeval adequaat wordt gereageerd. De Inspectie SZW is
bekend met het ongeval en heeft naar aanleiding daarvan onderzoek ingesteld naar de
causale relatie tussen het ongeval en een overtreding van een of meerdere artikelen
van de Arbeidsomstandighedenwetgeving. Over een individueel bedrijf en/of lopend onderzoek
doet de Inspectie SZW geen uitspraken. Concrete feiten, zoals genoemd, maken deel
uit van een onderzoek. Voor zover relevant kunnen stukken, zoals een opgemaakt rapport,
in een onderzoek worden betrokken.
Vraag 4
Is het juist dat Marcin op het moment van het ongeval anderhalve week bij Marthoflex
in dienst was, maar dat hij geen zorgpas kreeg? Hoe is dit mogelijk?
Antwoord 4
De Inspectie SZW onderzoekt altijd of er sprake is van een arbeidsrelatie tussen het
bedrijf en het slachtoffer teneinde vast te kunnen stellen wie volgens de Arbeidsomstandighedenwet
moet worden aangemerkt als werkgever.
Verder is in de kabinetsreactie van 3 juli 2020 op de Eerste Aanbevelingen van het
Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten vermeld dat een aantal zorgverzekeraars afspraken
hebben gemaakt met werkgevers en uitzendbureaus dat de zorgpas zo spoedig mogelijk
wordt verstrekt aan arbeidsmigranten die zij in dienst hebben. Sommige zorgverzekeraars
gaan of zijn inmiddels overgegaan tot een digitale zorgpas, die is gekoppeld aan de
inschrijving bij de zorgverzekeraar. Tenslotte is van belang te vermelden dat de zorgpas,
naast de polis, weliswaar dienst kan doen als bewijs van verzekering, maar dat elk
ziekenhuis in Nederland online controleert of iemand een zorgverzekering heeft gesloten.
Dit gebeurt via de applicatie « controle op verzekeringsrecht». In zoverre is de informatie
niet helemaal correct. Het bezit van een zorgpas is voor het verkrijgen van medische
zorg in een ziekenhuis niet nodig. Medisch noodzakelijke zorg wordt in ieder geval
door ziekenhuizen gegeven.
Vraag 5, 6
Deelt u de mening dat de opstelling van zowel de werkgever als het uitzendbureau ontoelaatbaar
is?
Heeft de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid reeds kennisgenomen van het voorval?
Welke sancties worden er getroffen tegen werkgever en uitzendbureau?
Antwoord 5, 6
Zoals aangegeven in het antwoord op de vragen 2 en 3, is de Inspectie SZW bekend met
het ongeval en is er naar aanleiding daarvan onderzoek ingesteld. Het onderzoek wordt
verricht vanuit een brede context waarbij signalen van andere verboden gedragingen
separaat worden beoordeeld. Afhankelijk hiervan kunnen deze signalen leiden tot nader
onderzoek door de Inspectie SZW. Ook kan er een melding worden gedaan aan een andere
toezichthoudende instantie of kan de zaak worden voorgelegd aan de Officier van Justitie.
Het opleggen van eventuele sancties zal altijd onderlegd moeten zijn door juridisch
houdbaar onderzoeksresultaat. Uit het onderzoek zal moeten blijken of sprake is van
sanctioneerbare gedragingen. Gelet op het lopende onderzoek kan daar geen antwoord
op worden gegeven.
Vraag 7
Wanneer gaat u aan de slag met een daadkrachtige uitvoering van de aanbevelingen van
het Aanjaagteam Arbeidsmigratie onder leiding van Emile Roemer?
Antwoord 7
Naar aanleiding van de aanbeveling van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten
van 11 juni j.l. is het kabinet aan de slag gegaan om uitvoering te geven aan de verschillende
aanbevelingen. Voor een uitgebreider antwoord op deze vraag verwijs ik naar de brief
die het kabinet op 3 juli j.l. naar uw Kamer heeft verstuurd2. Het kabinet nodigt het Aanjaagteam in deze brief tevens uit om met een tweede reeks
van aanbevelingen te komen die dieper ingaan op de structurele misstanden bij arbeidsmigranten
en de oplossingen voor de langere termijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. van 't Wout, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.