Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Yesilgöz-Zegerius over het bericht ‘Hoe een PGP-hack narcostaat Nederland feilloos blootlegt’
Vragen van het lid Yesilgöz-Zegerius (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Hoe een PGP-hack narcostaat Nederland feilloos blootlegt» (ingezonden 8 juli 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 31 augustus
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3629.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Hoe een PGP-hack narcostaat Nederland feilloos blootlegt?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoeveel contant crimineel geld is er in 2020 tot nu onderschept door de politie? Welk
deel van dit bedrag hiervan was het gevolg van de recente hack van de Encroservers?
Antwoord 2
Het OM heeft mij geïnformeerd dat tot en met juni 2020 door de politie en overige
opsporingsdiensten voor een waarde van 132 miljoen euro aan geld en goederen in beslag
is genomen. Zoals u weet, kan ik mij over individuele zaken niet uitlaten. Dat geldt
ook voor eventuele inbeslagnames die voortkomen uit de recente hack van de Encroservers.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het zeer zorgelijk en tevens onwenselijk is dat Nederland voor
criminelen de ultieme drugseconomie is met haar grondstoffen, laboratoria en logistiek?
Zo ja, welke maatregelen bent u bereid te treffen om het verdienmodel van deze drugscriminelen
onderuit te halen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
De omvang van de drugscriminaliteit in Nederland baart ook mij zorgen. In mijn brief
van 18 juni 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd op welke wijze het kabinet in de aanpak
van de georganiseerde ondermijnende criminaliteit investeert.2 Verder heb ik uw Kamer eerder toegezegd na te gaan op welke wijze kan worden onderzocht
welke overwegingen voor drugscriminelen bepalend zijn voor de keuze hun waar in Nederland
te produceren, zodat maatregelen kunnen worden voorgesteld die de aantrekkingskracht
van Nederland op drugscriminelen verminderen. Uw Kamer wordt hierover in het najaar
nader geïnformeerd.3
Vraag 4
Hoeveel cyberrechercheurs telt de politie op dit moment? Hoeveel agenten en specifiek
cyberrechercheurs zijn de afgelopen jaren belast geweest met de hack van PGP-netwerken
en het verwerken van PGP-berichten?
Antwoord 4
De politie kent op dit moment 120 fte die werkzaam zijn voor diverse Teams High Tech
Crime. Daarnaast heeft iedere regionale eenheid ongeveer 10 fte tactische cybercrime
capaciteit. Dat is echter geen volledig beeld; ook buiten die teams zijn rechercheurs
werkzaam die een expertise op het gebied van cyber hebben.
Het verwerken van PGP-berichten is een taak die binnen de recherche breed is belegd.
Het is niet mogelijk vast te stellen hoeveel rechercheurs zich daar mee bezig houden
of hebben gehouden.
Vraag 5
Is er voldoende capaciteit bij de politie en het openbaar ministerie (OM) voor het
verwerken van de miljoenen ontsleutelde berichten? Is er vervolgens voldoende capaciteit
om de toename van het aantal verdachten als gevolg van de PGP-hack te vervolgen? Zo
nee, bent u bereid er alles aan te doen om de capaciteit toereikend te maken zodat
deze verdachten berecht kunnen worden?
Antwoord 5
De vele ontsleutelde berichten bevatten informatie die niet direct gekoppeld is aan
specifieke personen. Ontsleuteling is een belangrijke en cruciale stap, maar vervolgens
is nader onderzoek en analyse nodig om deze informatie te koppelen aan verdachten
en bruikbaar te maken voor Nederlandse onderzoeken. Daarvoor is niet alleen politiële
en justitiële informatie van belang.
De capaciteit van politie is per definitie schaars. Dat betekent dat door het gezag
keuzes dienen te worden gemaakt in lijn met de Veiligheidsagenda. Daarin de is de
aanpak van ondermijning als landelijke prioriteit voor politie en openbaar ministerie
aangemerkt. Die aanpak van de georganiseerde, ondermijnende criminaliteit krijgt niet
alleen via de strafrechtelijke weg vorm. Een succesvolle aanpak is immers integraal
en van lange adem. Dus ook andere bevoegdheden (zoals de fiscaal- en bestuursrechtelijk)
dienen te worden ingezet door de overheid en haar partners ten behoeve van een weerbare
samenleving. In het kader het breed offensief tegen georganiseerde criminaliteit is
een landelijk multidisciplinair interventieteam (MIT) opgericht ter versterking van
de (inter)nationale slagkracht. Dit team bestaat zowel uit toezicht, handhaving als
opsporingsteams van politie, FIOD, KMar, OM, douane en belastingdienst. Het MIT werkt
data-gedreven en is gericht op het duurzaam verstoren van de georganiseerde, ondermijnende
criminele bedrijfsprocessen. Daarbij ligt de focus van het MIT op de aanpak van sleutelfiguren,
het blootleggen van criminele processen en afpakken van crimineel vermogen en het
(met parners) verstoren van deze criminaliteit door het opwerpen van barrières voor
crimineel handelen. Kortom: oprollen, afpakken en voorkomen. De informatie die is
verkregen uit de ontsleutelde berichten kan ook door MIT worden gebruikt. De focus
zal daarbij liggen op het completeren van het beeld van bedrijfsprocessen verdienmodellen
en netwerken. Internationale samenwerking zal daarbij ook voor het MIT een belangrijke
rol spelen.
Vraag 6
Bent u gelet op de tijdelijke grotere benodigde capaciteit bereid om vaker een beroep
te doen op politievrijwilligers en politiemedewerkers die gebruik maken van de Regeling
vervroegd uittreden?
Antwoord 6
Politievrijwilligers vormen een belangrijke aanvulling op het beroepspersoneel, maar
zij worden niet ingezet om capaciteitstekorten op te vangen. Wel wil de politie een
groter beroep doen op vrijwilligers met specialistische kennis. Nu het Besluit algemene
rechtspositie is aangepast, is het mogelijk om specialisten van buiten de politieorganisatie
sneller in te zetten in een executieve functie. Tevens verkent de politie de mogelijkheid
om politievrijwilligers in de periode 2021–2025 tijdelijk in (beroeps)dienst te nemen
voor de uitvoering van de politietaak om tijdelijk meer beroepscapaciteit te realiseren.
Politiemedewerkers die gebruik maken van de Regeling Vervroegd Uittreden kunnen niet
terugkeren bij de politie. Deze regeling is immers ingesteld om medewerkers tegemoet
te komen die niet konden anticiperen op de verhoging van de AOW-leeftijd en niet gezond
kunnen doorwerken tot aan de AOW-leeftijd.
Vraag 7
Bent u bereid om de internationale samenwerking van de Nederlandse politie in de strijd
tegen de georganiseerde misdaad te intensiveren en informatiedeling te vergemakkelijken,
gezien de zeer succesvolle en vruchtbare internationale samenwerking van de Nederlandse
politie bij de PGP-hack en het Encro onderzoek? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke
concrete maatregelen bent u voornemens te treffen?
Antwoord 7
De Nederlandse politie werkt veel en goed samen met andere landen, ook op het gebied
van het tegengaan van georganiseerde misdaad. Het intensiveren van internationale
samenwerking is al jaren een van de prioriteiten van politie en andere opsporingsdiensten
zoals de KMar en de FIOD. Regimes voor internationale deling van politiegegevens zijn
daarbij van groot belang maar voor het overgrote deel geen nationale aangelegenheid
meer, integendeel. Dat neemt niet weg dat ik in het kader van het breed offensief
tegen ondermijnende criminaliteit (BOTOC) door alle betrokken partners, waaronder
specifiek het MIT, laat bezien welke behoefte en wensen zij hebben en welke knelpunten
er zijn bij de aanpak van de grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit in
relatie tot informatiedeling.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.