Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Helvert en Kuik over de arrestatie en gevangenneming van mensenrechtenverdedigers in Niger
Vragen van de leden Van Helvert en Kuik (beiden CDA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de arrestatie en gevangenneming van mensenrechtenverdedigers in Niger (ingezonden 23 juli 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) en van Minister Kaag (Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 25 augustus 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten van Amnesty International1 en CNV Internationaal2 over de arrestatie en gevangenneming van mensrechtenverdedigers, waaronder twee vakbondsleiders
Moudy Moussa en Halidou Mounkaila, in Niger?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat onlangs drie activisten zijn vrijgelaten, mede onder
druk van (inter)nationale niet-gouvernementele organisaties en mensenrechtenorganisaties,
waaronder ook Amnesty International, maar dat het verzoek voor voorlopige vrijlating
van beide vakbondsleiders (Moudy en Halidou) is afgewezen, terwijl zij van dezelfde
strafbare feiten beschuldigd worden? Deelt u de opvatting dat de mensenrechten van
deze gevangen vakbondsleiders in Niger gerespecteerd moeten worden, ook in tijden
van corona, en dat de overheid in Niger alles in het werk moet stellen om de veiligheid
van deze vakbondsleiders te waarborgen?
Antwoord 2
Ja daar ben ik van op de hoogte. Mensenrechten, waaronder het recht op vrijheid en
recht op een eerlijke rechtsgang, staan aan de basis van open en vrije samenlevingen
overal ter wereld en vormen de hoeksteen van het Nederlands buitenlandbeleid. Dit
draagt Nederland internationaal uit, in multilaterale fora en bilaterale gesprekken,
zo ook in gesprekken met de autoriteiten van Niger.
Vraag 3
Deelt u de opvatting dat overheden zoals Niger de COVID-19 crisis aangrijpen om de
politieke ruimte, zoals vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vakvereniging (ILO-conventie
87), te verkleinen en dat dit obstakels zijn waardoor vakbondsleiders hun werk niet
uit kunnen voeren?
Antwoord 3
De Covid-19 maatregelen zetten de ruimte voor het maatschappelijk middenveld in veel
landen onder druk. Het is van belang dat autoriteiten een goede, transparante afweging
maken in het opleggen van restricties, met oog voor de tijdelijkheid en proportionaliteit
van de maatregelen. Het recht op vrijheid van meningsuiting en de vrije ruimte voor
het maatschappelijk middenveld om zich te laten horen, vormen belangrijke speerpunten
in het buitenlandbeleid. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor mensenrechtenverdedigers.
Nederland keurt disproportionele en willekeurige maatregelen af waarbij fundamentele
rechten zoals het recht op vrijheid van meningsuiting geschonden worden en roept internationaal
en via internationale partners op tot een mensenrechtenbenadering in COVID-19 maatregelen.
Vraag 4
Wanneer zijn gesprekken gevoerd met de autoriteiten van Niger, inclusief de Mensenrechten
Commissie van Niger, over dit onderwerp? Kunt u de uitkomsten van die gesprekken delen?
Antwoord 4
Het onderwerp is meermaals opgebracht in gesprekken met de autoriteiten van Niger.
De Nederlands Tijdelijk Zaakgelastigde in Niamey heeft de kwestie in april 2020 aangekaart
bij de mensenrechtencommissie van Niger, in samenwerking met de EU-ambassadeur te
Niamey. Vervolgens heeft de Mensenrechten Commissie de zaak eind april aan de orde
gesteld bij de premier van Niger, de heer Brigi Rafini. Daarna heeft de EU, mede op
verzoek van Nederland, het onderwerp aangekaart tijdens de politieke dialoog met Niger
in juni 2020. Tot slot is in juli 2020 de Nederlandse zorg omtrent de arrestaties
en het belang van een eerlijke rechtsgang opgebracht in een gesprek met de Nigerese
ambassadeur voor Nederland in Brussel. Ook is expliciet gevraagd naar de reden van
gevangenhouding van de twee vakbondsleiders Moudy Moussa en Halidou Mounkaïla.
Vraag 5
In welke mate heeft Nederland financieel en in ander opzicht bijgedragen aan het tegengaan
van jongerenwerkloosheid in Niger en in welke mate zijn de vakbonden, van wie de leiders
nu vastzitten, betrokken bij de uitvoering van de door Nederland gesteunde projecten?
Antwoord 5
Nederland is haar portfolio in Niger nog aan het opbouwen, waarbij het opbouwen van
het jeugdwerkgelegenheidsportfolio door COVID-19 enige vertraging heeft opgelopen.
Naar verwachting zullen er in het vierde kwartaal van dit jaar uitvoeringscontracten
voor jeugdwerkgelegenheidsprojecten worden gesloten met geïnteresseerde partijen,
op basis van in de komende weken af te ronden voorbereidende studies. Hiervoor is
dit jaar EUR 4 miljoen beschikbaar. Tevens is Generation Unlimited (Unicef), met financiële
steun van o.a. Nederland, voornemens om EUR 4 miljoen te investeren in Niger om jeugdwerkgelegenheid
te bevorderen.
Daarnaast draagt Nederland in het kader van het vakbondsmedefinancieringsprogramma
via CNV Internationaal bij aan de versterking van de sociale dialoog en het tegengaan
van jongerenwerkloosheid in Niger. Halidou Mounkaila is verbonden aan de Confédération
Nigérienne du Travail (CNT), een vakbondspartner van CNV Internationaal in Niger.
Moudy Moussa is verbonden aan de Syndicat National des Travailleurs de l'Information
et de la Communication (SYNATIC). Ook deze federatie is aangesloten bij vakcentrale
CNT.
Vraag 6
Deelt u de mening dat door de gevangenneming van de vakbondsleiders de vakbond gehinderd
wordt in het uitvoeren van de programma’s gericht op het verminderen van armoede en
het bieden van perspectief aan jongeren door middel van Nederlandse financiering voor
het vergroten van inzetbaarheid van jongeren?
Antwoord 6
Ja. Beide vakbondsleiders zijn actief betrokken bij trainingsprogramma’s van het vakbondsmedefinancieringsprogramma.
Hun gevangenneming hindert de uitvoering daarvan.
Vraag 7
Bent u bereid om zo spoedig mogelijk in een politieke dialoog met Niger op ministerieel
niveau expliciet aandacht te vragen voor de situatie van de gevangen gehouden vakbondsleiders,
en wilt u daarbij aandragen dat het respecteren van mensenrechten en een eerlijke
rechtsgang voor deze twee vakbondsleiders onderdeel zijn van good governance?
Antwoord 7
Nederland heeft diplomatieke stappen ondernomen om dit onder de aandacht te brengen
bij de Nigerese autoriteiten (zie ook antwoord op vraag 4). Het belang dat Nederland
en de EU hechten aan het respect voor mensenrechten, veiligheid en een eerlijk proces
in deze zaak is uitdrukkelijk genoemd. Nederland blijft deze kwestie nauwlettend volgen,
met respect voor de onafhankelijke rechtsgang in Niger.
Vraag 8
In hoeverre staat de Nederlandse steun aan Niger tegen jongerenwerkloosheid op de
tocht op het moment dat Niger vakbondsleden die de Nederlandse projecten mee uitvoeren,
zonder eerlijke rechtsgang vast houdt?
Antwoord 8
De op jongeren gerichte activiteiten van het vakbondsmedefinancieringsprogramma ondervinden
hiervan hinder. Voor de overige programma’s waarmee Nederland Niger steunt tegen jongerenwerkloosheid
geldt dit niet. Echter, juist op dit moment is het van groot belang dat de programma’s
tegen jongerenwerkloosheid doorgang vinden, gezien de negatieve gevolgen van Covid-19
op de fragiele economie van Niger. Nederland zet zich er dan ook voor in om het jeugdwerkgelegenheidsportfolio
dit jaar nog op te bouwen in Niger, ondanks de bovengenoemde arrestaties en de vertragingen
die zijn opgelopen door COVID-19. Daarbij blijft Nederland zich uiteraard inzetten
voor mensenrechten en het versterken van het maatschappelijk middenveld in Niger.
Ondertekenaars
-
, -
, -
, -
, -
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.