Schriftelijke vragen : Hydroxychloroquine
Vragen van de leden Van Haga (Van Haga) en Baudet (FvD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over hydroxychloroquine (ingezonden 18 augustus 2020).
Vraag 1
Wat is thans de stand van zaken met betrekking tot de nationale onderzoeken naar de
werking van hydroxychloroquine in relatie tot COVID-19, nu het door u in uw antwoorden
op de vragen van de leden Baudet (FvD) en Van Haga (Van Haga) de dato 26 mei 2020
aangehaalde artikel uit de Lancet, is ingetrokken, daar bleek dat de auteurs niet
konden instaan voor de juistheid van de bronnen van de primaire data?1
Vraag 2
Kunt u uitleggen waarom het (tijdelijk) stopzetten van de onderzoeken naar de werking
van hydroxychloroquine in relatie tot COVID-19 voornamelijk werd gebaseerd op een
tamelijk omstreden studie en u – nu betreffende studie is ingetrokken – niet meer
bent teruggekomen op een mogelijke voortgang van de onderzoeken?
Vraag 3
Waarom heeft u de beloofde inspanningen (zie uw antwoord op vraag 5 van eerder gestelde
schriftelijke vragen) nog niet geleverd, nu inmiddels duidelijk is dat in andere landen
goede resultaten worden geboekt wanneer hydroxychloroquine – in combinatie met zink
en azitromycine – in een vroeg stadium wordt toegediend?
Vraag 4
Hoe duidt u thans de bewering van Stichting Werkgroep Antibioticabeleid (SWAB) dat
zou zijn gebleken dat toediening van hydroxychloroquine bij COVID-19 geen- of potentieel
weinig klinisch effect heeft, nu duidelijk is geworden dat de onderzoeken naar de
werking van hydroxychloroquine bij patiënten die al ernstig ziek in het ziekenhuis
verbleven niet te vergelijken zijn met onderzoeken naar de werking van het middel
in een vroeger stadium?
Vraag 5
Bent u nog steeds van mening – met de huidige kennis en onder de huidige omstandigheden
– dat uw kwalificatie «kwakzalvermotie» ten aanzien van de motie inzake hydroxychloroquine
treffend is?2
Vraag 6
Bent u bereid de beloofde inspanningen ten aanzien van hydroxychloroquine nu wel te
leveren?
Vraag 7
Hoe verklaart u dat landen die hydroxychloroquine in een vroeg stadium toedienen aantoonbaar
minder coronadoden per hoofd van de bevolking hebben dan landen, zoals ook Nederland,
die dat niet doen?
Vraag 8
Bent u bekend met de Zwitserse hydroxychloroquine-casus, waarbij men eerst hydroxychloroquine
gebruikte, vervolgens na het artikel uit de Lancet een korte periode niet, en na het
terugtrekken van het artikel door de Lancet, juist weer wel?
Vraag 9
Vindt u niet dat de Zwitserse hydroxychloroquine-casus voldoende aanleiding geeft
om opnieuw het vroegtijdig toedienen van hydroxychloroquine in combinatie met zink
en azitromycine te onderzoeken?
Indieners
-
Gericht aan
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
W.R. van Haga, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Thierry Baudet, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.