Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bosman over financiering onder het Europees Defensiefonds
Vragen van het lid Bosman (VVD) aan de Minister van Defensie over financiering onder het European Defence Fund (ingezonden 14 juli 2020).
Antwoord van Minister Bijleveld-Schouten (Defensie) (ontvangen 18 augustus 2020).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Luik meets Dutch MoD to discuss military funding»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2, 3
            
Klopt het dat, om gebruik te maken van alle mogelijkheden voor financiering onder
               het European Defence Fund (EDF), bedrijven in de Defensie-industrie cofinanciering
               nodig hebben?
            
Klopt het dat deze cofinanciering afkomstig mag zijn van de lidstaat waar het Defensiebedrijf
               vandaan komt en lidstaten op deze manier hun bedrijven kunnen helpen om toegang te
               krijgen tot subsidies uit het EDF?
            
Antwoord 2, 3
            
Het EDF biedt financiële ondersteuning aan bedrijven en kennisinstellingen voor de
               ontwikkeling van nieuwe defensieproducten en -technologieën en onderzoek. Het financieringspercentage
               van een subsidiabele actie is afhankelijk van het type actie dat wordt uitgevoerd.
               In art 11.3 van de gedeeltelijk aangenomen EDF-verordening is vastgelegd dat voor
               prototyping tot 20% van de subsidiabele kosten wordt vergoed; voor kwalificering,
               tests en certificering wordt tot 80% van de subsidiabele kosten vergoed; voor acties
               gericht op onderzoek, studies en ontwerp wordt tot 100% van de subsidiabele kosten
               vergoed.
            
Om in aanmerking te komen voor financiering uit het EDF dienen consortia aan te tonen
               dat het deel van de kosten waarvoor geen EDF-financiering is voorzien, op een andere
               wijze wordt gedekt. In de EDF-verordening is niet vastgelegd wie zorg dient te dragen
               voor het leveren van de cofinanciering. De zogenoemde cofinanciering kan derhalve
               worden gedragen door de lidstaat waarin het bedrijf is gevestigd, maar kan ook op
               andere wijze worden gefinancierd, waaronder door het bedrijf zelf.
            
Vraag 4
            
Is er al iets te zeggen of andere landen geld beschikbaar gaan stellen voor cofinanciering?
               Zo ja, hoeveel?
            
Antwoord 4
            
Conform staand beleid ben ik niet in de positie om uitspraken te doen over het interne
               beleid van andere lidstaten.
            
Vraag 5
            
Welke plannen hebt u om cofinanciering beschikbaar te stellen?
Antwoord 5
            
Op de Defensiebegroting is geen specifieke budgetregel opgenomen voor cofinanciering
               van het EDF. Indien Defensie een verzoek ontvangt voor cofinanciering, zal worden
               gekeken naar de mate waarin het respectievelijke projectvoorstel aansluit op de defensiebehoefte
               en projectplanning. Indien het projectvoorstel aansluit op een bestaande, gefinancierde
               behoefte en planning kan budget vanuit het Defensie Lifecycle Plan (DLP) worden ingezet
               als cofinanciering.
            
De verwachting is echter dat de mogelijkheid om projectvoorstellen te cofinancieren
               vanuit het DLP of de projectenbegroting niet toereikend is om optimaal gebruik te
               maken van het EDF en niet voldoende flexibiliteit biedt om tijdig in te spelen op
               kansen van bruikbare militaire producten en technologieën, voor de industrie en voor
               Defensie. Derhalve worden op dit moment de mogelijke financieringsopties voor het
               EDF, door de beleidsverantwoordelijke departementen op ambtelijk niveau in kaart gebracht.
               De coördinatie en sturing hierop vindt plaats vanuit de Interdepartementale Coördinatiegroep
               Europese Defensie Samenwerking.
            
Vraag 6
            
Deelt u d mening dat, zelfs al zou alle cofinanciering van Defensiebedrijven zelf
               komen, een deel daarvan nog steeds gezien kan worden als verkapte cofinanciering vanuit
               lidstaten indien het gaat om staatsbedrijven die zeer nauwe banden onderhouden met
               de krijgsmacht in het land waar zij vandaan komen?
            
Antwoord 6
            
In de wijze waarop bedrijven die (deels) eigendom zijn van overheden hun deelname
               aan EDF-projecten financieren is geen inzicht. Indien een EDF-project aansluit op
               een nationale defensiebehoefte van een land, waarmee op termijn operationele en financiële
               voordelen kunnen worden gerealiseerd door een defensieorganisatie, ligt het voor de
               hand dat een overheid bereid is te zoeken naar mogelijkheden om bij te kunnen dragen.
               Ook in Nederland wordt door Defensie gekeken in hoeverre EDF-projectvoorstellen aansluiten
               op de defensiebehoefte en projectplanning.
            
De Europese Defensiemarkt kent een ongelijk speelveld. Nederland steunt de Europese
               Commissie dan ook in haar initiatief om een Europese markt te realiseren met gelijke
               kansen voor iedereen. Daarbij is vanuit Nederland in het bijzonder aandacht voor de
               positie van het MKB. Het EDF kan daaraan op termijn bijdragen doordat het grensoverschrijdende
               samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen stimuleert.
            
Vraag 7
            
Als Nederland naar rato van de relatieve omvang van de Nederlandse Defensie-industrie
               binnen de Europese Unie aan projecten zou willen deelnemen, hoeveel geld zou er dan
               aan cofinanciering beschikbaar moeten komen?
            
Antwoord 7
            
Er is geen eenduidig antwoord te geven op deze vraag. De cofinancieringsbehoefte is
               immers sterk afhankelijk van een aantal variabele factoren. Ten eerste is de cofinancieringsbehoefte
               afhankelijk van het type actie dat wordt uitgevoerd (zie ook vraag 2, 3) door een
               consortium. Indien een prototype wordt ontwikkeld, is de cofinancieringsbehoefte significant
               hoger dan wanneer de actie zich richt op onderzoek. Ten tweede is de cofinancieringsbehoefte
               afhankelijk van de samenstelling van een consortium, gezien er verschillende bonussen
               kunnen worden verkregen door (significante) deelname van het midden- en kleinbedrijf
               en/of middelgrote ondernemingen aan een project (EDF verordening art. 14 lid b, c
               en d). Ten slotte hangt de hoogte van de gevraagde cofinanciering samen met de vraag
               of een actie wordt uitgevoerd als onderdeel van een PESCO project, gezien ook hier
               een bonusregeling aan is verbonden (EDF verordening art. 14 lid a en d).
            
Vraag 8
            
Kunt u zeggen hoeveel cofinanciering er door andere landen beschikbaar is gesteld
               bij de eerste tranche van projecten waarbij de Commissie onder de voorloper van het
               EDF in juni al 205 miljoen euro ter beschikking stelde?2
Antwoord 8
            
De Commissie heeft onder de EDIDP 2019 call € 200 mln. toegekend aan succesvolle consortia.
               De totale kosten van de projecten bedroegen € 276 mln. Dit betekent dat in het totaal
               een bedrag van € 76 mln. op andere wijze gefinancierd dient te worden.
            
Vraag 9
            
Kunt u zeggen hoeveel geld er bij deze eerste tranche naar Nederlandse bedrijven is
               gegaan, en hoeveel geld de Nederlandse overheid hier voor cofinanciering beschikbaar
               heeft gesteld?
            
Antwoord 9
            
Nederlandse bedrijven zijn bij drie van de zestien succesvolle EDIDP 2019 projectvoorstellen
               betrokken. In twee projecten zijn Nederlandse partijen betrokken als consortium lid,
               bij één project als onderaannemer.
            
De Europese Commissie kende in totaal 22 mln. toe aan consortia waarin Nederlandse
               partijen betrokken zijn als consortium lid. Daarnaast kende de Europese Commissie
               € 44 mln. toe aan het project waar Nederlandse partijen als onderaannemer zijn betrokken.
               Het budget wordt conform de werklast verdeeld over de deelnemende bedrijven en instellingen,
               en valt dus niet volledig ten deel aan de Nederlandse deelnemers.
            
Vanuit de Nederlandse overheid wordt voor één project een financiële bijdrage geleverd.
               De hoogte van de cofinanciering en de verdeling binnen de consortia zijn commercieel
               vertrouwelijk.
            
Vraag 10
            
Kunt u zeggen of er al gesprekken plaatsvinden tussen u en de Minister van Economische
               Zaken over cofinanciering, inclusief de mogelijkheid hiervoor geld uit het Groeifonds
               of andere faciliteiten ter beschikking te stellen, aangezien beleidsoptie 18 uit rapport
               16 van de Brede Maatschappelijke Heroverwegingen voorstelt een defensievoorziening
               voor cofinanciering bij het Ministerie van Economische Zaken onder te brengen?
            
Antwoord 10
            
Graag verwijs ik u ook naar het antwoord op vraag 5. EDF-projecten dragen bij aan
               het versterken van het kennisniveau, innovatie ecosysteem en verdienvermogen rondom
               de Nederlandse Defensie gerelateerde industrie. Momenteel wordt, in lijn met de Defensie
               Industrie Strategie (2018) waarin de ambitie is geformuleerd dat Nederland tot de
               top 10 van landen wil behoren die gebruikmaken van EDF, bezien hoe het Ministerie
               van EZK, naast het Ministerie van Defensie, kan bijdragen aan de cofinanciering die
               benodigd is om EDF middelen te ontsluiten. De Interdepartementale Coördinatiegroep
               Europese Defensie Samenwerking, waarover uw Kamer onder andere via de technische briefing
               van 10 november jl. is geïnformeerd, is een belangrijk instrument voor de afstemming
               tussen Defensie, EZK en andere departementen hieromtrent.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  
, - 
              
                  
, - 
              
                  Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.