Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ploumen en Van den Hul over een wetswijziging in Roemenië waarmee het recht om te zijn wie je bent wordt ondermijnd
Vragen van de leden Ploumen en Van den Hul (beiden PvdA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over een wetswijziging in Roemenië waarmee het recht om te zijn wie je bent wordt ondermijnd (ingezonden 23 juni 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap (ontvangen 17 augustus 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «International Call Against the Teaching of Gender Ban
in Romania»1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4
Deelt u de opvatting dat iedereen overal binnen de Europese Unie veilig en vrij zichzelf
moeten kunnen zijn?
Deelt u de opvatting dat deze wetswijziging een directe schending is van de vrijheid
om te zijn wie je bent en in het verlengde daarvan de positie van LHBT-personen? Zo
nee, waarom niet?
Deelt u de opvatting dat deze wetswijziging een ernstige inbreuk is op de autonomie
van universiteiten? Erkent u dat dit potentiële (in)directe negatieve en gevaarlijke
gevolgen heeft voor het gedachtegoed van een opgroeiende generatie en samenleving?
Antwoord 2, 3, 4
Het onderhavige wetsinitiatief betreft een amendement op de Roemeense onderwijswet.
De nieuwe wetstekst zou een verbod uitspreken op het behandelen van gender als een
afzonderlijk concept van biologische sekse binnen het onderwijs. Dit amendement werd
in juni aangenomen in het Roemeense parlement, maar treedt pas in werking wanneer
de Roemeense president zijn goedkeuring heeft verleend. De president heeft het wetsvoorstel
ter beoordeling voorgelegd aan het Constitutioneel Hof dat een uitspraak zal doen
over de verenigbaarheid met de Grondwet. Tot die tijd zal het wetsvoorstel niet in
werking treden.
De ontwikkelingen in Roemenië tonen opnieuw aan dat aandacht voor LHBTI- en gendergelijkheid
belangrijk blijft, ook voorbij de Nederlandse grenzen. De rechten en positie van LHBTI’s
binnen en buiten Europa staan onder druk. Invloeden zoals onderhavig wetsvoorstel,
die een bedreiging kunnen vormen voor de realisatie van gendergelijkheid, gelijke
rechten voor LHBTI’s, vrouwenrechten en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten,
worden als zorgelijk beschouwd. Het nog lopende wetstraject, alsmede de maatschappelijke
discussie daarover in de Roemeense samenleving, hebben daarom de aandacht van het
kabinet. Het kabinet blijft zich internationaal en in EU-verband inzetten voor rechten
van vrouwen en meisjes en gelijke rechten van LHBTI’s.
Vraag 5
Hoe ziet u deze stap die Roemenië zet in verhouding tot eerdere ontwikkelingen van
vergelijkbare aard in Polen en Hongarije, ook in het licht van een uitspraak van een
Roemeense senator tegenover Euronews2?
Antwoord 5
Een toenemende conservatieve druk op gendergelijkheid, gelijke rechten voor LHBTI’s,
vrouwenrechten en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten in Roemenië is niet
eenduidig aantoonbaar. Er vinden uiteenlopende ontwikkelingen plaats die gepaard gaan
met een breed maatschappelijk debat. Zo werd bij een referendum in 2018, waarin voorgesteld
werd de gender-neutrale grondwettelijke definitie van het huwelijk te wijzigen naar
«een huwelijk tussen man en vrouw», de kiesdrempel niet behaald en werd in maart een
wetsvoorstel aangenomen dat seksuele voorlichting een vast onderdeel van het Roemeense
onderwijsaanbod maakt.
Vraag 6, 7, 8
Wat is uw mening over de wijze waarop de Europese Unie en de Europese Commissie tot
nu toe op deze ontwikkelingen hebben gereageerd?
Wat gaat u doen om uw afkeuring over deze wetswijziging kenbaar te maken en op welke
termijn?
Welke mogelijkheden ziet u om met andere Europese ministers die verantwoordelijk zijn
voor wetenschap en/of de positie van LHBT-personen samen op te trekken en het gesprek
met deze drie landen aan te gaan en/of een internationaal statement af te geven ter
versterking van de inspanningen van de Europese Commissie?
Antwoord 6, 7, 8
Het tegengaan van discriminatie op basis van seksuele oriëntatie en genderidentiteit
is een belangrijk onderwerp voor de Europese Commissie. In delen van Europa gaan de
wettelijke bescherming, gelijke behandeling en sociale acceptatie van LHBTI’s zienderogen
vooruit, maar elders in Europa krimpt die ruimte. Dat onderstreept het belang van
een voortdurende inzet op dit onderwerp binnen de Europese Unie. Met het uitkomen
van de genderstrategie op 3 maart jl. heeft de Europese Commissie gendergelijkheid
weer op de Europese agenda gezet en geconstateerd dat gendergelijkheid een kernwaarde
van de Unie is. Voorts heeft de Europese Commissie in haar werkprogramma aangekondigd
dat zij in het najaar van 2020 met een specifieke strategie komt voor de gelijke behandeling
van LHBTI’s binnen de EU. Het kabinet verwelkomt deze strategieën die een basis vormen
voor verdere dialoog over deze onderwerpen in EU-verband.
Samen met gelijkgestemde Europese landen zal Nederland steun blijven bieden aan Europese
LHBTI-netwerkorganisaties, zoals ILGA-Europe en IGLYO-Europe, en de onderlinge uitwisseling
van goede wetgevings- en praktijkvoorbeelden blijven stimuleren. Op initiatief van
Nederland ondersteunen nu ook andere overheden in Europa de Europese LHBTI-netwerken.
Ten slotte zet de Nederlandse ambassade in Boekarest zich op verschillende manieren
in ten behoeve van het bevorderen van vrijheden en rechten van LHBTI’s in Roemenië.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.