Schriftelijke vragen : Het bericht ‘NVWA te traag: onderzoek naar misstanden slachthuizen gestopt’ RTL 25 juli 2020
Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Justitie en Veiligheid over het bericht «NVWA te traag: onderzoek naar misstanden slachthuizen gestopt» RTL 25 juli 2020 (ingezonden 27 juli 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «NVWA te traag: onderzoek naar misstanden slachthuizen
gestopt»?1
Vraag 2
Klopt het dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) danwel de divisie
Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (IOD)
de bewijsstukken en de informatie niet op tijd heeft aangeleverd waardoor het onderzoek
naar de misstanden is stopgezet? Zo ja, wat vindt u hiervan?
Vraag 3
Deelt u de mening dat consumenten vertrouwen in de NVWA moeten kunnen hebben maar
dit in de afgelopen periode al een aantal keren geschaad is? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Deelt u de mening dat er geen straffeloosheid mag optreden door toedoen van de NVWA
(IOD) en zeker niet als het om voedselveiligheid gaat?
Vraag 5
Kunt u aangeven wat het gevolg is van het stopzetten van het onderzoek door het Openbaar
Ministerie (OM) en heeft dit ook gevolgen voor een mogelijk bestuurlijke interventie
door de NVWA (IOD) en kunt u dit toelichten?
Vraag 6
Indien er een mogelijkheid bestaat om over te kunnen gaan tot een bestuurlijke interventie
met welke termijnen dient de NVWA (IOD) dan rekening te houden?
Vraag 7
Deelt u dat deze trage werkwijze zeer onwenselijk is omdat kostbare capaciteit en
energie bij het OM en de NVWA (IOD) verloren gaat?
Vraag 8
Op welke momenten, waarnaar in het artikel wordt verwezen, heeft de officier van justitie
contact opgenomen met de NVWA (IOD) inzake het trage verloop van het onderzoek en
wat is er naar aanleiding van deze contacten (intern) gebeurd?
Vraag 9
Kunt u in deze casus een tijdlijn geven van de eerste melding, het (voor)onderzoek
en de (procedurele) vervolgstappen tot het moment van het beëindigen van het strafrechtelijk
onderzoek en de momenten van contact tussen het OM en de NVWA (IOD)?
Vraag 10
Wat zegt deze casus over de cultuur binnen de NVWA (IOD)?
Vraag 11
Bent u bereid de uitkomst van het onderzoek dat de NVWA gaat doen naar de reden van
de te langzame uitvoering van deze casus, in antwoord op deze vragen (binnen drie
weken) of via een afzonderlijke brief voor 1 september 2020, met de Kamer te delen?
Vraag 12
Kunt u aangeven of in deze casus sprake is van een risico gericht op voedselveiligheid,
een heel hoog frauderisico of incidenten of crises waarover in het Jaarplan 2020 van
de NVWA opgenomen is dat in deze gevallen met voorrang capaciteit wordt ingezet? Zo
ja, waarom is er geen extra capaciteit beschikbaar gesteld? Zo nee, kunt u een uitgebreide
toelichting geven welke risico’s dan bedoeld worden zoals omschreven in het Jaarplan
2020?2
Vraag 13
Wie beoordeelt binnen de NVWA (IOD) of er sprake is van een «heel hoog risico» en
wordt deze beoordeling zelfstandig en zonder nadere controle uitgevoerd of wordt het
vier-ogen-principe toegepast? Zo nee, zou het verstandig zijn daartoe over te gaan?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Klopt het dat door de NVWA (IOD) in 2019 29 onderzoeken hebben plaatsgevonden en dat
van deze 29 onderzoeken er 26 zijn aangeleverd bij het Functioneel Parket en kunt
u aangeven of en hoe deze onderzoeken zijn afgerond?
Vraag 15
Kunt u van de drie door de NVWA (IOD) afgebroken onderzoeken aangeven wanneer deze
onderzoeken (in welke fase in het verloop van het onderzoek) zijn afgebroken en wat
de reden was waarom deze onderzoeken zijn afgebroken?
Vraag 16
Zijn in deze genoemde aantallen ook de vooronderzoeken meegenomen? Zo nee, hoeveel
vooronderzoeken zijn er door de NVWA (IOD) in 2019 gestart, hoeveel vooronderzoeken
hebben een vervolg in de onderzoeksfase gekend en wat is de reden waarom de gestarte
vooronderzoeken niet zijn vervolgd (graag een overzicht van alle vooronderzoeken inclusief
het mogelijke of te onderzoeken strafrechtelijk feit per vooronderzoek)? Zo ja, betekent
dit dat er geen andere onderzoeken door de NVWA (IOD) zijn gedaan?
Vraag 17
Kan de Minister van Justitie en Veiligheid een oordeel vellen over de kwaliteit van
de aangeleverde onderzoeken door de NVWA (IOD)? Zo nee, waarom niet?
Vraag 18
Hoeveel onderzoeken heeft het OM de afgelopen vijf jaar (graag een overzicht per jaar)
van de NVWA (IOD) ontvangen en hoeveel onderzoeken hebben uiteindelijk over deze periode
geleid tot strafrechtelijke vervolging en kunt u de reden aangeven waarom er bij de
andere zaken uiteindelijk niet overgegaan is tot strafrechtelijke vervolging? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 19
Hoeveel strafrechtelijke onderzoeken zijn er in de afgelopen vijf jaar (graag een
overzicht per jaar) beëindigd, omdat de bewijsstukken en of informatie te lang op
zich lieten wachten?
Vraag 20
Welke stappen gaat u op korte termijn zetten om verbeteringen door te voeren? Indien
geen, kunt u dat toelichten?
Vraag 21
Klopt het dat het strafrechtelijk (voor)onderzoek waarover u in de Kamerbrief in antwoord
op schriftelijke vragen van de leden Geurts, Von Martels, Lodders en Bisschop «Grote
onvrede over aanpak pootgoedfraude» heeft gesteld dat dit onderzoek loopt, is gestaakt?
Zo ja, kunt u aangeven waarom dit onderzoek is gestaakt en kunt u aangeven waarom
deze informatie niet actief met de Kamer is gedeeld, mede naar aanleiding van de verschillende
Kamervragen?3
Vraag 22
Is er inmiddels meer bekend over de mogelijke uitbreiding van bevoegdheden van de
Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen
(NAK) waarover u in de beantwoording van de vragen over de pootgoedfraude aangaf dat
hierover nagedacht wordt en wordt in het rapport over het keurings- en toezichtslandschap,
dat u de Kamer heeft toegezegd naar aanleiding van het 2Solve rapport, ingegaan op
een mogelijke overdracht van taken en bevoegdheden van de NVWA naar de NAK? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 23
Kunt u aangeven of de NVWA en de NAK beide op gelijkwaardige wijze worden betrokken
bij dit onderzoek en kunt u aangeven op welke manier de onafhankelijkheid geborgd
wordt van het uiteindelijke onderzoek en de aanbevelingen?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.J.H. Lodders, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.