Schriftelijke vragen : De Nederlandse inzet voor het bijenrichtsnoer
Vragen van de leden Wassenberg (PvdD), Bromet (GroenLinks), Futselaar (SP), Moorlag (PvdA) en Madlener (PVV) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de Nederlandse inzet voor het bijenrichtsnoer (ingezonden 16 juli 2020).
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat tijdens de vergadering van het Standing Committee on Plants,
Animals, Food and Feed (SCoPAFF) van juli 2020 gesproken zal worden over het bijenrichtsnoer,
een document dat in 2013 door de European Food Safety Authority (EFSA) is ontwikkeld
en beschrijft hoe pesticiden getoetst kunnen worden op hun schadelijkheid voor honingbijen,
wilde bijen en hommels?
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat tijdens deze SCoPAFF-vergadering gesproken zal worden over vier
opties om het beschermingsniveau voor (wilde) bijen en hommels te bepalen?1
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat wanneer er een meerderheid is voor een van de vier opties, deze
verder ontwikkeld zal worden en terecht zal komen in de herziene versie van het bijenrichtsnoer?
Kunt u bevestigen dat dit moment dus bepalend is?
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat een van de voorliggende opties dezelfde is die in het originele
bijenrichtsnoer uit 2013 staat, namelijk het van tevoren vaststellen van een maximumpercentage
van een bijenkolonie dat zou mogen sterven door een pesticide (origineel vastgesteld
op 7%)?
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat u in uw brief van 13 juli over de SCoPAFF-vergadering slechts
ingaat op een van de andere opties, namelijk een benadering van de acceptabele sterfte
op basis van de «natuurlijke variabiliteit» van een bijenkolonie?2
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat bij deze optie gebruik wordt gemaakt van het model Beehave,
dat mede ontwikkeld is door pesticide-fabrikant Syngenta, en waar bijenwetenschappers
kritisch tegenover staan, omdat het de «veilige» bijensterfte sterk op kan rekken
tot wel 20%?3
Vraag 7
Kunt u bevestigen dat u positief staat tegenover die optie?
Vraag 8
Kunt u bevestigen dat u de Kamer niet heeft gemeld dat er nog meer opties op tafel
liggen, waaronder de optie uit het originele bijenrichtsnoer?
Vraag 9
Beaamt u dat u met dit standpunt lijnrecht ingaat tegen de wens van de Kamer voor
de snelle implementatie van het originele bijenrichtsnoer als geheel?4
Vraag 10
Gaat u uw reactie in lijn brengen met de uitspraak van de Kamer en positief reageren
op het voorstel voor een vooraf vastgesteld percentage (van maximaal 7%) en niet voor
een benadering op basis van de «natuurlijke variabiliteit»?
Vraag 11
Kunt u bevestigen dat een meerderheid van lidstaten positief staat tegenover de benadering
op basis van «natuurlijke variabiliteit»?
Vraag 12
Kunt u alles op alles zetten om de bespreking van dit agendapunt uit te stellen tot
een SCoPAFF-vergadering die na het zomerreces plaatsvindt?
Vraag 13
Kunt u deze vragen met spoed beantwoorden, voor aanvang van de SCoPAFF-vergadering?
Indieners
-
Gericht aan
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Indiener
F.P. Wassenberg, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
B. Madlener, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
W.J. Moorlag, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
F.W. Futselaar, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Laura Bromet, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.