Schriftelijke vragen : De brief ‘Impuls Regeling Praktijkleren voor leerbedrijven’
Vragen van het lid Smals (VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de brief «Impuls Regeling Praktijkleren voor leerbedrijven» (ingezonden 15 juli 2020).
Vraag 1
Kunt u onderbouwen waarop u de keuze maakt om de sectoren landbouw, horeca en recreatie
uit te sluiten om gebruik te maken van de extra impuls op de regeling praktijkleren,
jaarlijks goed voor 10,6 miljoen euro voor de studiejaren 2020–2021 en 2021–2022?1
Vraag 2
Wat zijn de objectieve maatstaven die gebruikt worden om te bepalen of een mbo-opleiding
voldoende arbeidsmarktperspectieven geeft om gebruik te kunnen maken van de impuls
regeling praktijkleren voor leerbedrijven? Welke sectoren worden door deze criteria
dus uitgesloten van deelname aan deze regeling? Kunt u hiervan een overzicht geven?
Vraag 3
Bent u bekend met het bericht dat FNV Vakbond en branchevereniging ONCE waarschuwen
dat er een ontslaggolf dreigt in de horecasector? Wat zijn de gevolgen hiervan voor
het aantal mbo-stages binnen deze sector?2
Vraag 4
Op welke manier monitort u het aantal stageplekken voor mbo-studenten in de verschillende
sectoren en dan met name de sectoren landbouw, horeca en recreatie? Wanneer kan de
Kamer hiervan een overzicht verwachten?
Vraag 5
Deelt u de mening dat het van belang is voor mbo-studenten dat stages, ongeacht de
sector, zoveel mogelijk behouden dienen te blijven? Bent u eveneens van mening dat
de «impuls regeling praktijkleren voor leerbedrijven» als doel moet hebben om zoveel
mogelijk stageplekken voor mbo-studenten te behouden, ongeacht de sector? Zo ja, waarom
kiest u er dan voor om drie specifieke sectoren uit te sluiten van deze regeling?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Op welke manier bent u in gesprek met werkgeversverenigingen binnen de sectoren landbouw,
horeca en recreatie over de manier waarop mbo-stages het beste behouden blijven? Hoe
kijken zij naar het feit dat ze nu uitgesloten worden van deze extra impulsregeling?
Vraag 7
Bent u bereid om de door u voorgestelde «impuls regeling praktijkleren voor leerbedrijven»
te verruimen naar de sectoren landbouw, horeca of recreatie, indien blijkt dat ze
meer middelen nodig hebben om het aantal mbo-stages te kunnen behouden of eventueel
uit te breiden? Zo ja, op basis van welke criteria wordt dit besluit hiertoe genomen?
Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Indiener
B.M.G. Smals, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.