Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Leijten over de sponsoring van het tijdelijke EU-voorzitterschap
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de sponsoring van het tijdelijke EU-voorzitterschap (ingezonden 6 juli 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 15 juli 2020).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de recente oproep waarin de Europese Raad gevraagd wordt voor
eens en voor altijd private sponsoring van het tijdelijke EU-voorzitterschap de rug
toe te keren?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u van de aanbeveling van de Europese Ombudsman waarin de Europese Raad wordt
gevraagd de verantwoordelijkheid te nemen op het onderwerp private sponsoring van
EU-voorzitters?2
Antwoord 2
Het kabinet is net als de Europese Ombudsman van mening dat sponsoring van het voorzitterschap
van de Raad van de Europese Unie in beginsel niet ongewenst is. In haar aanbevelingen
van 6 januari 2020 roept de Europese Ombudsman de Raad wel op om met richtsnoeren
te komen over de private sponsoring van de EU-voorzitterschappen.
Het kabinet is van mening dat de Raad de aanbevelingen van de Europese Ombudsman serieus
moet nemen. Het kabinet zet hierbij in op het formuleren van richtsnoeren in de Raad
voor de beste aanpak van private sponsoring van EU-voorzitterschappen, die aansluiten
bij de richtsnoeren die Nederland tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap heeft
opgesteld. Nederland heeft deze richtsnoeren met het Raadssecretariaat gedeeld.
De Raad heeft op 6 mei 2020 in de beargumenteerde opinie op de aanbevelingen van de
Europese Ombudsman aangegeven de mogelijkheid van richtsnoeren voor de beste aanpak
van private sponsoring van EU-voorzitterschappen te willen onderzoeken om mogelijke
reputatieschade aan de EU te voorkomen. Naar aanleiding van deze reactie van de Raad
heeft de Europese Ombudsman haar onderzoek op 29 juni 2020 gesloten. Op dit moment
wordt binnen de Raad gesproken over hoe deze richtsnoeren voor de beste aanpak vorm
te geven.
Volgens de opgestelde richtsnoeren voor het Nederlandse EU-voorzitterschap in 2016
dienden de bedrijven te voldoen aan een aantal drempelvoorwaarden om in aanmerking
te komen voor een sponsorschap, zoals het leveren van kwalitatief hoogstaande en milieuvriendelijke
producten, in lijn met de principes, waardigheid en doelen van het voorzitterschap.
Ondernemingen betrokken bij de productie van tabaksproducten en wapens waren bijvoorbeeld
bij voorbaat uitgesloten. Onder andere deelname aan of betrokkenheid bij wederrechtelijke
activiteiten vormden voor Nederland een reden om bedrijven uit te sluiten van een
mogelijk sponsorschap. Ook expliciteerden de opgestelde richtsnoeren dat sponsoren
geen toegang hadden tot overleggen of evenementen van het EU-voorzitterschap. Deze
richtsnoeren zijn op 19 februari 2020 als bijlage bij de beantwoording van een eerdere
set Kamervragen over dit onderwerp met uw Kamer gedeeld.
Vraag 3
Bent u het eens met de inhoud van de open brief die is gestuurd door een aantal niet-gouvernementele
organisaties (ngo's) en 92 Europarlementariërs over de oproep tot transparantie voor
Duitsland als tijdelijk EU-voorzitter?3
Antwoord 3
Het kabinet voert al jaren een proactieve transparantieagenda binnen de Europese Unie
en draagt dit ook actief uit [zie Kamerstuk 21 501-02, nr 2027; Kamerstuk 22 112, nr. 2762; Kamerstuk 22 112, nr. 2699]. Het kabinet onderschrijft het belang van meer transparantie in de Europese besluitvorming
en ziet de open brief van ngo’s en Europarlementariërs aan Duitsland als een welkome
steun voor de door Nederland en de groep gelijkgezinde lidstaten gevoerde transparantieagenda
van de afgelopen jaren.
Mede door de Nederlandse inzet is de groep gelijkgezinde lidstaten, die voorstander
is van meer transparantie in de EU, uitgegroeid tot 10 lidstaten en is het Duits EU-voorzitterschap
voornemens om de maatregelen ter bevordering van wetgevingstransparantie die door
het Fins EU-voorzitterschap geïnitieerd zijn te consolideren.
Vraag 4
Kunt u aangeven welke rol Nederland speelt in het aanjagen van het sponsoren van het
tijdelijke EU-voorzitterschap?
Antwoord 4
Zie beantwoording vraag 2.
Vraag 5
Vindt u dat de financiële voordelen van sponsoring opwegen tegen de onafhankelijkheid
die de EU dient uit te stralen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Het kabinet is van mening dat sponsoring in beginsel niet ongewenst is. Sponsorschappen
zijn een manier om een EU-voorzitterschap logistiek te faciliteren. Nederland heeft
in voorbereiding voor haar EU-voorzitterschap van 2016 duidelijke richtsnoeren opgesteld
voor mogelijke sponsorschappen die destijds online gepubliceerd zijn. Onderdeel van
die richtsnoeren is dat tegenover sponsoring van het EU-voorzitterschap geen invloed
op- of betrokkenheid bij Europese besluitvorming staat.
Vraag 6
Vindt u het ethisch dat bepaalde bedrijven middels sponsoring ook meer naamsbekendheid
en invloed kunnen uitoefenen?
Antwoord 6
Zie beantwoording vraag 5.
Vraag 7
Kunt u een overzicht maken van alle bedrijven waardoor Duitsland zich laat sponsoren
voor dit EU-voorzitterschap?
Antwoord 7
De Duitse regering heeft aangegeven niet van plan te zijn om in het kader van het
Duits EU-voorzitterschap sponsorovereenkomsten met particuliere ondernemingen te sluiten.
Dit staat ook vermeld op de website van het Duits voorzitterschap4.
Vraag 8
Bent u bereid om het advies van de Europese Ombudsman ter harte te nemen en namens
Nederland een leidende rol te nemen op dit onderwerp?
Antwoord 8
Zie beantwoording vraag 2.
Vraag 9
Bent u bereid namens Nederland de boodschap van Foodwatch en de open brief van ngo’s
en Europarlementariërs te ondersteunen en dit ook uit te dragen?
Antwoord 9
Zie beantwoording vraag 3.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.